Rob van Dijk op de vleugel, Martin Mans op het orgel en Etty van der Mei en Nan van Groeningen beurtelings, strak in de lak, dirigerend op de bok. De kerk is met 1.200 bezoekers uitverkocht. Het circa 200-koppige koor heeft er zin in. De stemmenverhouding loopt enigszins mank. De tenoren doen verwoede pogingen de sopranen in het gelid te houden en niet met hun partij mee te gaan zingen. Het vervelende is dat mannen graag vrouwen volgen, verlokkelijk als ze op vele terreinen kunnen zijn. Bij de alten en sopranen zijn ook jonkies. Jaloers kijk ik naar jeugdige blauwe dreadlocks rechts van mij en blonde paardenstaarten bij de alten. Met Rogier, Erna en Bram, gemiddeld 57,6 jaar, zit ik bij de mannenjunioren. Denk ik. Voel ik.
Als je van kerst- en orgelmuziek houdt zit je hier goed. Mans windt er geen doekjes om, hij heeft er zin in. Als een jonge autoverkoper die de ongebreidelde powers van een Tesla showt op een weg zonder snelheidsbeperking laat hij het Agricola/Schnitger/Hinsz-orgel swingen en zingen tegelijk: muziek op zijn best. Van Dijk improviseert op de vleugel als een dribbelende Nederlandse wingback in Qatar met een vrije rol. Solist Henk Poort heeft een makkie. Hij wordt door het publiek op handen gedragen. En dan Nan en Etty die het hele boeltje regisseren en in toom houden als schoolmeesters opgewonden grut bij de Efteling. Aanmoedigen als er een gedeelte van de mannen pardoes wegvalt, en verrek, dat gebeurt! En afremmen als de vrouwen hun vocale verleidingskunsten tonen als BN’ers op rode lopers of modellen op de catwalk. Houd dan als man je rug maar eens recht, maar dat doen we.
Het repertoire is een mix van ijzersterke Christmas Carols, verantwoorde hapjes uit de klassieke wereldmuziek van Händel en Saint-Saëns en traditionals. Alles bewerkt door tovenares Etty van der Mei. De meeste melodieën zijn op ieders harde schijf geëtst als kinderliedjes en aftelrijmpjes in kinderhoofden. De bewerkingen zorgen voor de muziek, de verrassingen, soms struikelblokjes, en de sjeu die maken dat de elf Grootkoren in den lande niet over toeloop te klagen hebben. Zingen doet mensen goed. Huisartsen die tijdig de bijscholing hebben gedaan, leefstijlgoeroes en hersendokters aan televisiepraattafels beamen het.
Sopraan/dirigent Etty van der Mei bewijst wat veel bezoekers in de Martinikerk denken: getrainde solisten liever niet versterken. Etty neemt in haar eentje de echopartij van ‘Echo Carol’ voor haar rekening van achteruit de kerk. Haar wonderschone stem, loepzuiver en helder als champagneglazen uit driesterrenrestaurants, en de superieure akoestiek dragen het geluid tot onder ieders kuif. Tenor Henk Poort wordt met misschien 200 Watt versterkt, iets wat het volume wel, maar de beleving van de gevoelige trilhaartjes in de slakkenhuizen van luisteraars niet ten goede komt. Dat hij helaas ook de techniek van de handkus niet machtig is, bewijst hij door met zijn lippen Etty’s handen enkele malen te toucheren. Brrr. Rillingen gaan door de rijen.