Voor iedereen die ‘Palet van Groningen, Geschiedenis, kunst en cultuur van de stad’ (2016) van dr. Frans Westra te moeilijk was, is er sinds 2019 ‘Wadapatja, 101 Groninger tradities, gebruiken en (eigen)aardigheden’ van Martin Hillenga (€ 34,95). Prachtig vormgegeven, rijkelijk en kleurrijk geïllustreerd en (daardoor) ook voor de wat minder geoefende lezer, hail goud te doun. Het aardige is dat bij vele van de genoemde gebruiken en tradities de veelal verzonnen en met graagte doorgegeven historische herkomst wat wordt gerelativeerd. Vele gebruiken gaan niet terug tot de Germanen, maar kwamen pas de vorige eeuw in zwang. Minder leuk is dat er is bezuinigd op tekstcorrectie. Was een tekstuele aberratie vinden bij Westra haast ondoenlijk, in Wadapatja staan er enkele te veel. Toch: een vet boek, niet zelden ook met een humoristische ondertoon.
Wadapatja, met een prettig werkend register, is een must voor iedereen die in Groningen woont. Is zich enigszins verdiepen in de streektaal voor veel nieuwe inwoners teveel gevraagd onder het merkwaardige mom ‘in Stad wordt nauwelijks Gronings gesproken’, het boek Wadapatja lezen zou als vestigingsvoorwaarde voor de Stad & Ommeland mogen gelden.
Het boek is onderverdeeld in negen hoofdstukken met minimaal vijf (Bestuur en recht) tot 23 (Eten en drinken) subhoofdstukken. Wat was nieuw voor mij? Behoorlijk wat. Het interessantst voor mij als duivenliefhebber was het hoofdstukje over de Groninger slenk, een duif die zoals de veel bekender tuimelaars een uiterst aparte vliegwijze heeft: de luchtacrobaat slenk stijgt bijna verticaal op, door kenners springen genoemd om daarna over te gaan op ‘zwemmen’ en ‘zeilen’; nou ja, lees de pagina’s 200 t/m 202 vooral. Ook kom ik mezelf tegen als student van de Groningse taal: de door mij gebezigde variant is het ‘hyper- Gronings’ (p.46). En wat een gemiste kans bij de keus van het ontwerp van de provincievlag: naast de stijve variant die het is geworden was een speelse: een edelsteen met een gouden rand, naar het Groninger volkslied: ‘een pronkjewail in golden raand’.
In de inleiding veel over de verschillen tussen en overeenkomsten met Drenten en Friezen en over terminologische gevoeligheden in de woorden folklore, volkscultuur, tradities, immaterieel erfgoed en culturele bagage. Voor de in Groningen geïnteresseerde lezer wil ‘Wadapatja’ een reisgids zijn. Wat apart ja! Een aanrader!