‘Olaf’ (uitgegeven door Kleine Uil, € 17,50) is een echt opa-kleinzoon voorleesboek. Sterke, stoere mannen die graag samenwerken en die tobben over een permanent soep kokende oma met beginnende dementie.
Stoker heeft dit keer gekozen voor een crowdfundingactie en ik begrijp dat die snel volliep zodat het boek gedrukt kon worden. Dat is goed gelukt: een stevig gebonden mooi boek met bijzonder gave illustraties van Tom Beijering, de grootste zelfs in kleur. Zeer aardige details: de in rood gedrukte hoofdstuktitels en de lichtgroene paginanummering. Daar is veel aandacht en tijd aan besteed. Of crowd-funding automatisch inhoudt dat de tekstcorrectie erbij inschiet, weet ik niet, maar daar lijkt het wel op. Ondanks mijn eerdere waarschuwingen aan het adres van uitgever Kleine Uil, bij verschijnen van ‘De lijst’ en ‘Verslagen vriendschap’ is Kleine Uil er niet in geslaagd met een uilenveertje vijf handenvol haren uit de soep te vissen¹. Jammer, zeer jammer; het boek èn Stoker verdienen beter.
Olaf is een tienjarige jongen die, bijgestaan door zijn opa, zeven moeilijke opdrachten moet vervullen om zo de vurig gewenste ‘blokker’ te verkrijgen waarmee het dementieproces van oma gestopt zou kunnen worden. De variatie in sprookjesachtige opdrachten, Olaf moet op zoek naar vloekgras, een krokodillentraan, noorderlicht in een potje en meer, toont Stokers grenzeloze fantasie. Olaf moet, steeds beginnend vanuit een gat in de tuin bij opa en oma, lopend door een gangenstelsel, één van de zeven deuren binnentreden, waarna hij in een geheel andere wereld terechtkomt. Hij ontmoet een drietal wezens met een bijzonder postuur en uiterlijk.
Lezers die ingevoerd zijn in de jeugdliteratuur herkennen onmiddellijk gelijkenissen met bestaande jeugdboeken. In ‘Koning van Katoren’ van Jan Terlouw moet Stach ook zeven taken vervullen. Anders dan bij de maatschappelijk angehauchte opdrachten van Stach, zijn die van Olaf fantasievol en sprookjesachtig. Kijk eens naar de illustraties van J. M. Verburg in ‘Tom Tippelaar’ van A. M. G. Schmidt. Heeft Tom Tippelaar aparte, extra grote oren, op de tekeningen van Tom Beijering kijk je ook extra aandachtig naar de bijzondere fysionomie van Olafs gezicht en profil.
¹ p 25 me-teen / p 26 hé i.p.v. hè / p 27 er zat er geen / p 33 misschien was <het> er al die tijd / Een i.p.v. Één / p 39 het steen / p 47 deze i.p.v. dit / p 48 supe-renge / p 65 grij-parm / p 72 het i.p.v. hij of zij / p 84 vlak bij i.p.v. vlakbij / p 88 platvorm / p 97 deze i.p.v. dit / p 101 4 i.p.v. vier / p 105 klaarlag / p 114 Olaf knikte <met> zijn hoofd / p 129 ik had ze te grazen i.p.v. nam / p 132 het i.p.v. hem / p 133 wat i.p.v. dat / p 139 die i.p.v dat / 145 de ander i.p.v. het andere / p 145 in de lucht (twee keer) / en als schrijftaal boven spreektaal gaat p 149 waar op i.p.v. op wie / p 154 daarmee i.p.v. met haar /en tenslotte: p 157 ‘, i.p.v. ,‘.