JOURNAAL week 12 (2025)

ZONDAG In Nijmegen onderzoeken we of restaurant Desem door de Volkskrant terecht de hemel in is  geprezen. Ja, de zuurdesempizza’s (dun, krokant, perfect op smaak) rollen, als Coenradie in linkse bubbels, moeiteloos onze topdrie in. Graan, kaas, oesterzwammen, alles komt van lokale bedrijfjes/ven. Een flesje speciaal bier, op basis van wild blond bier waaraan toegevoegd geroosterdetomatensmaak, tijm, basilicum en rozemarijn is goed, lekker en smaakvol.

MAANDAG In De Kale Jonker strijken we met meer dan de helft van het klasje Gronings neer en proeven een Blonde Jonker. Daarvoor doen we in de les ons best met het bedenken van Groningse woorden voor stofzuiger, kapper en betonrot, spelen we het woordspel ‘Grundle’, houden twee studenten een spreekbeurt, één over het plaatsje Doodstil, de ander over Anselm Kiefer en een lied van Marlène Dietrich. Dan een marktkraamverhaal over het tijdschrift Noorderbreedte, gevolgd door een discussie die begint over de ontgroening van studenten maar snel richting Vindicat en slappe studentenprotesten meandert. Tenslotte Groninger poëzie vermomd in liedteksten. De cursistendeelname aan de gesprekken wordt per les hoger.

DINSDAG Ik probeer in het hoofd van de (ex-natuurkundige) minister te kijken, ik ken hem niet goed maar zie in Bruins geen gewetenloze schurk. Wel iemand die een geprivilegieerde deelverzameling van de maatschappij, die het niet aandurft naar zichzelf te kijken, een flinke bezuiniging oplegt. Ik begin ‘m te begrijpen. Vandaag staakt, marcheert en demonstreert de UNI in het zonnetje. Eindpunt Grote Markt. Niet tegen Israëlische genocidale oorlogsmisdaden die vandaag de hel laten losbarsten in Gaza met honderden burgerdoden tot gevolg maar tegen een bezuiniging van 1,1 miljard op hoger onderwijs, zo’n twee procent op de onderwijsbegroting. Of UNI-medewerkers het grote publiek en een Kamermeerderheid meekrijgen? De demonstratie verzandt, zonder protesten tegen oorlogsmisdadigers Benjamin N. en Bashar al-A. in een preek voor eigen parochie. Ik zie, om met Gerwin van der Werf in ‘De Krater’ te spreken: een en al pistool maar geen kogels. Een collegevrije doordeweekse dag gebruiken voor het behoud van bekostiging van onzinstudies als theologie, Keltische talen en cultuur, leidend naar een procent of tien bullshit banen, is net wat te magertjes. Ik hoor een dwarsligger Brecht citeren: ‘Erst kommt das Fressen und dann die Moral’ in het Gronings  geparafraseerd als ‘Woar knip opent, sloet bibel’.

ZATERDAG Hensema speelt in Drachten, op een kaal podium, in een uitverkochte Lawei,  zijn laatste voorstelling ‘Eldorado’ (geschreven door Nathan Vecht). We zien de alleskunner als zendpiraat Radio Roelof uit Kropswolde, oud-communist, projectontwikkelaar, wethouder, gietvloerverkoper en meer. Hensema schakelt solo moeiteloos van type naar type zonder op zijn André van Duyns en zijn aangevers te vervallen in verkleedpartijen en dijenkletserig schmieren. Het verhaal start, houd je even vast, bij Canadese Indianen en rolt via WO II, Engeland, Duitsland dat geen geheimtaal begrijpt, naar een romance in het Groningse platteland van nu. Onnavolgbaar. De zaal gaat graag mee en vult zich met gul gelach. Hensema is een waar theaterdier die met wisselende mimiek, lichaamshouding, accent, woordgebruik personen schetst in wie we de in een lelijke villa wonende Nikes verzamelaar herkennen met een infinity pool (een overloopzwembad), de praatjes makende 010’er, de projectvoorlichter van Holiday Heaven International die opkopen van kleine campings als heilig doel heeft tot de dood erop volgt en meer. Hensema spaart ook de provincie niet maar komt steeds terug  in een vertrouwd en herkenbaar Gronings van een oer-Groninger die strijdt tegen de buitenwereld. *****