Carola Schouten Zomeravondgast 2020

Een grefomeisje noem ik haar, maar ik weet bij god niet of ze gereformeerd is. Reformatorisch dan? Christelijk gereformeerd misschien? Gereformeerd vrijgemaakt? Nederlands gereformeerd? Oud gereformeerd? Hervormd niet, dat is te licht, doopsgezind ook niet, die zijn vrijzinnig. Misschien Hersteld Hervormd? Vrijzinnige geloofsgemeenschap: tuurlijk niet, veels te licht. Bij de protestantse geloven vallen de termen licht en zwaar samen met licht en donker. Protestantisme is een bijenkorf, er zijn meer subgeloven dan parlementaire splinterpartijtjes of blacklivesmatterafdelingen. Maar hemel, wat een aantrekkelijke vrouw. Kuiltjes in de wangen, lange blonde lokken, botoxvrije lippen, mooie rondingen maar nergens te, en, jammer dan, nooit een ordi decolleté, maar dat stimuleert de fantasie. Hoe komt ‘t dat een hardcore atheïst, één pur sang zeg maar, bijna geobsedeerd is door Carola Schouten. Nou moet ik erbij zeggen dat ik, gelukkig getrouwd, vaker mijn oog laat vallen op interessante powervrouwen (Pia Dijkstra, Celeste Plak, Angela Merkel, Noraly Beyer, Femke Halsema, Jetta Klijnsma, Agnes Kant, Heleen van Royen, Sylvia Witteman, Sylvana Simons; in mijn vorige woonplaats Sleen hield ik er zelfs een geheim tienleukstevrouwenlijstje op na). Ik hoor mijn kameraad alweer vragen: Klaas, waar komt dat bij jou vandaan? Daarmee suggererend dat alles in je jeugd besloten ligt en ik wreed lijd aan een Oedipuscomplex. Natuurlijk speelt mijn jeugd een rol. Carola is boerendochter en ik had een boerenzoon kunnen zijn en ter compensatie: ik ken enkele boerenzonen. Beiden zijn we plattelanders met een diepe liefde voor steden, we delen een zekere eigenwijsheid, hebben idealistische kantjes en belangstelling voor landbouw en veeteelt, we weten het vaak veel beter dan de egotrippende boeren, vinden waarheidsvinding belangrijker dan relaties voor de schijn, Carola werkte in een Kibboets en ik had als puber ook een (lichte) interesse in werken in een kibboets en we groeiden beiden op met Calvijn en (de antisemiet) Luther (Trouw in 2015: ‘Loopt er een rechte lijn van Luther naar Hitler?’), die allebei, net als ik en (hopelijk) Carola, weer antipapistisch zijn.

Schuld, verantwoordelijkheid en kleur

De enige extra kleur die ik tijdens mijn middelbareschooltijd zag waren de vuurrode wangen van lerenbroekdraagster mevrouw Nagel toen brutale hond Sake Ozinga uit Twijzelerheide haar vroeg ‘Hebt u ook leren pijpen?’ En natuurlijk zij die in mijn geheugen als Zwartrokje gegrift staat toen ze mij steels en bijna gratis een drie centimeter brede blik op haar zwarte slipje toonde bij het beklimmen van de trappen naar het scheikundelokaal. Mijn zussen droegen geen slipjes maar dubbelkatoenen witte onderbroeken met Bambiopdrukken en met pijpen die zelfs onder driekwart sportbroeken uitkierden.

Mooi: Van Agt heeft het CDA de rug toegekeerd en stemt nu GRNLNKS, Bayer gaat grootschalig schikken bij Roundupclaims, rechtbanken stoppen met altijd de meervoudige kamer in te zetten en ziekenhuizen  elimineren overbodige zorg door het elimineren van de productieprikkel. Het onderwijs, dat onder broeder Slobs knikkende knieën bepaald geen heldenrol heeft gespeeld in coronatijd, gaat weer helemaal open. Welke rol speelt het onderwijs in de Black Lives Matter-discussie? Een grote. Antiracisme begint in de opvoeding, schoolboeken en jeugdliteratuur. Leg leerlingen uit wat kleur betekent en toon ze de kleuren. Figuurlijk maar ook letterlijk. Mijn oude school, het Esdal College in Oosterhesselen heeft een ‘taalklas’ met leerlingen uit het AZC. Wat waren we trots als een taalklasleerling, soms al binnen enkele jaren, overstapte naar het reguliere onderwijs. Wat was ik fier op een Singaporese collega. Wat haatte ik gesodemieter op het plein. De randvoorwaarden: een kleine school op het platteland waren uitdagender dan ideaal. Omdat het een openbare school was zetten we de deuren open voor alle gezindten en alle kleuren. En dat terwijl het openbare Esdal College een grefo ouderling als algemeen directeur heeft en bij interimmers een voorkeur aan de dag legt voor dominees (Piet Post www.pietpost.com en René Peters www.renepetersoss.com, inmiddels nr. 3 op de CDA-lijst). Kooistra, Post en Peters, mannen dat dan weer wel, kozen vol overtuiging voor open, openbaar onderwijs  en niet voor (algemeen)bijzonder onderwijs als protestants, Montessori, katholiek, Dalton, reformatorisch, Vrije School-, of Jena. Hier begint het stuivertje-wisselen van schuld en verantwoordelijkheid. Ouders zouden om zich heen moeten kijken en zich afvragen wanneer hun kinderen voor het eerst kennis maakten met kleuren en hoeveel gekleurde klasgenoten ze hebben. En hoe dat zo komt. Niet verwijten en veroordelen maar vragen stellen. Open vragen. En dan actie ondernemen en praten; word van medeplichtig medeverantwoordelijk. Dus naar de hel met louter witte scholen in Amsterdam-Zuid, de Utrechtse binnenstad of villawijken aan de rand van Assen. In actie komen vergt moed, inzet, doorzettingsvermogen en een goed functionerende medezeggenschapsraad. Elkaar aanspreken is niet altijd gemakkelijk, dat weet ieder met collega’s die meer van de teamleidster dan van de rechte weg houden, vijfentwintigstegraads familieleden die de roeispanen steeds net omgekeerd vasthouden, buurtbewoners die verkeerd vlaggen, kennissen die gemaakt zijn voor de slachtofferrol en klagen tot een tweede natuur hebben gemaakt.

Dat moet het brommerprotest zijn geweest, mijn eerste demonstratie. Rector Heukels had verordonneerd dat de brommers op het plein i.p.v. in de fietsenkelder gestald moesten worden. Van het schemerduister, waar alles gebeurde wat tot hel, verdoemenis en een levenslange fascinatie voor mooie lingerie leidden, naar het TL-licht van het plein. We blokkeerden de toerit naar school en het rectoraat stond schuimbekkend, rokend en kokend achter glas. Mijn tweede demo was in Leeuwarden: nog hoor ik ons fietsend het ‘Weg met Pa-Pa-Do-Pou-Los’ scanderen over de Nieuwstad. Geen voetballer maar een Griekse dictator. Veel en veel later werden het de demonstraties tegen opslag van kernafval in Gasselte, de neutronenbom in Amsterdam en bevriezing van lerarensalarissen en andere snode kabinetsplannen in Den Haag. Wat maakte dat ik meedeed aan demonstraties? Van mijn ouders heb ik het niet geleerd; mijn moeder zou me begrijpend hebben toegelachen en mijn vader vond alles goed. Door het lezen van boeken, geloof ik. Of het nu mijn toenmalige kameraden Multatuli, De Vries, Wadman, Brouwers, ‘t Hart, Wolkers, Biesheuvel, Aletrino, Cremer, waren of juist de stapels (verplichte) poëzie; er ging een wereld voor me open. In de buitenwereld stonden mannen als Den Uyl, Boersma, Aantjes klaar die me wezen dat de wereld maakbaar was.

En dan die BML-demo in Emmen. Is er in ZO-Drenthe sprake van institutioneel racisme? Systemisch? Er is een verschil tussen een racist zijn en licht racistische gedraginkjes. Eerder noemde ik het in zelfbedacht postmodernistisch sociologenjargon systemisch wit-sektarisch regionaal-urbaan soft-racisme waaraan ik mezelf ongetwijfeld ook wel eens zal hebben bezondigd. Kijk eens rond en denk hardop aan mevr. Simons, Akwasi, basisscholen (Utrechtse bijvoorbeeld) die de voorinschrijvingstermijn opzettelijk vervroegen zodat ze vanzelf wit worden, kleurloze politieke partijen, koren, economische fora,  wijken, museale bezoekersstromen, begraafplaatsen, bedrijfstoppen. En Volvocabriogezelschappen natuurlijk. Het komt aan op bewustwording, niet wegkijken en de knop omzetten, U-turns maken in vaste denkpatronen. Zwarte Piet heeft zijn langste tijd gehad, hopelijk ook op mijn Esdal College.

Keer om alstublieft, over zorg & de draai van Rutte

In ‘Na Corona’ schreef ik over een andere aanpak van de gezondheidszorg. Kern: meer preventie en het moet goedkoper. Na mijn stuk buitelen artikelen en commentaren in landelijke kranten over nutteloze en onbetaalbare zorg over elkaar. Waarom zou dat geen toeval kunnen zijn, zeg ik bescheiden. Ik noem ons systeem van overzorg geperverteerd en de kranten noemen het nutteloos. De V&VN noteert op haar homepage: ‘Verpleegkundigen en verzorgenden doen dagelijks best veel handelingen (soms wel 2/3 van de dagelijkse handelingen) waarvan het nut niet aangetoond is’. Er circuleren in ziekenhuizen (het Hagaziekenhuis) beterlatenlijsten waarop expliciet handelingen worden genoemd die beter kunnen worden gelaten. Leg dat maar eens uit aan iemand uit Ghana. Een dag na deze Klaastaalbijdrage over huisartsen die moeten stoppen met aandacht besteden aan ziektes en kwalen die zich vanzelf oplossen en serieus werk maken van mensen begeleiden bij het verbeteren van hun leefstijl, kwam de Volkskrant uit de kast met een soortgelijke oproep. De VK richtte zich meer op ziekenhuizen: ‘Twee verpleegkundigen kunnen op afstand 150 patiënten in de gaten houden onder supervisie van een medisch specialist. Maar het ziekenhuis krijgt pas geld als de specialist alsnog in actie moet komen.’ De reflex om spreekuren maar weer vol te plannen is dan groot. Met een transitie, een draai, een andere manier van kijken naar en denken over de zorg kunnen we een inhaalslag maken. Huisarts/columnist Danka Stuijver geeft het stokje door. Het lijkt dat de jonkies in huisartsland de verstofte en verstafte boel aan het opschudden zijn. Er is, zo blijkt keer op keer op keer nogal wat overbodige en daardoor kostbare zorg waar we zonder kunnen. Met haar zeg ik: Keer om alstublieft.

Een bekentenis: VVD’ers heb ik heel lang vreemd volk gevonden en ik nam ze zelden serieus. Liberalisme stond voor mij gelijk aan situationele vrijheid, platvloers opportunisme, berekenend economisme zonder poëzie. Ik werd keer op keer in mijn idee bevestigd door de schier eindeloze schandalen van schaamteloos slecht functionerende politici die moesten aftreden: Keizer, Van der Scheur, Van Rey, Weekers, Verheyen, Opstelten, Teeven, Van Miltenburg, Hermans, Albayrak, Zijlstra, enzovoort, enzovoort. De lijst van scandaleus liberaal personeel dat net niet hoefde af te treden maar de hand boven het hoofd werd gehouden en beschermd als een afvoerput onder een asbestdak is vele, vele malen langer.

Maar nu Rutte. Rutte opent mijn ogen. Twijfel penetreert mij als een wattenstaaf een neus. Rutte heeft de coronaperikelen onverwacht goed gemanaged met zoals hij zei: 100% maatregelen gebaseerd op 50% kennis. Rutte komt over als een fair-player, doortastend, openhartig en steunend op en luisterend naar een ploeg deskundigen achter hem. Hoewel de VVD nooit veel werk heeft gemaakt van actief optreden tegen onder- of bovenhuids racisme, werd in de afgelopen week een ommekeer zichtbaar. Rutte maakte een U-turn en keert zich eindelijk af van het zwartepietfenomeen, wow. Hij maakte net geen excuses maar zegt wel dat hij zich kon voorstellen dat mensen verdrietig werden van het racistische symbool.

Ik wil een lans breken voor de U-turn en mensen die zich in het verleden hebben vergist oproepen: Keer om alstublieft, volg Ruttes voorbeeld. Luister naar je innerlijke navigatiesysteem dat bij een reguliere ontwikkeling geweten heet. Een voorbeeld: een jaar geleden kon je niet op wittebubbelfeestjes komen of Sylvana Simons werd geattaqueerd. In Twittertaal: bespot, beschimpt, besmeurd en gekleineerd omdat ze zich kwetsbaar opstelde aan napraattafels en zich sterk maakte voor de zwarte zaak. Wit-Nederland voelde -terecht- een priemende vinger en er ontstond wat sociologen een vorm van ‘systemisch wit-sektarisch regionaal-urbaan soft-racisme’ gingen noemen. Op straat en op wat social media worden genoemd werd ze bespuugd maar in de met witte wijn besprenkelde huiskamercocons voor gek uitgemaakt. En nu de U-turn: doe als Rutte en spreek je uit. Ik roep iedereen op, vooral nog niet al te woke stedelijke plattelanders, die daaraan hebben meegedaan mevrouw Simons een doos bloemen per post te sturen met als boodschap: Sorry! Keer om…

Na corona

Dat de nertsfokkerij versneld wordt opgedoekt, dat de intensieve dierindustrie tegen het licht wordt gehouden, dat een hygiënische revolutie als prettige bijvangst het scherp verminderen van kwalen als diarree en onduidelijke buikklachten oplevert: allemaal positief nieuws na enkele maanden coronaleed. Besmettinghotspots staan vanaf nu in een kwade reuk en moeten bezoekersstromen wat gaan reguleren: vergaderzalen, callcenters, gevangenissen, koorrepetities, familieverjaardagen, slachthuizen, overdekte marktplaatsen, kerken, winkelcentra, uitvaartbedrijven en indoorcarnaval. En fitnesscentra natuurlijk. Drugsbazen hebben moeite zwartgeldstromen te kanaliseren en dat deel van de politie dat geen lijntjes met de onderwereld heeft, doet goede zaken. De lucht wordt schoner want er is minder nutteloos auto- en vliegverkeer. Nog maar kortgeleden vonden we het heel gewoon dat mensen naar Australië of de Andes reisden om daar maanden te gaan rondreizen en nu zijn het de paria’s van de toerisme-industrie. Nu nog wat meer onderzoek naar de rol van aerosolen in binnen- en buitenlucht en we zijn klaar voor een vergelijking met de griep van 2017/2018; tot nu toe staat corona nog met een paar duizend overledenen achter. Nieuwe woorden als ondersterfte poppen up. In weken 21 en 22 was er minder sterfte dan in 2019. Misschien dat de zorg nu aan een inhaalslag toekomt. De eerstelijnszorg gaat tijd overhouden als de implicaties van de stelling dat 90% van de kwalen zichzelf oplost duidelijk worden. We gaan stoppen met de huidige tandartsmodus. Wat betekent het dat we het gewoon zijn gaan vinden dat kerngezonde klanten twee x per jaar hun gebit lieten checken en dan ook nog juichten als er niets te doen was voor de witte jas? Huisartsen kunnen zich eindelijk gaan bezighouden met wat ze zouden moeten doen: preventie en leefstijlverbetering. Rokende en tonronde dokters krijgen een omscholing tot verkeersregelaar. De huisartsenij gaat eindelijk serieus de strijd aan tegen overgewicht, diabetes II en roken. Ze worden vanaf nu niet meer per behandelde patiënt of verkochte medicatie beloond, maar, na een uitgebreide nulmeting, per percentage gezonde cliënten. In een populair t.v.-programma hebben we jaren kunnen zien dat verstandige mensen net zo snel en vakkundig een diagnose kunnen stellen als een huisarts en dat gaat tijd opleveren. Cliënten met w.o.- of een hbo-opleiding krijgen overbodige vragen en tijdrovende klachten niet meer vergoed. Elke kilo boven of onder het groenste BMI gaat de klant 1% zorgpremie kosten. Rokers betalen 100% extra. Elke verminderde diabetes II, elke kilogram gewichtafname per klant en elke met roken gestopte cliënt levert de huisarts bonussen op. Wekelijks publiceert de NOS-app succesregio’s en voortgangpercentages in alle regenboogkleuren en de best presterende huisdokter per gewest. Natuurlijk zijn er allerlei mitsen en maren maar met een brede inzet van AI, gemonitord door enkele handenvol biotechnerds, onder supervisie van gutmensch Bregman, gaan we de goede kant op: naar begrenzing van de zorgkosten en meer gezonde mensen.

Hoe word je Ploegvriend? 3

Veel liefdes en voorkeuren ontstaan in je jeugd. Ik was 24, zat van onder tot boven vol testosteron en had net de leukste vrouw van Groningen en ver daarbuiten, laat ik haar V noemen, gescoord. Na een maand of vier ging V’s opa dood: Jan Boer, een in Groningen vermaarde dichter. Bij de crematie, waar ik een verschrikkelijke, want verknipte, Grunninger Bouk-representant trof die het bestond V te verwijten dat zij d’r opa had verwaarloosd toen ze tien was, leerde ik over de relatie die de vers overledene onderhield met Ploegschilders. Even dacht ik dat het landbouwmachinespuiters waren maar allengs kreeg ik visioenen van kunstenmakers. Jan Boer kende Ploegleden van het eerste uur. Hoe gaat dat met kunstenmakers in de provincie, ze prijzen elkaars vrouw, vlam of verovering, drinken een glas wijn te veel en wisselen werk uit. Boer schreef een kwatrijn of een sonnet en Altink illustreerde de geboortekaart van zijn dochter en schilderde later haar portret. V’s oma, de eerste partner van Jan Boer, woonde in een appartement in Haren en later in Zuidhorn. Haar woonkamer hing bomvol schilderijen van Ploegleden. Ik zag een schilderij van Werkman waarop een sneeuwschepper voor een blinde muur weinig stond uit te voeren. Veel grijzen, zwarten en witten. Intrigerend, noemde ik het, spannend ook wel, maar niet een werk dat mijn hart sneller deed kloppen. Dat deden de ogen, mond en lippen van V wel. Iets verderop hing een Altink, een schitterend, vrolijk, licht voorjaarsbeeld van een vervallen boerderij. “Blauwborgje,” lichtte oma mij in, toen ze mijn grote ogen het schilderij zag bewonderen. Steeds als oma mij een derde glas thee wilde inschenken zei V gewiekst: “Misschien heeft Klaas liever een flesje bier?” Omdat oma mij een goede partij voor V leek weigerde ze mij, ook al was de vraag ogenschijnlijk buiten mij om gesteld, nooit iets. “Pak zölf maar een flesje mien jong,” zei ze lief. In de gangkast vond ik twee lauwe pijpjes verschaald bier en onder een wit, gescheurd laken stonden schilderijen als enveloppen in een brievenstaander. In de gangkast!! Allemaal Ploegwerk…. Zo dus.

Corona en herdenken

Het wordt bijna straattheater, met bijrollen voor Maxima in piratenkledij met vleermuisdetails, Mark met een dikke bos haar, Femke die niet in de gaten heeft dat camera’s op afstand feilloos registreren dat haar ogen steeds naar rechts flitsen omdat ze ziet dat Willem A’s broek in zijn bilnaad kruipt en een uit het stratego-spel weggelopen schout-bij-nacht die Willems tekstboekje moet torsen. De sprekers staan bij de 4-meiherdenking voor 6 miljoen televisiekijkers op een multiplexspreekgestoelte. Theater: er is immers geen live publiek dat men het zicht op zijn facie wil vergemakkelijken. Het is dus overbodiger dan overbodig. Grunberg houdt een uitstekende toespraak. Hij zegt terecht dat het bij herdenken aankomt op details. Kennis bestaat uit details. Detail: op De Dam is geen zigeunermuziek te horen. Wel christelijke liederen. Dat moet een klap in het gezicht zijn geweest voor familieleden van vermoorde Sinti en Roma, naast Joden slachtoffers van de nazi’s. Wegkijken en zwijgen was immers de houding van kerken in oorlogstijd. En om dan de meest christelijke tekst, het Onzevader te laten zingen voor een steeds a-religieuzer publiek is niet bepaald hoffelijk. De NPO wordt hier gelijk aan de EO. Of moeten we dit als een bewuste provocatie van onze Moslimbroeders opvatten, ook een groep die voor het gemak bij de herdenking wordt overgeslagen? Kerkleiders (protestants, katholiek of orthodox) kwamen nazi-Duitsland eerder tegemoet dan dat ze zich verzetten. Individueel of op mesoniveau werd er wel verzet gepleegd. Het overwegend protestantse Drentse dorp Nieuwlande bijvoorbeeld bood onderdak aan meer dan driehonderd Joodse onderduikers. Hopelijk dat de achterkleinkinderen van Gerdi Verbeet, voorzitter van het ‘nationaal comité 4 en 5 mei’ ooit hun overgrootmoeder over de ontbrekende zigeunermuziek zullen kapittelen en een postume oorvijg verkopen. Het aanspreken van familieleden op ongepast gedrag is een precaire actie, dat weet iedereen die familie heeft. Willem A durft na drie generaties zijn overgrootmoeder een veeg uit de pan te geven, maar relativeert het onmiddellijk weer door iets positiefs te noemen. En twee bovenstebraafste Drentse scouts als kranssjouwers inhuren is leuk bedoeld, maar was het niet vele malen avontuurlijker om hiervoor twee straatschoffies met gebontkraagde hoodie te vragen die net hun taakstraf erop hebben zitten en berouw hebben getoond voor scooterroof, het belagen van homoseksuelen of het scanderen van antisemitische leuzen in Amsterdam-centrum? Een paar aanpassingen in de detaillering en de nationale dodenherdenking wordt voor heel Nederland dragelijk.

Wopke, Mark, Hugo, Wouter en Klaas

Dankzij Wopke, Hugo en Mark, Wouter en Klaas, gecontroleerd door Jesse, Esther en vooruit Fleur en Laura en Kathalijne, Pia, Stieneke, Attje, Renske, Lilian, Sadet en Khadija, word ik niet onrustig van 92 miljard in de min en een staatsschuld van 65% van het bbp. Maar god, wat mis ik hier de vrouwen aan de teugels. Carola zit tot d’r nek in de PAS en de PFAS en Monica wordt door de grefomannen overruled en onder de duim gehouden. Gek, maar terwijl in Nederland de zorg voor 85% in de handen van vrouwen en een oprukkende e-health is, komt de regie als vanouds van mannenborden: Mark, Hugo en Jaap. Ze doen het goed, is alom de door links en rechts gedeelde opvatting. Toch presteren internationaal vrouwen beter, kijk maar naar Taiwan, Finland, Noorwegen, Denemarken, Duitsland. Je zou hopen dat ook KLM wordt geregeerd door vrouwen. Het masculiene gejank om staatssteun van zetbazen Elbers en Air France’ Smith en tegelijk schaamteloos naar bonussen graaien (en geen belasting op kerosine en geen btw op tickets en 10% van de piloten die met buitenlandse adresjes de belasting omzeilen als Noord-Italiaanse grootverdieners) schreeuwt om vrouwelijke relativering. Misschien dat we nu, met aan het roer Urgenda’s Marjan Minnesma, de klimaatdoelen gaan halen.

De laatste tijd denk ik dagelijks aan Wanda de Kanter en Pauline Dekker, twee door het KWF uitgekotste longartsen van TabakNee die zouden willen dat kanker de coronasterfte zou benaderen. CBS: Kanker is (als ziektegroep) de belangrijkste doodsoorzaak in Nederland. In 2018 stierven in Nederland 44.739 personen (24.344 mannen en 20.395 vrouwen) met kanker als onderliggende doodsoorzaak. 23 % hiervan (10.289) betrof longkanker.’

Dus: terwijl Nederland, aangevoerd door Mark, Hugo, Jaap en Wopke al anderhalve maand in de ban is van Covid-19 verdient de Staat der Nederlanden door accijns en btw op tabaksproducten aan de sterfte door longkanker, nee, gekker, stimuleert het hyperverslavende tabaksproducten door de verkoop schaamteloos te stimuleren.

En dan, onder het mom van ‘never waste a good crisis’ hoopvolle ontwikkelingen in de gezondheidszorg: veel zorg kan en gaat digitaal. Patiënten die voorafgaand aan een huisartsbezoek op een formulier mogen aankruisen komen er vanzelf achter dat lage rugpijn, vergeetachtigheid of hoofdpijn pas na vier weken een bezoekje aan de wachtkamer waard zijn. Er zijn nu al huisartsen die klagen over het 90%-fenomeen, het verschijnsel dat patiënten doorkrijgen dat 90 % van de gezondheidsklachten vanzelf verdwijnt. En er wordt efficiënter gewerkt in de zorg. Het RadboudUMC heeft zelfs een ‘beterlatenlijst’ opgesteld van geld, tijd en leed besparende overbodige en soms zelfs schadelijke ‘verpleegkundige’ handelingen.

Cataclysmisch, adipositas, triage, capibara

Op 130420 om 07.43 uur lees ik in een column van Sylvia Witteman het woord cataclysmisch. Ik denk veel woorden te kennen, maar dit? Van sommige woorden kan ik me precies herinneren wanneer ik het voor het eerst hoorde. Het woord adipositas kende ik tot 270320 niet. Dat leerde ik van Diederik Gommers die meedeelde dat de meeste ic-patiënten daaraan lijden: zwaarlijvigheid. Nog een woord dat je nu geregeld hoort en waarvan ik het leermoment nog precies weet: triage en triëren. Ik ken het sinds mijn 60,47e jaar. Ik voelde al een week een pijntje in de onderbuik. Als mannen spreken van de onderbuik, bedoelen ze de omgeving van de pielemuis. Daar waar de onderbuik overgaat in het scrotum zat een gevoelige verdikking; zacht als dikke pap, dik als een gekneusde duim en pijnlijk als een ontstoken oor. Was het vocht, een bultje, een opgezette spier? Na een week negeren werd het vrijdags erger. In een wielrenboek had ik net gelezen over een derde bal. Wijs geworden door familieontwikkelingen werden vlekjes vlekken bobbeltjes verdikkingen bulten tumoren. De telefoniste startte het triëren. Zij wilde precies weten wat ik voelde voordat ik mijn broek voor haar jonge collega, een aio van 26 met bladderende lipstick, donshaar op d’r kaken in het zonlicht, paardenstaart, een aandoenlijke door een hockeystick afgebroken voortand, dichtgegroeide neuspiercinggaatjes, op de knie gescheurde skinny jeans en een krokodiltattoo die zijn staart onder de mouw uitstak als een pissebed zijn kontje onder een slecht afgekitte voeg in een toiletruimte, mocht laten zakken. Ik was getrieerd: gewogen en zwaar genoeg bevonden en mocht komen. Onmiddellijk verhevigden mijn klachten zich want ze werden al op afstand erkend. De aio gaapte even na de begroeting, bleef zitten als de moeder van een jengelend kind dat een gescheurde nagel laat zien, verschoof haar rijdende bureaustoel mijn kant op en richtte een felle lamp op een wegschietend zilvervisje en vervolgens op mijn apparaat als een detective een zaklamp op bloedsporen op een plaats delict. Met blauw gehandschoende vingers betastte, bekneep en bevoelde ze mijn, eh, onderbuik- en scrotumvel, aarzelde bij een oud en verweerd litteken, schoof achteruit, trok geroutineerd de handschoenen uit, waste d’r handen, beet een gescheurde nagel af, schreef een nota en checkte d’r facebook. Als 90% van de kwalen: gaat vanzelf over. Laatste woordnieuws: vanmorgen wil de OnzeTaal-rebus als oplossing capibara zien.

Grootkoor

Het Grootkoor is een bedrijf en een verzamelnaam voor 15 grote koren in Nederland die projectmatig werken. Op elke locatie wordt vijf keer gerepeteerd en dan volgt in december een concert in een theater. In Drenthe zijn de repetities in Westerbork en is de finale in theater De Nieuwe Kolk te Assen op dertien december. Aan het concert werkt diva Karin Bloemen mee. Een beetje dus als Coevordense Boys dat getraind door Ronald Koeman, bijgestaan door spelverdeler Frankie de Jong speelt in De Kuip. Deelnemende zangers betalen € 60,- voor de muziek en € 18,- voor een strikje dat bij de uitvoering wordt voorgeschreven. Een kaart voor een belangstellende (arme partners moeten wel weer mee natuurlijk) kost € 22,50. In Westerbork doen er, schat ik, ruim 200 zangers mee. Landelijk zou dat neerkomen op 3.000.

Als je zingen leuk vindt, vind je zingen met een koor van meer dan tweehonderd man ook leuk. Denk ik. Na één repetitie heb ik de smaak te pakken. We zingen voor vier stemmen gearrangeerde kerstmuziek. Ongelijk aan veel mechanische, steriele pop en rap zijn de melodieën vaak dikke prima en puik en, gelijk aan het merendeel van de pop en alle rap, de teksten vaak afgezaagd, pover en schamel.

Dirigent Etty van der Mei beheerst haar vak als geen ander. Een soort vriendelijke Louis van Gaal. Van 19.15 uur tot 22.00 uur wordt er gezongen; thuis oefen ik dagelijks. Anders dan bij reguliere koren wordt er geen tijd gemorst. We studeren, met een oefen-cd, 22 nummers in. Iedereen is gemotiveerd en gedreven, als middelbareschoolleerlingen voor de Grote Avond. Natuurlijk is ook bij het Drentse grootkoor het aantal mannen in de minderheid. Ver! Bij de mannen ben ik denk ik de jongste. Bij de vrouwen zie je een handvol millenials tussen veertigers, vijftigers en grijze kuiven.

Wat maakt het vierstemmig zingen leuk? Met een groep onbekenden, mijn zangmaten en ik kennen bijna niemand, in relatief korte tijd geconcentreerd brokstukken muziek instuderen die daarna als een puzzel een geheel vormen en bijna allemaal goed klinken. Dat we in december Edison-, Pisuisse-, Annie M. G. Schmidt- en Gouden-Harp-prijswinnares La Bloemen ontmoeten speelt niet mee. Dat we in een volle bak met uitstekende akoestiek optreden wel.

Grootkoor Projecten organiseert naast kerstprojecten nog koorreizen. Jaarlijks wordt in het Concertgebouw een koorproject voor, schrik niet, duizend zangers georganiseerd. Dit concert is, bijna standaard, uitverkocht.

Özcan Akyol in Coevorden (€ 7,50)

Het bibliotheekzaaltje is met zestig stoelen vol. Vrijwilligers, biebmedewerkers, leesgroepleden en twee pubers. 85 % vrouw. Geroutineerd vertelt bestsellerauteur Akyol, BMI van 25, sjoemel-Audi, polootje, lichte jeans, blote voeten in sneakers en charmant plukkend aan een onzichtbare broeksriem onder een afwezig buikje, zijn verhaal over zijn Turkse achtergrond, zijn jeugd in Deventer. Veel vooroordelen over cultuurarme Turkse immigranten worden bevestigd: ouders die niet of nauwelijks Nederlands (willen) leren spreken, jongeren die met geritselde Armanishirts een straatuniform creëren, een wijk die Ankara aan de IJssel heet, Turkse werknemers die zo snel mogelijk een uitkering binnenharken en jeugd die knoeit met studiefinanciering. En natuurlijk een Nederlandse omgeving die zich niet bekommert om integratie, gepersonaliseerd in het cliché van een lagereschooljuf die een slimme gast een te laag schooladvies geeft. De schaamteloze openhartigheid over de zich misdragende en naar de criminaliteit afglijdende jongere is weldadig. Het is een EO-verhaal in optima forma. Akyol, de kansarme crimineel wordt de bekeerde predikant die op tijd het licht kreeg aangereikt door een (detail: Surinaamse) cipier die zijn brave inborst, studiezin en leesgierigheid ziet en hem Rozemarijntje, stripboeken, Baantjer, ’t Hart, Goethe en Céline geeft. Eus, de autobiografie, past over Özcans leven als een niets verhullend cellofaantje over een doos frikandellen. Akyol, opgegroeid in een vrijzinnig Alevitisch nest, zeg maar de ietsisten in de Islam, journalistiek gestudeerd aan het christelijke Windesheim in Zwolle en gesjeesd aan de gereformeerde VU in Amsterdam, is op zijn sterkst wanneer hij voorbij de sappige details treedt van een bierdrinkende vader en een moeder die niet weet wat scheiden is en verhaalt van de magische sensatie die het lezen en nu dus schrijven hem geeft en de invloed van literatuur, van taal, van veel lezen op zijn persoonlijke ontwikkeling tot een volledig mens. Akyol, bedankt!