Erfenis

Ruim dertig jaar geleden schreef ik in een larmoyante bui het gedicht ‘Erfenis’. Ik herinner me nog dat ik indertijd over de titel twijfelde: moest het dement zijn? Het werd dus ‘erfenis’. Hoe staat het met de voorspelling dat ik eind zestig dementerend ben? Goed. Ik ben niet dement, laat staan mateloos, maar vergeetachtigheid sluipt naar binnen als twijfel in een voorganger van de Lutherse kerk.

Mijn aandacht wordt getrokken als ik Gutmenschen als breinenprof Erik Scherder, fitnessgoeroe Arie Boomsma hoor redekavelen over het nut van doelen stellen: bewegen door dagelijks twintig kilometer te fietsen en op je tenen de trap op te lopen, gezond eten, alcohol matigen, mensen buiten je bubbel ontmoeten, je hersens trainen door bij het koor alle teksten uit het hoofd te leren, dagelijks in negen talen van één tot tien te tellen, een nieuwe taal leren en wekelijks enkele boeken lezen: alles gericht op het buiten de deur houden van geestelijk of lichamelijk dichtslibben.

En, hoe zit ik erbij? Niet vlekkeloos of ongeschonden, maar dementerend? Nee. Niets verontrustends. Of toch wat haarscheurtjes? De laatste maand vertoonde een dip.

  • Ien: Ik was op een middag met iemand Whatsappend vergeten dat ik hem die ochtend nog had gesproken.
  • Twa: Ik was het vuilstortpasje kwijtgeraakt.
  • Trije: Eén keer kon ik me de inlogcode van de bank niet herinneren.
  • Fjouwer: Een keer had ik het pasje voor de toegangspoort van de kampeervereniging verloren. Uit de hand geglipt, maar teruggevonden door mijn lief.
  • Fiif: bij complexe kruisingen met dubbele rijbanen, parallelle fietspaden, onoverzichtelijke taxi-, bus- en invoegstroken en paddenoversteekplaatsen, kost het me, aan het eind van een inspannend fietsritje, door regen en harde oostenwind versteend tot op het bot en een beslagen bril, soms wat meer tijd veilig over te steken.

Vijf ongeregeldheden in vier weken. Bekomen van de eerste schrik neem ik me voor meer tijd te nemen voor het inslijpen van rituele handelingen. De mobiele telefoon biedt uitkomst met aan niet bestaande persoonsnamen in het 06-register inloggegevens te koppelen. Eureka.

JOURNAAL WEEK 47

ZA Bij de prijsuitreiking van de Haide Bliksem Award op het Groninger festival in Hoogezand wordt champ geschonken voor winnaar, Grunnfluencer Johannes Peetsma alias TikTokTammo en tien glazen voor wie maar wil. De aarzeling in het publiek om een gratis glaasje te halen, zal ik, inhalige, dorstige, assertieve Fries, nooit begrijpen.

ZO Een schitterende film is ‘Das Lehrerzimmer’, over een Duitse school waar een leerling en een moeder van diefstal worden verdacht. De school, een miniatuurmaatschappij, een microkosmos, staat voor een raadsel. Argwaan, achterdocht, onzekerheid over een juiste aanpak, een sterk gevoel voor scholierenrechten met een zelfstandig opererende schoolkrant, zinderen door de film. Centraal staat een hyperactieve klas met een eigen dynamiek. De groep is zich bewust van zijn macht. Naast de klas domineert de ruimte van de leraarskamer met zijn postvakken, oude koffiemokken, printer, afgeladen tafels en heen en weer lopende leerkrachten, van wie sommigen elkaar met de achternaam aanspreken. Opvallend ook is dat de lerarenvergadering, anders dan in de meeste scholen voor voortgezet onderwijs in Nederland, wordt bijgewoond door klassenvertegenwoordigers. Wat doet de school goed en wat fout is een vraag die alle bioscoopbezoekers, voor 90 % werkzaam in het onderwijs, op de lippen ligt. Mentor Carla speelt de hoofdrol: een jonge, wat naïeve, betrokken docent met een groot hart en geweten maar weinig ervaring, die niet van ophouden weet. Wat volgt: ruzies, discussies en leerlingenverzet.

MA Das Lehrerzimmer katapulteert me naar mijn oude school. Niet naar de leraarskamer maar naar mijn mentorklas. 1991. De Dissel verhuist van Angelslo naar het centrum. We organiseren een mooi afscheidsfeest. Elke klas levert een bijdrage. Als mentor en leraar Nederlands daag ik mijn klas graag uit en de klas mij. Zo laat ik mij verleiden tot een hardloopwedstrijd op de atletiekbaan tegen Arno Kok, de latere spits van WKE. Arno wint op tienden van seconden. De jongens uit 3A stellen een modeshow voor. Waarom niet, is mijn wijze reactie. In de volgende mentorles wordt mij gevraagd ook mee te doen. Why not, denk ik. Als Maarten ’t Hart zich in vrouwenkleren kan hullen, dan ik ook. Na wat rondvragen in de leraarskamer krijg ik van Tineke een rood leren minirokje aangeboden. Dan nog een hemdje, kralen, pruik en witte stola. En een panty met verticale rode strepen van een collega, ik meen uit de natte hoek, die zich ’s weekends in travestie in Emmens night life stort. De catwalk is breed genoeg en ik red de twee passages zonder gestruikel op de van Henny geleende stiletto’s. Ik voel me op mijn gemak en ga langzamer en uitdagender lopen. Ik herinner me aanwijzingen van Gerda: ‘Je biceps vooral niet aanspannen en draai je voeten ietsje naar buiten, schuin voor elkaar en maak geen olifantspassen.’ De volgende mentorles wordt een feestje.

DI Een reis door de Groningse en Nedersaksische orgeltuin’ is een prachtig standaardwerk voor de beginnende orgelliefhebber. Het bevat een duidelijke theorie over hoe orgels werken, verschillende soorten en een mooi overzicht in een orgelvlekkenkaart van de orgels in Groningen en Noord-Duitsland, met de nadruk op meesterbouwer Schnitger en minder op Hinsz. Daarnaast zijn er enkele ‘orgelroutes in Nedersaksen’ opgenomen. En, nooit weg, een begrippenlijst en een lijst informatieve websites.

WO na afronding van een e-learning module word ik aangesteld als BTBATKV (Bijzonder Tijdelijk Bezoldigd Ambtenaar Tweede Kamer-Verkiezingen). Naast assisteren bij het vlot laten verlopen van de verkiezingen stel ik me ten doel na te gaan of er fraudemogelijkheden zijn voor officials. Tegen elven arriveer ik in de Oosterparkwijk bij één van de 9.831 Nederlandse stembureaus. Er zijn zeven medewerkers, vier vrouwen en drie mannen (waaronder twee studenten, een hoge ambtenaar, een zorgmedewerker, een oud-docent en een jurist), allen maatschappelijk-betrokken. Wel zelf even een boterhammetje meenemen. We vangen per persoon € 190,- de voorzitter € 290,-. Anders dan drie jaar geleden in Emmen zijn er twee lange pauzes van 3,5 uur. Het uurloon is dus zo’n € 20,-. Netto. Wat ook anders is: de telprocedure, niet meer een middernachtelijke exercitie op persoon maar slechts op partij. Ik zie een ingenieus, duidelijk telsysteem met vier tellers, een uitgever en een turver. En één opruimer. De blanco en ongeldige badhanddoekgrote stembiljetten worden door de voorzitter en de vice- , gecheckt. De organisatie grenst aan perfectie. De stembureaubemensing werkt als een goed team, met plezier, discipline en vaardigheid. In veertien uur passeren zo’n 725 stemmers. Om 23.00 uur is de klus af. De procedures zijn waterdicht. Eén stemmer komt kijken bij het tellen.

Journaal week 45

MA Muziek, het klinkt als muziek in mijn oren als Google op maandag meldt: het weekrapport schermtijd is ’19 minuten minder dan het daggemiddelde van vorige week’. Less is more. Maandag is mijn A-kwartierochtend. Sinds mijn komst naar Groningen wil ik mijn omgeving leren kennen. Ik beschrijf straten (rubriek straat-in-beeld) en interview zgn. stamgasten. Beide zeswekelijks. Tien achter de rug. Heerlijke klussen. Dan een bestuursvergadering, een geveltuinjuryfeestje in de Wolthoorn, de columnisten bij elkaar houden en meer. In week 21 noteerde ik 20,5 uur activiteiten voor de wijk. Het moet niet gekker worden. Als bestuurslid van buurtvereniging A-Kwartier word je uitgenodigd voor minisymposium binnenstadsinrichting, paneldiscussies onderhoud- en groenvoorziening en meer.

DI Krompraterij bij het Journaal en Nieuwsuur. De laatste tijd hoor je op televisie vaak kromme praat. De journaaltaal is onderhevig aan corrosie. In plaats van: ‘Wij gaan over naar het weer met Peter Munneke’ zegt Simone Wijnans ‘Gaan wij over naar Peter Munneke.’ Kijken we nu naar onze verslaggever in Gaza i.p.v. Wij gaan nu kijken naar onze verslaggever in Gaza. Foutieve inversie? ‘Dan’  wegegelaten? ‘Dan gaan we nu …’ Onze Taal vindt het acceptabele spreektaal.

WO Schier. Met openbaar vervoer naar vrienden op Schier. Een uurtje bussen, drie kwartieren boten. We laten Clio thuis hoewel ze klaar staat. Weer zijn we onder de indruk van het bijzonder goede O.V. op het platte land. Bijna elke passagier groet de chauffeur en bedankt haar bij uitstappen. Op Schier overal nieuwsgierige fazantenmannen die ons in de smiezen houden. Culinair wandelen is een paradoxale contradictio in terminis.

DO Zoon I woont tijdelijk thuis. Volle wasmanden dankzij groepswas volleybalteam. Lege koelkast. We mogen meedenken met huis ver- en aankoop, herstelplan. Zoon II wordt ZZP’er. We praten over het leven & pensioenvoorzieningen. Ik leer hoe je van een Worddoc een PDF of een JPG’tje maakt. Beiden, als je e-learning erbij rekent,  onderwijsmannen en zoon II met technisch-creatieve inslag. Hoe zou dat nou komen? Golden times.

VR Sinds twee jaren doen we mee aan wat ik tot daarvoor de onbewezeneffect-griepprikflauwekul noemde die met € 14,01 per spuit de huisartskas spekt. Huisartsstagiair heeft maar twee centimeter opgeschort hemd nodig om ‘m erin te jassen en hoeft, wel even efficiënt blijven, hè, namen niet te weten.

ZA Ergens in Warffum, Pieterburen of Baflo wielrennend lees ik het Groningse woord ‘Keroazie’ op een thuiszorggevel en mijn aangeboren taalgevoel dicteert dat het Gronings voor ‘corrosie’ is. Maar K. ter Laan (Nieuw Groninger Woordenboek, maar zonder Nederlands – Gronings) corrigeert me: moed, dartelheid, brooddronkenheid.

ZO Het GrootKoor, met onder de tenoren drie vrouwen, stoomt op naar kerst. Vier fanatieke tenoren worden ook ingezet bij concert in Assen. Wat verheug ik me op drie concerten in Assen, Amsterdam en Groningen en twee repetities. We lopen weg met de dirigente. Wat een stem. Wat een vrouw. Wat een lijf.

Journaal week 44

MA Mijn streven wekelijks een Maarten ’t Hart te herlezen houdt stand. Ik houd zelfs, facebook- en twitterloos, tijd over. Sommige boeken herinner ik me goed. Andere nauwelijks. Een enkel helemaal niet. Deze week twee films gezien met schitterende hoofdrollen voor kinderen: Wintervacht: ontroerend, krachtig en Het Smelt: wreed, dramatisch. Beide bieden stof tot nadenken en napraten.

DI Verkiezingen I D66 en GroenLinks, dicteert mijn stemwijzer mij, maar had ik een jaar geleden niet beloofd tenminste één keer te stemmen op Omtzigts NSC? Ja. Verkiezingen II Ik doorsta de selectie en word benoemd tot stembureaumedewerker, nu in de Oosterparkwijk. Ik neem me voor weer een onderzoek te gaan doen naar mogelijkheden als official te frauderen.

WO Denk na over de traditionele kerstkaart. De discussie of we een kaart gaan versturen blijft dit jaar achterwege, daarvoor is de traditie te leuk. Wel zien we een terugloop in kaartmakers. Er kwamen vorig jaar zelfs, hopelijk goed bedoelde, wensen binnen via mail en, aaarrgghhh, Whatsapp. Inhoudelijk wordt het ook lastig, probeer maar eens wat humor en het Midden Oosten te combineren. Het Gronings gaat me redden.

DO Aan de snelweg bij Marum heeft een wakker mens omgekeerde vlaggen met tiewraps bij elkaar gebonden en gecastreerd. Mij bereikt de vraag of ik ervan weet. Jazeker! Ik lees Meino Smit: Naar duurzame landbouw. Wat een verstandige boer.

VR Eind oktober 2022 schrijf ik een jaar geen kleding te kopen. Als ik dat trots aan een goede kameraad vertel zegt die: ‘Maar Klaas, dat doe ik al tien jaar.’ Hoe is het mij vergaan? Nou, easypeasy, gelukt. Ik heb geen kleding gekocht en vind het eenvoudig. De Groningse Schaar heb ik enkele keren bezocht met een kledingherstelverzoek: een fietsjasje krijgt een nieuwe rits (€ 35,-), een jas wordt van een nieuwe zak voorzien (€ 25,-) en een lange broek gepimpt (€ 18,-). Ik koester versleten kragen en rafelige mouwuiteinden. Op 1 november gaan we shoppen: ik kom thuis met twee nieuwe witte hemden van de HEMA met V-hals. Klein en groot geluk samen.

ZA In januari ’24 organiseert de buurtvereniging een pubquiz. In onze minibieb ligt, toeval, ter voorbereiding,  ’De grote algemeneontwikkelingstest’ in 1001 vragen. Per dag drie pagina’s doorworstelen, denk ik.

ZO Op een leuke middag in Leens met nieuwe vriendin C komt het woord nederig voorbij. Wanneer voel je je nederig? Vandaag. Zondag, 13.00 uur, net terug van een ritje met SpaakMasters, de rit heette Werken naar Loon. Knap gevonden van road captain Bart. Windkracht vier in Stad, daarbuiten aanwakkerend tot vijf. Toch nog 27,9 gemiddeld. En dat 61 kms. Dat ik mijn kopwerk tegen de wind tot een minimum beperk begrijpt iedereen, ik ben de oudste. Maar ook voor de wind moet ik lossen en laat me lekker opsluiten in het pelotonnetje, ‘Klaas, zit je stuk?’ horend. Voor het eerst. Ik zoek naar oorzaken. Wintertijd? De inmiddels toch weer dagelijkse 500 CC Veltins of Leffe Blond? Naweeën van verkoudheid van twee weken geleden? Ik besluit te stoppen met suiker in de koffie en te streven naar een felgroen BMI van 21,7 i.p.v. een vaalgroen 22.9.

Journaal week 36: hopen, fietsen, vallen, kijken, overwegen

Je leest wel eens van bezorgde gasten die de boeren willen helpen uit hun negatieve spiraal te klauteren en de  door de boer omgekeerde vlaggen weer recht hangen. In het Groningse Niezijl is een crowdfundingactie gestart voor woningaanpassing voor een vrouw. Zij was van zes meter hoogte uit de bek van een verreiker gevallen toen ze bezig was een vlag omgekeerd op te hangen. Ik hoop dat ze het uit vrije wil deed en dat de boer het haar sterk had afgeraden.

linosnede van Rob van Eek

Het is warm als ik met krachtpatser Mark die ik in gedachten Bouke noem ga fietsen. Het is 30°. Ideale omstandigheden. Voor vertrek houd ik me voor dat dit misschien de laatste keer is om ons record uit 2022 van 31,4 te verbeteren. Buiten de stadsgrens komt het doel snel dichterbij. Met lichte tegenwind rijden we richting Slochteren tussen de 32 en 35. Ik voel me goed, krachtig en verheug me op het voordewindstuk. Het record breken zit in de lucht. Op de fietspaden is het rustig. Dan een betonnen pad. Smaller. Er is gemaaid. We rijden 35. Als ik iets naar rechts zwenk raak ik van de weg. Geen hectometerpaaltje, boomstronk of betonblok maar hooi. Enigszins duizelig lig ik in de berm. Niets geraakt. Niets gebroken, voel ik. Een flinke schaafwond op de schouder en een gevoelig scheenbeen. Ik vloek. M. komt kijken. Opgelucht lachen we en praten over valpartijen in de grote Franse koers waarin vallen en opstaan dagelijkse kost is. M’n Giant TCR is schadevrij. Enkel de ketting van de derailleur. We vervolgen onze route en maken weer lekker vaart. Een record zit er niet meer in, het wordt 30/u. In De Groeve, what’s in a name, rijd ik plat op een scherpe steen, maar blijf net overeind. In de hulpauto huiswaarts besluit ik dat het mooi is geweest met de recordjacht en verlang alweer naar rustig solorijden en lekker toeren met de Mastersgroep van Spaak op zondagmorgen.

Met Quirinne, by far de interessantste vrouw van de cursus Gronings [zij laveerde van juridisch fiscalist aan de Zuidas via lipstickinkoper bij de Bijenkorf naar grassoortenexpert bij Natuurmonumenten], ga ik naar borg Verhildersum in Leens. De naam Ede Staal trekt. In de expositieruimte liggen virtualrealitybrillen. Moeilijk. We zien oude foto’s van een klompendrager die muziek maakt in zijn moerstaal. Liedteksten aan de wand die we meezingen en neuriën. Ik voel verwantschap met de plattelandsjongen Staal die ook leraar was. Beiden hadden we  geiten. Q. en ik praten na over de cursus Gronings en het groepsproces met vier mannen en dertien vrouwen. In de fruitboomgaard denk ik dronken schapen te zien, ik zie lome bewegingen, dromerige ogen en belletjes uit malende bekken. Natuurmens Q. corrigeert me: ‘Het fruit is nog niet rot en bevat geen alcohol.’ We gaan ons te buiten aan rijpe, rode pruimen. Mooier dan de borg met de siertuinen, het arbeidershuisje, de sympa vrijwilligers, en de twee koetshuizen zijn twee duiventillen buiten dienst: één heel grote op stenen poeren en één die boven de toegangsweg staat: wit, smal, langgerekt, hoog, supermooie belijning. Heel even overweeg ik me aan te bieden om er een sierduivenpopulatie te onderhouden. Bij de lunch bespreken we de staat van de wereld en of redding nog mogelijk is.

Journaal week 33

Scheepswerf Wolthuis in Sappemeer lijkt model te hebben gestaan voor ‘De nieuwe man’ van Thomas Roosenboom, het meesterlijke verhaal van de ondergang van een scheepsbouwer aan het Winschoterdiep. Doe je ogen even dicht en denk aan doener en denker Berend Bepol. Hij gaat ondanks zijn filosofisch onderbouwde goede bedoelingen ten onder. Wat een ellende. Wat een tegenspoed. En dat wordt niet minder als zijn beste knecht Niesten zijn dochter trouwt. Scheepswerf Wolthuis, bijna gesneefd ten gevolge van de demping van het Winschoterdiep in de jaren 70 en 80 van de vorige eeuw, maakt alles begrijpelijk. Dankzij Wolthuis, wiens huis op de museumwerf staat, kunnen we de klinknagels en de schuivende stalen platen nog horen. Doe de ogen maar weer open. Eerst de werf, dan het boek. Of omgekeerd.

Peter Middendorp V: ‘Eerst had ik een leuke vriendin’. De auteur reist door Nederland als ‘Binnenlandse Kosmopoliet’ en beschrijft als een journalist in zijn nadagen mensen en situaties in Rotterdam, Groningen, Heerlen. Niets bijzonders.

Extinction Rebellion organiseert cursussen, lokale actietraining, voor deelnemers aan de te organiseren protestacties. Potentiële deelnemers wordt geleerd hoe zich te gedragen indien de politie om de hoek komt kijken. Ik ken inmiddels drie gasten, allen vrouw, die mee willen doen met de rebellie.

Van wappies via topsporters naar hoogleraren. In Nederland zijn een kleine 10.000 zgn. autonomen of soevereinen. Een soort wappies die zich, ingefluisterd door bedenkelijke juristen en influencers, onttrekken aan maatschappelijke en financiële verplichtingen. Ze betalen geen belastingen en geen zorgkosten. Ze vergeten dat ze gebruik maken van allerlei voorzieningen die geld kosten. De vraagt komt op wat het verschil is tussen belastingontduikers en -ontwijkers als pseudo-Monegasken Max Verstappen, Bouke Mollema en andere soeverein en autonoom in Monaco gevestigde sporthelden. En hoe verhouden de autonomen/soevereinen zich tot het feit dat driekwart van de hoogleraren belasting- en ondernemingsrecht adviseursbanen heeft bij (internationale) Zuidasbedrijven zodat Nederland als belastingparadijs in stand blijft. Hoogopgeleide jongens die een fuck-you tegen de belastingmoraal zeggen. Hoe je de wetenschap waardenvrij houdt door èn in staatsadviescommissies te zitten en als graaiende boeren bedrijven uit de fiscale wind te houden? Maar goed dat er nog Jan Vleggeerts zijn om deze belangenverstrengeling aan de kaak te stellen.

Journaal week 32

Toyisten: Waarom Toyisme-oprichter Dejo alleen met een masker gefotografeerd wil worden? Niet de kunstenaar maar de kunst is belangrijk, vandaar de maskers en de pseudoniemen. Het Toyisme zetelt in Zuidlaren op het GGZ-terrein. Opgericht in Emmen met daarna vestigingen in Groningen en Eelde. Het gaat om een internationale groep (van maximaal 26, nu 20) kunstenaars die werken volgens een manifest. Kenmerkende elementen van het Toyisme: felle (acryl)kleuren, symboliek, figuratie. Er wordt gewerkt aan eigen en aan gemeenschappelijk werk. Grote werken: de gasbol en de gevel van hotel Ten Cate in Emmen.

SpaakMasters I: We zijn met zijn drieën. De watjes van de rubbertegelgeneratie blijven thuis. Twee krachtpatsers rijden voor me. Begindertigers. Vrolijke koppen. Spierbundels verpakt in soepele schoonheid. Op de kuiten zie ik verticale tapestrepen als van zebra’s of steenbokken. Strakke spieren als Scania-spanbanden. Op het keerpunt bij Pieterburen wacht de tegenwind op ons. ‘Meiden, waarom starten we voor de wind?’ vraag ik onzeker. ‘Ach ja, die tegenwind, daar hebben we jou toch voor straks.’ Ik knijp ‘m. Had ik me vooraf  maar stil gehouden en niet opgeschept over die armetierige winterfietselfstedentocht die vergeleken met ‘Bartje’ peanuts is. Els lacht minzaam. Djoeke pakt uit met haar Bartje-erxperience: een MTB-tocht van 200 kms in Drenthe. Rul zand.  Modderpoelen. artificiële taluds over glibberige hunebedden. Barrages van ontwortelde sparren. Ravitaillering met slootwater. Overhangende takken. Landbouwweggetjes met rottend bietenloof. Giertanksporen van snotapen zonder tractorrijbewijs maar met omgekeerde vlag. Bij Zuurdijk probeer ik deemoedig vijf minuten de kop te doen als een onderdanige horige boer die buigt voor twee superieure kasteelvrouwen. Lachend nemen ze het van me over. Het gaat niet om snelheid maar wat een mooie zondag met 28,5. Vrouwen: bedankt.

 Peter Middendorp III: De dood en de gladiolen. Ik ben bezig Middendorpfan te worden. Liefdevol, kritisch, humoristisch, eerlijk, betrokken beschrijft M het eerste jaar in de eredivisie van FC Emmen. Wat een goede schrijver.

Vlaggen: was het de boer of de boerin? De kinderen en buren hebben er nu wel genoeg van, de omgekeerde vlaggen moeten verdwijnen. Soms is het lastig je te bevrijden uit een permanent neerwaarts draaiende spiraal en is hulp geboden. Oude lagereschoolkameraden zoeken contact met mij en willen hun verhaal kwijt over omgekeerdevlagacties. Ik heb interesse en aarzeling.

Vaarrecreatie Groningen II: Omdat brugwachters niet graag geïnterviewd worden loop ik door naar een kapitein verderop. Geen vaarwegenbelasting. Geen APK. Een vaarbewijs is niet nodig. Verplichte verzekering: nope. Liggeld: een schijntje, ongeveer eenderde van camping Stadspark. Elektrische of hybride motoren: nee. Ook deze kapitein loost de zwartwatertank, mooi woord voor poep- (eenvoudig woord voor fekaliën)doos op oppervlaktewater en geeft als wisselgeld het water een shotje E.coli. Zonder toiletpapier, dat dan weer wel.

Stembureaumedewerker: Grijp je kans en word stembureaumedewerker. Helaas kun je je niet enkel als teller aanmelden die alleen ’s avonds in actie komt. Het wordt dus een lange dag van 06.45 – 23.00 uur. Maar als Ina Brouwer (1950) kamerlid wil worden dan kan ik als 70-minner wel een dagje democratieondersteuner worden. https://www.mijnstembureau-groningen.nl/.

Peter Middendorp IV: Met de kennis van nu; stemwijzer voor Nederland. Columns over politiek Den Haag uit 2009/2010. Lachwekkende situaties. Namen als Hero Brinkman, Ferry Mingele, Peter-J. Balkenende, Maxime Verhagen, Lucille Werner, Wouter Bos, Diederik Samsom, Mei Li Vos. Scherpe observaties.

Spaakmasters II: Deze week veertien deelnemers. De econoom bepaalt de route. Heenreis tegen de wind en terug voor. Het wordt Norg, Westerveld, die contreien. Een rustig, saai ritje met 27,9 gemiddeld. Ik ben de oudste en wil graag kopwerk doen en deze keer lukt me dat ook. Gemakkelijk. Als we een banaantje kanen hoor ik dat we heen voor de wind reden. Gek. Dankzij mijn spiegeltje in de linkerbeugel zie ik dat achteraan plat wordt gereden. Twee keer zelfs. De econoom legt uit dat inflatie beter niet met gelijke loonsverhoging wordt bestreden.

Journaal week 31

Ella de Ronde: Beeldend kunstenaar Ella de Ronde schildert de Bocht van Ameland aan Hoge der A, in Groningen wel ‘parel van de stad’ genoemd. De Ronde studeerde af aan de Klassieke Academie in Groningen. Zij is vanaf nu drie maandagen van 13.00 – 18.00 uur te vinden op de vakantiemarkt in Veendam, kijk uit naar donkere tuktuk.

Land van Ons: omgekeerde vlaggen recht hangen prima, maar lid worden van de coöperatie ‘Land van Ons’ zet misschien meer zoden aan de dijk. Voor € 20,- per jaar word je lid en gelijk eigenaar van een stukje grond. Land van Ons koopt grond en verpacht het aan bioboeren. Dus geen kunstmest, Farmers Defence Force of  pesticiden maar werken aan kringlooplandbouw met kruidenrijk grasland, gemengde bedrijven met wisselteelt met boekweit, huttentut (jaja!), vlas en rogge. Ook ideaal voor een natuurinclusief cadeau aan (klein)kind.

Peter Middendorp I: ‘Jij bent van Mij’ herlezend kom ik er (weer) achter dat Middendorp een schrijver van grote klasse is, een topstilist en anders dan Peter 2 (Buwalda), zeer leesbaar. De schrijver verplaatst zich in de Friese boer die een meisje in de buurt vermoordt. De schuld wordt eerst bij bewoners van een nabij asielzoekerscentrum gelegd. Dertien jaar na de  moord wordt de boer na DNA-onderzoek aangehouden. Als kind van de streek kan ik niet ophouden met lezen.

Marum: Noem Marum en je ziet een oneindig lijkende serie omgekeerde vlaggen langs de A7. Sommige boeren raken verstrikt in idee-fixes van Farmers Defence Force-menners en vergeten zelfstandig te denken en bij zinnen te komen. Iedereen weet dat uit vastgeroeste neerwaarts draaiende denkspiralen komen lastig is. Alle hierbij benodigde hulp is welkom.

Peter Middendorp II: Na ‘Jij bent van mij’ herlees ik ook ‘Vertrouwd voordelig’. Dit boek speelt zich af in Emmen. Ook deze streek ken ik als mijn broekzak. Het is een heerlijk openhartig boek over een Blokkerwinkelierszoon. De auteur spaart de kool en de geit niet en juist dat maakt het tot een (nee, geen meesterwerk noemen) supergoed boek dat in een uur of vier te lezen is.

Zeiler Hoge der A: openhartig vertelt de jonge (zee)zeiler dat niet alles goud is dat hier blinkt. Groningen verwelkomt recreatieboten die in de stad voor een habbekrats mogen aanleggen en maakt zo de binnenstad tot een drijvende camping. Van deze deelnemer aan de nog wat achterlijke watersportindustrie begrijpen we dat toilettanks leegflikkeren in oppervlaktewater, wellicht gedoogd door gemeentelijke toezichthouders, nog ‘common practice’ is. Dus in het recreatieve segment van de rijkste verblijvers in Stad, die al vrijgesteld zijn van APK, vaarwegenbelasting, verzekeringsplicht en die berucht zijn vanwege de grote aantallen weesboten in achterafvaarten is poep (booteigenaren spreken graag van fecaliën)  omtoveren in visvoer usance.

Oosterparkwijk: wat hipper worden wil de Oosterparkwijk. Daartoe is een hele kluit muur/wandschilders aangezocht die overal wonderschone afbeeldingen op muren plaatsen met hulp van hoogwerkers. Georganiseerd door Writer’s Block Murals. Azing griever, Klaas Nuninga, Tonnie van Leeuwen en Pietje Fransen worden ingeruild voor street art….

Spaak Masters fysio/masseur en economen-kletsica

‘Meer water drinken, geen geraffineerde suikers, geen alcohol, minder vetten, gewoon je leefstijl aanscherpen.’ Deze fysio doet meer dan symptoombestrijding terwijl ze, me de tranen in mijn ogen masserend, wijst op noodzakelijke leefstijlverbetering. De massage, een nieuw achterwiel, tubeless voorband en een fanatieke kopman brengen me tot 31,6 gemiddeld tot en met het Stadspark en dankzij het drukke verkeer in Stad tot 30,6 bij de voordeur. Groningen bedankt.

Wat betekent het dat van de trits Minister van Financiën, President van de Nederlandse Bank en Minister van Economische zaken maar één economie studeerde en de andere twee filologie en bestuurskunde?

Onze road captain bij Spaak Masters op zondagmorgen is een econoom, een hoogleraar nog wel. Graag hoor ik hem zo tussen Loppersum en Oosterwijtwerd even uit over hoe we de inflatie het best tackelen, of Kaag, Jetten en Knot aan de juiste touwen trekken, wat de langetermijneffecten zijn van de Brexit op de effectenhandel vanuit een Aziatisch perspectief en waarom belastingontduiking door particuliere B.V.’s niet hard wordt aangepakt. Op de route van Heidenschap via Lageland naar Schaaphok, net voor Schildwolde, denk ik na over zijn visies. Als het lastig wordt zegt-ie vaak: ‘Ja, maar dat is politiek, hè,’ en zet nog even aan voor een plaatsnaambordje van een Oost-Groningse parel met gestutte voorgevels.

Als vijftienjarige koos ik economie als examenvak en verwachtte een tamelijk exact vak. Niets was minder waar. Docent Reinders praatte ons bij. Keynes, lang aanbeden vanwege zijn werkgelegenheidsdenken werd verguisd als later Freud in de psychiatrie. Wetenschappen die erin slagen in een halve eeuw kernwaarden diametraal om te draaien moet je met een korrel zout nemen natuurlijk. Als zoon van een AA-accountant, en broer van vier die het allemaal in de cijfers, bedrijven, industrieën,  industrietjes en economische onderwijswetmatigheden – kennisoverdracht hoort bij Van der Meulens als biologisch boeren bij Land van Ons – zoeken, is twijfelen een tweede natuur geworden. Die wordt versterkt door praattafeleconomen als RABO-vazal Barbara Baarsma die lijnrecht staat tegenover CPB-directeur Hasekamp waar het gaat om de vraag of arbeidsmigratie zinnig is.

Zoals in televisieprogramma’s leken het in enkele maanden tijds kunnen schoppen tot dirigent van een symfonieorkest, volwaardig onderdeel van de commandotroepen, zo leerden Kaag en Jetten (en Yesilgöz als non-jurist bij justitie) in geen tijd voorop te lopen in de troepen van economen door gewoon praktisch analytisch en scherp te denken en laten de kletsica over aan economen.

Ik ben Dennis Wiersma, racefietsspiegels, Dilan Yeşilgöz

Maandagmiddag. Mijn fietsmaat wil een stukske rond het Zuidlaardermeer jakkeren. Ik moet afzeggen want er staat een overleg met de gemeente gepland, samen met andere binnenstadswijken. Van afspraken afzeggen houd ik net zo min als Piet Adema van tegenwicht geven aan de stikstofmaffia. De  nieuwe binnenstedelijke ontwikkelingen zijn interessant maar saai. Ik bewonder de geduldige voorzitter en droom weg naar het talud bij Loppersum, waar je die lekkere, goddelijke, gierende fluittoon hoort tussen je achterwiel en de scherp afgestelde remblokken als je met 59 naar beneden jacht. Die heerlijke pijn in mijn longen, middenrif en afgematte ziel als ik mijn fietsmaat tevergeefs probeer bij te houden. Mijn strakke bovenbenen als de sportmasseur met net iets te weinig massageolie op mijn stugge beenhaartjes niets ontziend haar gang gaat en mijn spieren kneedt als een Turkse bakker te droog brooddeeg voor de hadj. Bij de rondvraag, ver na sluitingstijd, probeert iemand de discussie nieuw leven in te blazen. Als ik haar getergd uitleg waar een rondvraag voor bedoeld is kijkt ze me verstoord aan. Godver, een denniswiersmaatje denk ik dan. Ik ben Dennis Wiersma.

Eind vorige eeuw maakte ik van nabij de discussie over tweede buitenspiegels op auto’s mee en daarna de gordelverplichtingdiscussie. Na ettelijke doden door afslaande vrachtwagens is de dodehoekspiegel verplicht. Racefietsers zijn inmiddels aan helmpjes gewend. 90 % heeft een bel. Maar een veiligheid bevorderende fatsoenlijke spiegel is een brug te ver. Inmiddels verplicht op de Speedpedelec. Het interessante, maar vreemde feit doet zich nu voor dat de conservatieve wereld van racefietsers de eenvoudige spiegel (gemonteerd in de linker beugel) overslaat en en masse overgaat op een kek kwetsbaar en duur radarsysteem dat, gemonteerd aan de zadelpen, achterop komend verkeer detecteert, en permanent rood knippert als een bordeel-w.c.-raampje met stroomstoring. In fietsadvertenties en in geschorenbenenbijeenkomsten heet het racefietsstuur al cockpit, hahaha.

De tweede VVD’er voor wie ik mijn pet afneem, ik word met de dag milder, is Dilan Yesilgöz. Ze besluit dat politieagenten vanaf nu geen herkenbare religieuze symboliek mogen uitdragen. Dus geen keppeltjes, bungelende rozenkransen, jubeltenen in retrosandalen, kruisjes, enkelkettinkjes, maansikkels, libido killing hoofddoeken en pastafariaanse vergieten, ongewassen baarden of tonsuur. Eindelijk. Godsdiensten prima, maar achter de voordeur. Nu het onderwijs nog, denk ik erachteraan. Weg met religies in scholen. Dennis had zijn plan al klaar liggen. Auke Dennis Wiersma, jongen, we gaan je missen bro.