Op naar Mokum. 020. We reizen met de NS. Ruim, relaxed, goedkoop en op tijd. We verbazen ons er zeer over dat kaartjes knippen passé blijkt. In Amsterdamse trams het tegenovergestelde: in het midden van de tram zit een gisse reisbegeleider, vaak met superieure nagellak, die nauwgezet het inchecken controleert en daarnaast alle reizigersvragen beantwoordt. Bezoekjes aan fotomuseum Foam, lekker door de stad slenteren, het Stedelijk badkuipMuseum, een bijna bedwelmend concert in het Concertgebouw, een terrasje daar en hier, buiten de deur ontbijten, interessante ontmoetingen: fijne ingrediënten voor twee daagjes 020. Dat niet elke binnenstads-Amsterdammer, meestal gehuld in keurige Zara- of Bijenkorfkleedjes, zich bekommert om straatvuil, is jammer.
In fotomuseum Foam zien we veel conceptuele, fotografie en oud materiaal van Paul Huf, o.a. het fameuze groepsportret van Cruijff, Swart, Keizer en Nuninga, wat koninklijkhuispics met opgepoetste prinsesjes en een varkentje in hun aandoenlijke periode en veel reclame- en tijdschriftenfotografie die nu antifeministisch zou heten. Tegelijk vraag je je bij elke foto af wat het artistieke gehalte is. Grote ogen bij de museumshopmedewerker als we vragen of we hier de biografie van Erwin Olaf kunnen bestellen.
In het Stedelijk Museum een grote expositie van Miriam Cahn ‘Reading Dust’. Aangrijpend los geschilderd werk met vrouwen in ongemakkelijke of gevaarlijke – aan mannen te wijten- situaties. Een waarschuwing aan het begin van de Cahn-zalen is zeker gepast. Spooky, indringend, kwetsbaar, rauw, naakt, genadeloos, wreed, emotioneel. Vaak eenvoudig geschilderd, met veel slachtoffers en enkele daders. Opvallend de gesluierde vrouwen in onalledaagse outfits. Vergeleken met de lange rijen voor het Rijks is het SM uitgestorven. In de tram terug overdenk ik hoe de Joodse kunstenares Moslima’s op het doek zet.
In het concertgebouwcafé Viotta staan de tafeltjes aaneengeregen, wat een dorps gevoel geeft; je weet alles van je buren, zo horen we links twee PwC-medewerkers schaterlachend vertellen over de pas ontdekte examenfraude bij Ernst & Young en rechts dat ‘loser’ Steijn naar Sparta verkast. In het Concertgebouw genieten we van de Canto Ostinato van Simeon ten Holt. Vier vleugels, bespeeld door Jeroen en Sandra van Veen, Sonja Lončar en Andy Pavlov. Anderhalf uur bijna bedwelmende, minimalistische, als een perpetuum zichzelf herhalend maar toch steeds net even andere muziek. Ik kende de Canto alleen op orgel van Toon Hagen en moest niets van een uitvoering op piano hebben. Maar vier vleugels komt echt in de buurt. Na afloop is er aan een vier meter brede bar een drankje voor de 1.000 bezoekers. De vier musici staan iets verderop bewonderaars te woord in de gang. Dat ik tegen willekeurige bezoekers mijn mond houd over ons (stijf uitverkochte) Grootkoorconcert in december, noemt vrouw I een wonder.