De koepel

Veel koepels staan op lome, lege kerken
Of zijn de daken van een nor of lik
Maar echte koepels staan op markten, pleinen
Zo weten jan en alleman en ik

Daar wordt gedanst, gedroomd, gemusiceerd
Getapt, gepraat, gedronken, gejongleerd
Gezoend, gebikt, gelikt, gediscussieerd,
Gecopuleerd, heel soms geürineerd
En vanaf nu, vandaag, gedeclameerd.

De nieuwe koepel op de markt in Emmen
Wordt bruisend, schuimend, centrum van cultuur,
Van fluisterende, hese jongensstemmen
Met in de verte geur van de frituur
Voor zieners, blinden, dansers, clowns, jongleurs
Voor profi’s, semi’s, hele amateurs

Hier arriveerden meer dan twintig sinten
Verdeelden snoepgoed, al te veel cadeaus,
Hier trouwden lesbo’s, homo’s, hetero’s.
Er wordt gezwaaid met lange, luie linten,
Met vaandels, soms drijft er één ‘n oude hoepel.
Kijk nu: riet nieuw, en verf in zachte tinten
Maak dat hij slijt: die mooie,nieuwe KOEPEL