Flaters


Fouten topelf: 11 veelvoorkomende taalfouten; aan u de keus.

1 los of vast? Lange afstandloper of langeafstandloper? Groene zeepfabrikant of groenezeepfabrikant?

2 verwijswoorden: Een mannetje die of een mannetje dat? Het fraaiste dat/wat ik zag…;

3 moeilijke woorden: Niveau’s of niveaus? Acommodaties of accommodaties?

4 werkwoorden: Word je fiets gestolen of wordt je fiets gestolen? Ik zweefvloog of ik zweefvliegde? Worden de mensen gevraagd iets te doen, of wordt de mensen gevraagd iets te doen?

5 onderwerp en persoonsvorm: Een aantal mensen lopen of een aantal mensen loopt?

6 hun, hen of zij? De vraag wordt hen gesteld of de vraag wordt hun gesteld?

7 verkeerde woordcombinaties: Hij irriteert zich aan mij of hij ergert zich aan mij? Ik besef me dat het waar is of ik besef dat het waar is. Hij rijdt van voren of hij rijdt vooraan?

8 als of dan? Zij is groter als mij of zij is groter dan ik?

9 voorzetselfouten: Mevr. Plaatjes ging na huis of naar huis.

10 boven een brief: Geachte meneer of geachte heer?

11 diversen: Zijn hobby is muziek luisteren of Zijn hobby is naar muziek luisteren?

(voor antwoorden scrolt u iets verder naar beneden:

 

 

(in bovenstaande voorbeelden is de tweede variant steeds de juiste. Als het bij 1) gaat om een afstandloper die lang is of een zeepfabrikant die groen is, verdient de eerste variant de voorkeur.)