Palingen steken oceanen over om te gaan
Paaien; zalmen zwemmen tegendraads &
Stroomopwaarts indien nodig naar verre,
Ongenaakbare geboortegronden; ondankbare
Snoeken hoeven maar tot Zuid-Friesland,
Want daar zijn voor zoete snoeken de beste
Paaigronden, zeggen ze; op zulke uitspraken
Zul je broedse kieviten nooitnevernea betrappen;
Tot nu stootten de Duitse volle visvrouwtjes
Hun geile, grage neuzen tegen basalten taluds
Van stalen Eemsdijken ter hoogte van Meppen,
Haren, wie weet zelfs Rütenbrock-Mitte; westwaarts
Willen ze, als meegalopperende snoekshoofden,
Vom Osten nach Westen, een prima route.
Drentse waterstaatingenieurs met een passie
Voor snoeken verstonden de driften en
Verzonnen iets: kunstmatig creëerden ze
Vraag naar doorvaarroutes, die waren goed
Voor toerisme en de weg zoekende volgelingen
Van dominee Rosenbaum in Klazienaveen-Noord,
Voor kunststof hatende Ericanen die blijven
Neuriën dat hout moet, de snoekentomtom navigeerde
Nabij de grazige weiden van beide Compascua,
Klazienavener Woonschepen: uitverkocht,
Submariene hunebedden kwamen in beeld,
Vanaf rondvaartboten met glazen bodems, alles
Dankzij de paaigrage snoek, Oranjedorp kreeg
Nog meer kleur, de doorzwemroute kwam er
En daarmee de doorvaarroute, de wereld ligt
Open, verre horizonten ontsluiten zich, straks
Ligt Emmen aan de staandemastroute, wordt
Coevorden twaalfde stad, de snoeken dankbaar,
Dankbaar de snoeken.