Filosofie wordt door Ajax-coach Farioli uit het slop getrokken. Hij beschouwt het leven, stelt vragen, lacht en toont denkrimpels. De combi trainer-filosoof komt weinig voor. Of filosofie uitsluitend naast een gewoon beroep kan floreren? Zeker. Op scholen is wel eens een filosoof te vinden als er onvervulbare vacatures zijn.
Groningen heeft, na Franeker, Kyoto, Leusden, eindelijk zijn eigen filosofenpad. Of paadje, langer dan anderhalve kilometer zal het niet zijn. Dankzij Foppe ten Broek, die in het A-Kwartier de heldenstatus verwierf na zijn inspanningen de kleindochtertekening Smokje op een muur te krijgen.
Het filosofenpad is nog niet erg bekend, van de tien aangesproken wandelaars, fietsers, hardlopers, mediteerders en Horecamedewerkers kende niemand het nog, en de startplaats blijkt in de praktijk nog niet heel eenvoudig vindbaar. In de vorige zin schuilen twee adviezen aan de initiator: deponeer folders bij terras Meerwold en plaats twee bordjes, één bij de afslag op het fietspad nabij het Nonnengat en één bij de afslag naar de start bij stap 1.
Een begeleidende folder toont elf (in de praktijk ongemarkeerde) punten met een stelling van Aurelius (121 – 180 na Christus), in de folder een wijsheid genoemd. Stel je van deze wijsheden niet te veel voor, het zijn de goedbedoelde aanwijzingen – ‘Uitdagingen zijn geen obstakels, maar kansen om te groeien’ – van ouders tegen kinderen, schaatscoaches tegen pupillen, leraren maatschappijleer tegen pubers over standvastigheid, verantwoordelijkheid, zelfbeheersing, verbinding en meer. Al wandelend schud je zelf zonder veel moeite nog 10 Aureliusiaanse tegeltjeswijsheden uit de mouw.
De wandeling voert je door een verbluffend mooi stukje nieuw ontsloten natuur aan de periferie van Groningen. Een romantisch pad voorbij het Nonnengat, afwisselend door bosschages, langs water, over kronkelende watertjes met uitzichten over het Hoornse meer en in de verte The Wall House. Aan de waterranden een overvloed aan waterplanten, watervogels en als je even door de knieën gaat kruipertjes, krabbertjes en wriemelend kikkerdril als spermatozoïden in een gezinsverpakking van een IVF-centrum. De natuur hier is nog onwetend van de PFAS-vondsten enkele kilometers verder naast vliegveld Eelde. En boeren die pesticiden rondspetteren als kardinalen wijwaterkwasten naast de kist van de tot heilige vader gemaakte Franciscus zijn hier nog niet bekend.
Op de paden een keur aan door witte mannen en vrouwen aangelijnde en soms voortgetrokken labradoodles, gemuilkorfde pitbulls en straathonden. Uiteraard ontbreken pauzerende senioren met van kleurrijke fietstassen voorziene e-bikes niet. Foppe: Hut ab!


Heb je ooit in het onderwijs gewerkt dan blijf je alles volgen wat over je oude vak gaat. Ik houd de Volkskrant bij, vrienden sturen wetenswaardigheden uit Trouw en NRC. Ook films over het onderwijs hebben mijn belangstelling; ik zag Dead Poets Society, Être et avoir, Les choristes, Druk, om maar een paar te noemen. En nu dus ‘Favoriten’.
Met de islamitische achtergrond van juf en bijna alle leerlingen zit de kijker op het puntje van de stoel als er hete hangijzers voorbijkomen. Bijvoorbeeld bij de verschillende rollen van (dominante, Duits sprekende) vaders en (onderdanige, Turks blijven sprekende) moeders èn de biologieles. Op een levensgroot getekende man en vrouw worden lichaamsdelen geschreven. Ik moet denken aan mijn cursusboek Grunnegs ‘Zeg t mor’ waarin een identieke tekening wordt getoond, waarbij de schaamstreek enkel ‘geslachtsdailen’ vermeldt. Onze Weense juf spoort de leerlingen (basisschoolkids van zes t/m tien) aan de erbij passende woorden: ‘vagina’, ‘vulva’, ‘penis’, ‘ballen’ uit te spreken, erbij te schrijven en er, op ware grootte, bij te tekenen.
Je zou het niet zeggen als je ze ziet: de doorsnee Forumbezoeker, IDFA-verslaafde, Volt- of CDA-congresgangers, bitcoinverzamelaar: op het oog keurige plooiroktypen, maar ze zitten nog niet op het weekendbootje of ze veranderen in ordinaire, illegale watervervuilers met smerige nagels. Anders dan camper- en caravaneigenaren die hun compacte, gepoetste toiletjes keurig ledigen in chemische stortbakken, flikkert de gemiddelde kajuitjachteigenaar de inhoud van de poepdoos overboord.
Ach ja, wie hield niet van Aboutaleb, de oud-Riffijnse burgemeester van 010. En dan die dekselse Halsema, Marcouch, Dijksma en Schouten: onbetwiste toppers, op het heilige af. Maar ja, wees eerlijk, (bijna) altijd van de goede partij. Geen kunst, die zijn boven de morele wetten verheven. Hoop je. Van Aboutaleb had je het altijd wel vervelend gevonden dat hij zo met zijn godsdienst koketteerde. Je herinnert je zelfs een citaat waarin hij bekende dat hij zijn dochters het liefst zag trouwen met belijdende Moslim-bro’s. Burgemeesters moeten neutraal zijn. Dus geen info over religie, seksualiteit, financiën en paaldansclubbezoek.
Einde zomer en de tijd van geïnstitutionaliseerd vluchtgedrag naar verre streken is voorbij. Groningen trilt, bruist en vibreert als een oververhitte hallucinante Easy Toy met een te zware batterij. De cultuur barst uit d’r voegen, loopt als champagne in een te klein festivalglas over de rand.
Muziek- en straattheater lopen in elkaar over als ingrediënten op de pizza Frutti di mare. Metaliger dan ik hoopte schalt Rieus microfoonstem door de warme straten van Maastricht. Vaste prik de eerste drie weekeinden van juli. Chanel nr 5 mengt zich met verdampende exquise shoarmageuren. De straat trilt; mergelresten laten los tussen de straatkeien als tandsteen in kloosterlingenmonden. Hagedissen, vleermuizen, doorgesnoven kapelaans en toeristische nachtbrakers schrikken nergens meer van. Na een lang fietsritje janken en knagen mijn bovenbeenspieren als ongesmeerde scharnieren in een roestige kapeldeur. Lekker gevoel, zegt de masochist in mij. Na 350 km fietsen voelen mijn billen als na een dagje proefliggen op een spijkerbed. Rug, schouders en armen zijn onderdelen van een lappenpop die op zachte, met babyolie ingevette verstellershanden wachten. Het Restless-legs-syndrome verspreidt zich over mijn hele lijf als covid in een volle lift met PWC-examenfraudeurs, met uitzondering van mijn verdoofde scrotum en pielemuis.
Over de Werkmanbrug fietsend zie ik op de plek waar doorgaans Riepeverkopers hun omzet bespreken, wat mensen staan. Ik wil doorfietsen, maar bedenk me. Navalny, denk ik. Even kijken. Als ik mijn Gazelle draai ontwaar ik een groepje televisiemedewerkers. Ik zie een plopkap met Oog-TV. Ja, er zijn mensen die naar Oog-TV kijken, merk ik na afloop.
Als senior met een grote historie aan auto’s (ik tel er wel 15) kostte het me moeite afscheid te nemen van onze laatste comfortabele auto, die ik nu, in retrospectief, een vette cabriodieselbak (zeg nooit heilige koe) noem. We willen het anders doen en zijn samen met buren gaan autodelen en rijden nu een Renault Clio, liefkozend Cliootje genoemd. Inmiddels is een derde buur toegetreden tot onze CCP (Clio Coöperatie Pompplein) en wie weet volgen er meer.
Luisterend naar de mooist denkbare klassieke muziek van Horsch en Chanon in de Akerk te Groningen, denk ik na over de naamgever van het Luthers Bach Ensemble: Luther. Het is de week van gruwelijke aanslagen in Gaza. In praatprogramma’s op televisie wordt hardop verbaal geworsteld. Mag je decennialange Israëlische onderdrukking en agressie tegen de Palestijnen noemen als verklaring of zelfs de oorzaak van de wrede Hamasaanslag oktober 2023 op onschuldige Israëliërs?
Hoorde ik dat nou goed? Zei ze echt ‘fucking asshole’? Tegen mij? Waarom? Ik verbaas me over haar ruwbesnaarde vrijmoedigheid. Ze kwam toch echt van links en vergat mij voorrang te verlenen. Ik schat haar op ruim achttien, aan haar accent en buitenissige make-up te horen en te zien uit Texas in het gebied tegen Louisiana aan waar ze de /æ/ extra nasaal uitspreken. Modieus gekleed, grote pupillen, verwilderde blik, iets te hoge, ongemakkelijke hakken voor de swap-fiets. Zadel wat al te hoog afgesteld (goed voor de gluteus maximus maar slecht voor evenwicht) en boterzachte banden.