Emmen – Sleen 1 – 0

Lintjeswolk, lintjeszonnestralen, lintjesmist, lintjestsunami, alles beter dan het deprimerende, druilerige, ‘lintjesregen’. Onwillekeurig kijk ik naar de fotogalerij van de nieuwste gedecoreerden in de gemeente Coevorden en ik word overvallen door een gevoel van teleurstelling en treurigheid: geen vrouw te bekennen.

Lees verder

Kerstnachtdienst

Het koor zingt met gevoel, tijdens de uitbestede schriftlezing vraagt de dominee zich af hoe hij vroeger zijn werk toch afkreeg zonder de uitgebreide werkbalkopties van Word, de kerstboom doet vol vuur zijn best zo groen mogelijk af te steken tegen de sneeuwwitte kalk en mijn gedachten springen van de kilometerheffing via Q-koorts naar een gedroomde engel die Knillis heet. Door menselijk falen dreigt hij door een dakluik te vallen. Net op het moment dat Knillis zich realiseert dat hij kan vliegen, steekt een andere gewoonte de kop op, een afwijking zeggen sommigen. Waar ik ook sta of ga, op een verjaardag bij een oud-collega, in de lobby van het theater, in de pauze van de projectkoorrepetitie, bij de jaarvergadering van Dorpsbelang, op een buurtfeest, in een nieuwe werkomgeving, zeg maar een nieuwe sociale setting, overal observeer ik mijn omgeving. Zonder haperen zit ik te tellen en te vergelijken. Als een postsorteerder vul ik vakken, als sjoelstenen ketsen mijn hersens de gedachten in de gaten.

Lees verder

De Melkhut

In de tijd dat paard Foekje nog in een grazige weide bij Lute en Monica aan de Groningerweg stond, vlak naast Sigrid Smeenge, met wie Foekje nog heel lang een zeer speciale band onderhield, getuige het luide gehinnik als we er met de kar voorbij reden, waarbij Foekje soms zelfs de puberale aanvechting had om ongestuurd linksaf te slaan, een jaar of zes geleden, passeerde ik dagelijks een woonhuisloze tuin aan de Vijverbrinkenweg. Aan het hek bungelde een bordje met woorden als ‘welkom’ of ‘vrije toegang’.

Lees verder

Hedendaagse geschiedenis

Een roerig avondje was het destijds op 4 maart 2003 in zaal Zwols. Wethouder Bouwers (what’s in a name) werd fier gesteund & liefdevol gesouffleerd door een aller-charmantste mevrouw van BügelHajema Adviseurs, die, als een blindengeleidehond haar baasje over drempels leidend, de wethouder hielp de plannen struikelvrij te ontvouwen die na 6 jaar hun ‘definitieve’ vorm zouden krijgen. Maar ja, voor een enkele wethouder is definitief wat vormvast is bij waterijs in een kinderhand op de langste dag.

Lees verder

Old papier

Slien hef een alleraordigste vörm van inburgeren, een cursus zu’k ’t niet willen numen, mar een ritueel is het wis. De ienige veurwaarde veur deelnaome an dit ritueel is daj kroost veur de basisschoel moet anlevern. Is dat het geval, dan muj met, dan woj twie maol per jaor oetneudigd old papier met te helpen inzameln. Mien allereerste keer was halverwege de jaoren negentig.

Lees verder

Bovag voor beesten

Dankzij een doelmatige lobby van de automobielindustrie en de krakkemikkige staat van de vroegere auto werd ooit de ‘beurt’ geïntroduceerd; om de zoveel tijd of kilometers doorsmeren, nakijken en factureren.

Lees verder

Mollen

De dood is overal. Ook op een camping. Net onder het gras. Een strakke klem heeft zijn werk gedaan. Met een mix van schroom en trots bekijk ik het zachte velletje, de bleke neus en de voorpoten, ik zou bijna voetjes zeggen.

‘Boer Klaas,’ hoor ik een heldere stem van een zesjarige naast me, ‘wat heb je daar?’

Ik toon de dode mol.

‘Dood?’

‘Als een pier.’

‘Mag ik hem voelen?’

Terwijl ik de ingedeukte ribbenkast met mijn hand bedek, laat ik Splinter de mol zien.

‘Mag ik ‘m?’

Uit mijn eigen jeugd herinner ik me de wens dode dieren aan te raken.

‘Nee, maar je mag hem wel aaien,’ en ik strek mijn hand uit naar Splinter, die inmiddels gezelschap heeft gekregen van zijn zus, Vlinder. Nieuwsgierige blikken. Onderzoekend.

Normaal gesproken kieper ik dode mollen over de heg, maar deze keer niet.

Verontwaardiging wanneer ik het dode beestje in de groene container gooi.

Lees verder

Paardenkar

Vooral ’s zomers maak ik ritjes met de paardenkar. Kamperende gasten achterop, de kinderen beurtelings naast me op de bok en vaak buurman Jo erbij.

Lees verder

Fietsen en vissen

Bij een viswater word ik aangeroepen: ‘Meneer, kunt u me helpen een vis aan de haak te doen?’ Ik begrijp hem niet onmiddellijk. Aan de haak? Van de haak, zal hij bedoelen en ik zie al een hulpeloze vissenlip, als een kinderteen in de fietsketting. Maar nee, de jongen, ik schat 11, 12 jaar, houdt een ankervormige haak omhoog in zijn ene en een spartelend visje in zijn andere hand. ‘Om op snoeken te vissen,’ legt hij uit. ‘Moet dat er levend of dood aan?’ vraag ik. ‘Dood, denk ik,’zegt hij aarzelend, hij weet het echt niet. Als ik het visje aanpak, ontglipt het me. Het ligt bloepend tussen de grasstengels. Het probeert zich even te verschuilen onder een weegbreeparaplu.

Lees verder

Zondagochtendwandeling

Zondagmorgen: passiemuziek en een mooie wandeling. Start bij de Sleense Joffers. Westwaarts langs stroompje. Voor de eerste waterkering overdenk ik buurman Jo’s woorden, nadat ik hem vertelde dat we naar Emmen, zeg maar noordoost-Sleen, gaan verhuizen: Emmen zou de duurste gemeente van Nederland zijn. Ik heb het uitgezocht. Tot nu toe keek ik niet naar belastingformulieren, de keizer krijgt wat des keizers is. Ik moet Jo gelijk geven. Vergeleken met Coevorden is de onroerendgoedbelasting in Emmen enkele malen hoger. Je kan het natuurlijk ook omdraaien….

Lees verder