Wat is er mooier dan de Mattheus Passion in je moerstaal beluisteren? Misschien een weekend op een onbewoond eiland met Carola Schouten. Op dinsdag 27 maart laten we ons inpakken door de prachtige muziek van Bach, uitgevoerd door het Noord-Nederlands Concertkoor, meer dan een handvol solisten, het Noord-Nederlands Orkest, het Martini Jongenskoor uit Sneek en dat allemaal onder leiding van dirigent Reinhard Goebel. De Lawei is uitverkocht, zelfs meer dan uitverkocht. Omdat enkele vrijkaarthouders niet komen opdagen kunnen dubbelgeboekten alsnog een plaats krijgen. Voor mij is dit, ongetwijfeld dankzij het Fries, de beste Mattheus die ik tot nu toe hoorde, met de tangoversie van Jan Rot op de tweede of hoogstens derde plaats. De teksten zijn liefdevol en kundig vertaald.
Bezoekers in Drachten krijgen een programmaboekje uitgereikt waarin de zangers niet zijn vermeld. Jammer, deze zuinige onvolledigheid. Van de solisten en dirigent zijn mooie flatteuze jeugdfoto’s opgenomen. En dat brengt mij bij het enige manco van de Mattheus Passion. Over Bachs muziek, de teksten, de uitvoering door de zangers en musici niets dan lof. Er wordt altijd veel geredekaveld over de tempi in Bachs werk, godzijdank houdt dirigent Goebel de vaart er lekker in, dat houdt de zangers ook beter bij de Friese les. Helaas contrasteert het vlotte muziektempo met de presentatie. Die gooit ons een eeuw terug. Natuurlijk is de beroemde lijdensweg en kruisiging geen lolletje maar daartegenover staat dat de erop volgende wederopstanding toch een vorm van een happy end is.
We zien alle uitvoerende deelnemers in stemmig zwart. Klassieke muziek blijft liefhebbers met deze sombere verkleedpartij op een afstand houden. De leden van het jongenskoor niet natuurlijk, die lijken zoveel op engelen dat ze een wit overhemd mogen dragen. Als je goed kijkt zie je wat protestkleuren. De dirigent, de strengste van het geheel en dus iemand van wie je het niet zou verwachten, draagt een rode buikband die hem op een stierenvechter doet lijken en, what’s more, hij draagt rode sokken. Hij probeert nog wel om ze aan het zicht te onttrekken door heel foute ca 20 cm te lange broekspijpen, maar bij het voorjaarshupje dat hij maakt als hij de bok bespringt toont hij het rood, ongeveer als de blosjes op de dameswangen op de eerste twee rijen. Bas Maarten Koningsberger (die in de pauze alom Jeroen van Koningsbrugge wordt genoemd) draagt een longblazer en met zijn strenge looks heeft hij het uiterlijk van een 19e -eeuwse patriciër die het lachen is vergaan, maar graag zingt en dat bovendien verrekte goed kan. Sopraan Johannette Zomer toont een voorliefde voor een punky kapsel: prachtig die springerige dwarse lokken. Al met al is het een stijve boel op de planken en dat weerspiegelt zich in de zaal: oud, wit, stram, grijs, ingehouden is in de meerderheid, als SP’ers in Oss. Het zou zoveel luchtiger en aantrekkelijker en, inderdaad sexyer kunnen.

Slotkoor
De meeste musici, allen profi’s en koorzangers kunnen hun partij natuurlijk wel dromen. Dus waarom dan zo aanhoudend koekeloeren in de partituren? Weg ermee zou ik zeggen, vort met de papieren. Sommige koorzangers zijn zo papiervast dat ze zelfs bij door iedereen gekende passages hun ogen aan het papier vastnagelen als Jezus’ voeten aan het kruis. Musici klampen aan hun muziekstandaard als Kamerleden aan de katheder bij hun maidenspeech. Een uitzondering was Georg -Jezus – Gädker die, als hij niet zong, vrijmoedig doch met gekwelde blik de zaal in keek, alsof hij zijn nieuwste scharrel ontdekte die het met een ander aanlegde. Je zal zien dat wanneer er meer vanuit het hart en minder vanaf het papier wordt gespeeld, de muziek gaat winnen aan expressie, aan gevoel.
Het publiek moet bij de Passiemuziek zijn handen fijnknijpen omdat applaudisseren ‘not done’ is. Als je rondkijkt zie je bevroren mensen die niets liever willen dan meedeinen, meeneuriën en af en toe, vooral na de zoveelste geslaagde solo, eelt op de handen klappen. Maar men doet het niet. Het mag niet. De ongeschreven gedragscode luidt: sacraal, stijf, bevroren, ingehouden negentiende-eeuws, Als uiteindelijk na afloop dan een klaterend applaus klinkt, voelt dat als een bevrijdende, orgastische ontlading, maar aan de houding van de dirigent te zien komt het applaus te vroeg.