Waldfenster: Clio rijdt, spoort en remt lekker en zuipt niet veel. In een pension in Waldfenster lees ik in Anjet Daanjes ‘De herinnerde soldaat’. De Duitse stadjes doen me aan Drenthe denken: overal een Freiwillige Feuerwehr en mannen die verslingerd zijn aan zit- en bosmaaiers als vrouwen aan eyeliner en 12-uurs lipstick. Maar nu naar Passau en dan door naar het land van sigarettenautomaten aan de weg, Mozart, Kafka, Hitler, Klimt, Haider, Von Karajan, Graf, Lauda, Waldheim en Happel.
Passau: de Dom van Passau heeft het grootste Domorgel ter wereld en de poenigste (goudkleurige) preekstoel. De Beierse stad, met maar liefst tien partnersteden, houdt van water, bidkapelletjes – waarbij de stigmata van de gekruisigde allemaal een soort huidschimmel lijken te hebben – en fietsers. De Inn, Ilz en de Donau omklemmen bij het Dreiflüsseeck de stad als de Seine in zijn eentje het Parijse Île de la Cité. Anjet Daanje wint de Libris Literatuur Prijs met ‘Het lied van ooievaar en dromedaris’.
Schlögen: de route langs de Donau is één van de mooiste fietsroutes(*) denkbaar, zolang

Benedetto Fellin
je je niet ergert aan de automobilisten die rijden als akkerbouwers die bang zijn dat de round-up is uitverkocht bij de groothandel. Onderweg een privé Museum of Modern Art bezocht, het Schütze Museum met 52 vertegenwoordigers van het fantastisch realisme. Veel spannende (zelf)portretten. We spreken twee Zuidafrikaanse artists in residence en wijzen hen op kansen in Groningen. De Donau kleurt overal groen / bruin / grijs en nergens blauw.
Linz: Oostenrijks derde stad, een stad ter grootte van Groningen, maar de gezelligheid en levendigheid van Apeldoorn of Heerenveen. In sjieke kledingwinkels worden nog steeds afzichtelijke lederhosen verkocht. De vaste lijnen van trolleybussen en trams maken het fietsers soms o zo lastig. De route langs de Donau ernaartoe is wonderschoon. Af en toe ga je met een dieselpontje naar de overkant.
Grein: We fietsen met Noren, Fransen, Belgen, Schotten, Duitsers en een alleraardigst koppeltje uit Zwijndecht. De route naar Grein, een typisch Oostenrijks stadje aan de Donau, gaat langs Mauthausen, waar een monument en museum met bezoekerscentrum het concentratiekamp toont. De barakken, met o.a. het crematorium,
geven een onthutsend beeld van het voormalige concentratiekamp, waar 100.000 mensen van de 200.000 die er verbleven vermoord zijn, o.a. met het gas Zyklon B. Naast Mauthausen waren er in Oostenrijk nog zo’n veertig zogenaamde nevenkampen.
Melk en Krems: In Melk bezoeken we Stift Melk, een abdij met gangen van bijna 200 meter. Indrukwekkend. Klatergoud. Pompeus. Het is een frisse dag met een motregenwaas die maar niet regen wil worden. Met tegenwind kracht vier stoempen we langs de Donau. We vergapen ons aan de grote hoeveelheid door bevers aangeknaagde bomen. Achter kaap kont van vrouw I kost het fietsen me geen moeite, maar ik zweet als een paard dat op middeleeuwse hoefijzers de endurance doet. Met een Oostenrijker praten we over Steurhinterziehung of tax evasion. We hebben het over solidariteit. Saamhorigheid. Hij schaamt zich voor de zwartgeldstromen. Hij gelooft ons niet als we hem vertellen dat In Nederland 9.500.000 mensen in een maand vrijwillig hun belastingaangifte invullen. Digitaal ook nog.
Tulln: Harde wind en kou. De tocht naar Tulln is saai. Met medefietsers praten we over de opkomst van de Japanse knoop, de vochtopnamecapaciteit van nepzemen in fietsbroeken, het plan van onderwijsminister Wiersma om onvoldoendes op het vak Nederlands middelbareschooldiplomering tegen te houden, het succes van e-bikes en volksmennende populistische politici, die in no time veel volgelingen scoren, maar ook snel weer van hun voetstuk kunnen vallen. Hoe komt het dat fascistoïde politici in Oostenrijk sneller succes hebben dan in Nederland? We bezoeken een jarentachtigcafé met muziek van Supertramp en Rolling Stones en drinken er enkele retro campari’s on the rocks.
Wenen: de laatste fietsdag brengt ons naar Wenen.
(*) De Donau Radweg klettert mijn fietsroutetoptien gelijk op drie binnen na het Pieterfietserspad Maastricht/Emmen, de (winterfiets)Elfstedentocht en net voor het jaagpad Dokkum – Dokkumer Nieuwezijlen.