Museum Møhlmann Appingedam Duizend Moderne Miniaturen € 6,- (museumkaart ‡ geldig)

1000 kunstwerken van 123 kunstenaars (ruim 70 mannen en ruim 50 vrouwen) zijn uitgestald in een prachtig particulier museum in Appingedam, misschien wel het mooiste onafhankelijke museum in Noord-Nederland. De muren en wanden hangen vol, er is redelijk wat publiek, maar nooit krijg je het gevoel dat het te vol is. Museum Møhlmann flikt het maar weer. Zoals Rob Møhlmann het zelf ooit flikte (tussen 1982 en 1993) om 124 schilderijen te maken in de Canto-serie, waarbij op elk schilderij het blikje van het merk Canto centraal staat. Permanent te zien in dit museum.

Peperkamp, 6 werken, waaronder Puck en Belle

Misschien had Møhlmann het aantal inzendingen per kunstenaar moeten beperken, misschien ook niet. Duizend miniaturen zijn te zien. De maximale afmeting is 14 bij 14. 123 kunstenaars hebben werk ingezonden: figuratief, realistisch werk. Het kleine formaat voorkomt te hoge prijzen, al is € 1.600,- voor een klein werk van Hofman veel geld. De ondergrens ligt ergens bij € 60,- voor een werk van De Smidt. Wat een techniek, wat een vernuft, wat een verscheidenheid. Sommige werken zijn zo klein dat de aanwezige vergrootglazen goede diensten bewijzen. De gemiddelde leeftijd van de kunstenaars is (schat ik) 60+. Dat is ook te zien. Veel portretten, bloemen, dieren (heel veel vogels natuurlijk), schelpen, peulvruchten en veel natuur. Pečenica heeft maar liefst 100 werkjes (voor zover ik me kan herinneren alle groenige landschappen in de scraperboardtechniek)

H.T.G. Wolters – Spitsmuis

ingezonden. Hier vechten de typeringen seriematige productie en oorspronkelijk werk een robbertje. 100 werken in dezelfde trant maakt de expositie niet sprankelender. In andere kunsten (muziek, literatuur) bonzen jongeren op de deur, maar hier begint de jeugd bij 30. Slechts 11 kunstenaars uit de jaren 80 en 70, de rest is allemaal ouder. Dat wreekt zich in de thematiek. De emoties zijn braaf, doorleefd en gemoedelijk, het woord ouwelijk klinkt te negatief. Weinig oppositie, boosheid, geilheid, humor, opstandigheid, gedurfdheid. Hier en daar zijn de handen van oude meesters meer dan zichtbaar,

een landschap van Verkerk

ook letterlijk de handen van docenten aan de (klassieke) academie (Van Loon) en handen van museumdirecteuren (Thijn, Møhlmann, Horneman – Ottens). Naast lithografieën en scraperboardtechniek zie ik aquarel of olieverf op paneel, koper, camembertdoosjes, doek, leisteen, karton, hout, schelpen, metaal, marmer, muizenval, gips, en dan nog driedimensionaal werk in brons, keramiek, terracotta, Belgisch hardsteen, marmer en wie weet nog meer. Ik mis het werk van twee Groninger kunstenaars die al langer klein werk maken: Gommer en Jonkman.

Wat is me bijgebleven? ‘Jongen’ van Hage, ‘Pioen’ van Van der Winkel, ‘La douce France’ van Van der Vegt, de dubbele landschappen van Verkerk, Van der Wals door merg en been gaande Groningse permafrostlandschappen, ‘Zoetigheid op kruishoogte’ van Pol, Peperkamps ‘Puck’en ‘Belle’, het kleine en fijne precisiewerk van Koetse, ‘Muis op duimstok’ van Wolters, en natuurlijk het bekende tekenwerk van Woldhek. Maar de kroon spannen Elias met ‘Bert’, Snijders met ‘Vrouw Hakkers’ en het indringende portret van een vrouw van Renting. Bij deze drie zie ik de menselijke vertwijfeling, de hapering van het leven, het ongepolijst-markante van de imperfectie, kortom de herkenbare mens.

Pol Zoetigheid op kruishoogte

Binnenkort in dit museum: De Vrouwelijke Toets, met louter vrouwelijke kunstenaars