ONE LOVE op Museumbrug in Koningsnacht

In Groningen worden begin april medewerkers van Dorothy’s bar aan Pottebakkersrijge aangevallen door een beschonken leeghoofdige, type hooligan. Nare agressie in je buurt tegen de LHBTQI+-gemeenschap, in stadions, in treinen, keur je af als round-up sprayende boeren die het gewasbescherming noemen. Buurtvereniging A-Kwartier stuurt bloemen, bezoekt de barmedewerkers en betuigt onvoorwaardelijke steun.

Dan ontstaat het idee om iets te doen. Een vlag ophangen, met een megafoon op de weg gaan staan, flyers uitdelen, een lied zingen op de markt, Luceberts ‘Alles van waarde is weerloos’ declameren: allemaal leuk en aardig maar zeer kortstondig. De regenboogvlag moet het worden. Niet op een muur. Niet met spuitbussen, we willen geen incontinente reuen worden genoemd. Stoepkrijt gaat het worden. Tegenwoordig is er ook stoepkrijt dat, aangelengd met water, met een oude plantenspuit wordt aangebracht.

Een ‘krijtappgroep’ is snel gemaakt. Even wat rondkijken en gasten uitnodigen. Mensen uit de wijk en een paar familieleden uit de Oosterparkwijk. Natuurlijk komt de vraag voorbij of het mag. Of het blijvende schade oplevert. Of er risico’s zijn. Nee, nee en nee. Stoepkrijt is vergankelijk als geloof in roomse heiligen. Het hecht als de belastingmoraal bij particulieren met een BV. En het is schadelijk als een NS-abonnement nemen.

De meekrijtaanmelding is zo groot dat we afspreken een verkeersregelaar en een safety-officer aan te stellen. Ook de fotografie en de koffie- en tompouce-verstrekking achteraf worden geregeld. In de appgroep passeren in enkele dagen 98 berichten. Iemand maakt een proefvlakje, iemand een schets. Of we door de blauwe petten van de heilige hermandad willen worden gezien, blijft even boven de markt hangen.

Van vijf tot half zes wordt er intensief gekrijt. De sfeer is vrolijk, activistisch, op het uitgelatene af, ik voel me weer even 25. Een passerende Litouwse gast doet graag mee. Nog ongehavende Vindicatmeisjes, schor, brak en broos, zingen ons lief toe. Rode gemeenteauto’s rijden behoedzaam over de vrijgebleven stoep. Boa’s knikken ons bemoedigend toe. Aspirant-agenten zouden ons graag meehelpen, ware het niet dat ze de marktmeters moeten inventariseren. Koen Schuilings secretaris maakt foto’s. De regenboogzebra krijgt vorm en als er krijt over is ontstaan de woorden ONE LOVE als vanzelf.