Yogafietsen, Linkse mannen, Pfeiffer

I.L. Pfeijffer wordt over zijn pil Alkibiades in het Forum bevraagd door Rense Sinkgraven die deze keer, anders dan bij Lisa Loeb, wel in vorm is. Filosoof, romancier, dichter, historicus, classicus Pfeiffer zit op de praatstoel in een afgeladen hoek van Forum. Sinkgraven heeft zowaar enkele open vragen in petto. Verder geponeerde stellingen, suggesties, of ordinaire bijval (‘Maar dat is allemaal al bekend’ en enkele keren ‘Klopt’ en ‘Ja ja’ alsof hij de maestro wil geruststellen). Naarmate het gesprek vordert verdwijnen Sinkgravens zenuwen en mijn reserves en besluit ik dat ik het boek wil lezen. Pfeiffer koketteert met zijn verlangen als een vrouw te zijn, laat zijn vijf exorbitante ringen, grijze haren en embonpoint shinen als een wulpse vrouw haar kralen op de meikermis, weet waar de lach zit en debiteert gemakzuchtig hetzelfde grappige voorbeeld als bij Buitenhof op t.v.

Fietstopsnelheden sijpelen uit me weg als libido’s uit dichtgegroeide senioren. Ik gooi het over een andere boeg: stayeren, in vijf uren Groningen – Gieten -Emmen -Ter Apel – Mussel- en Stadskanaal – Hoogezand – Groningen en dat zonder stops. Met twee koeken, één banaan, 1,5 liter ranja lukt dat 133 km lang. Een soort yoga. Onderweg mediteer ik wat & doe secretariaatswerk, schrijf dit journaal, overdenk mijn twee onhebbelijkheden, stippel strategieën uit die de verkoop van ‘Nieuw in Stad’ moeten bevorderen en neurie ik Bach-koralen. En passant vervloek ik een plofkraak-AudiQ8- rijder die me onopgemerkt wil hakselen in zijn spaakwielen en geniet ik van mijn vroegere habitat: Emmen en verre omgeving. Het voelt als weleer: een waar-de-wind-ons-voert-rit met mijn zoons. Voor de wind fietsen en dan worden opgehaald bij een snackbar met superieure frieten.

Linkse mannen heten ze. We zitten in het atrium van een wooncorporatiegebouw aan het Damsterdiep en horen dat auto’s als pleziervaartuigen zijn: 23 uur per dag aan de ketting. Kleurige stoeltjes in een theateropstelling. Dure geluidsinstallatie en een goedkope pilaar die luisteraars het zicht ontneemt als JOVD’ers het geloof in Rutte. Twee jonge, sympa, lachgrage, drukke presentatoren: Wilbert van de Kamp en Bram Douwes. Wilbert in een arbeideristische overall die zijn tatoeages op de kuiten kek accentueert drinkt tussen de gesprekken door bier uit de fles, en Bram, in een modieus pakje, die drie keer vertelt dat hij in de Gerbrand Bakkerstraat woont. Gastsprekers met enkelsokjes en ultralange overhemdsmouwen en broekspijpen uit de tijd dat extra stof altijd handig was mocht je iets willen vermaken of je zoon op een bij je pak passende hoody willen trakteren.

We horen over een Verkeers Circulatie Plan 2.0. En over Groningen dat graag autoluw wil worden, maar dat, als een puber die met pilletjes wil stoppen, nog erg lastig vindt. Gespreksdeelnemers wordt gevraagd naar autobezit. Zowat iedereen zegt, beschaamd, ja. ‘Waarom deel je geen auto met je buren?’ wil ik aanmoedigend schreeuwen, maar het keurige publiek wordt wijselijk buiten de discussie gehouden en aan insprekend roepen vanaf de tribune is men niet gewend. Groningen maakt stapjes, horen we. We zijn zelfs gidsstad voor Stockholm, Antwerpen en Barcelona. Qua fietsvriendelijkheid verslaan we 010 en 020. Na afloop fluisteren we Bram in dat parkeerruimte afhankelijk maken van deelauto-initiatieven niet voorbij gekomen is.