Groningen. 25 augustus 2024. In mooi Zwitsers-Nederlands dat later overgaat in Duits, licht de jonge Zwitserse organist zijn midzomerprogramma toe. Vooral zijn beschrijving van Claude Balbastre prikkelt: ‘Musik mit lebendige, ganz tolle Elemente’. Garcia heeft een prachtig programma samengesteld met muziek van Bach, Scheidemann, Fauré, Dubuis, Van den Kerkhoven en Balbastre.
We vallen beiden voor Fauré’s Pavane en Dubuis’ koraal ‘A toi la gloire’, met een aan Händel ontleende melodie. Heel mooi gespeeld met kabbelende en dreigende tonen. Van zwevend via ultra-light naar heavy. Ik onderdruk maar net de meezingreflex bij ‘U zij de glorie’. De tekst zit gebeiteld op mijn eigenste harde schijf.
Garcia toont zijn superieure speelstijl en legt beide orgels, het Edskes- en het Van Oeckelen-orgel, zijn wil op. Het is een en al focus & beheersing. Het publiek op de begane grond rent wat heen en weer om ‘m te kunnen zien jongleren op de toetsen. Op de kraak kun je blijven zitten. Het wordt een fraai staaltje muziekgeschiedenis, van Noord (Duitsland) naar Zuid (Zwitserland) met België en Noord-Frankrijk in het midden. Nog een mooi feitje: de muziek gaat van 17e (Scheidemann) tot 21e (Dubuis) eeuw.
Het is een verstilde ervaring in Stad met verderop de kermis en Noorderzon. Nou ja verstild… als de registers met handenvol worden uitgetrokken en de maestro zijn voeten, we zien een begenadigd tangodanser in de dop, even snel beweegt als zijn handen voel je de innerlijke slijtage in de orgelpijpen: heerlijk. We genieten van de mooie bassen onder de vrolijke melodielijnen van de tot nog voor ons onbekende Scheidemann. Het programma doorlezend zie ik ‘Grand jeu’ bij Balbastre en inderdaad, groots wordt het. Dat zal het ‘ganz tolle lebendige’ zijn geweest. Antonio: gut gespielt, Mann!
Laat de wijn en het bier (hierin steekt de Lutherse kerk de Martini naar de kroon) maar stromen bij de after-party.