Maarten ’t Hart 2: ‘Stenen voor een ransuil’ (1971) en 4 x Noorderzon

’t Harts debuutroman is verdeeld in drieën. Deel I, ‘De hoge zwaluwen’ deed wat stof opwaaien en werd door recensenten herkend als het werk van een topauteur. De uitgever zegt: een afstandelijk en precies geformuleerd verslag van de religieuze verminking van dertigers en veertigers. Ammer Stol, zoon van rechtzinnige ouders, raakt betoverd door muziek (van Bach, Frank, Beethoven) en krijgt, eerst stiekem, en later als hij de organist in zijn vaders kerk kan vervangen openlijk, orgelles van Brikke, een wat oudere man met pedo/homo-erotische aanvechtingen die Ammer niet begrijpt. Een tragische, eenzame, komische, indringende zoektocht omtrent homoseksualiteit staat centraal. ‘Godverdomme,’ schreeuwde hij,  waarom duren die rotpreken tegenwoordig zo kort?’ Aldus Brikke, die de jongeheer Ammer aftrok op de orgelgalerij tijdens de prediking, maar Ammer wist al dat hij nooit klaar zou komen. Deel II, ‘Vluchten’, kent een heel ander verhaalperspectief omdat er een nieuwe ik-persoon optreedt met wie Ammer bevriend is. We nemen een sprong in de tijd van zeker 10 jaar naar een vakantie in Engeland. Opvallend detail: heteroseksualiteit wordt hier nog ‘normaal’ genoemd. In deel III, De zomerslaap, ontmoet Ammer Brikke weer en later volgt een weergaloze passage over een schoolklas en leraar Tipsel die het aan de stok krijgt met ongelovige leerlingen. Ammer neemt het op voor een weggestuurde Hugo. Meesterlijk. De verhaalcirkel sluit als Ammer nog een keer het huis van Brikke bezoekt.

Noorderzon Groningen 2023:

I de vijfsterrenparade van NRC en VK voor Cirque ICi van Johann Le Guillerm is terecht. Nooit zag ik zo’n betoverende, spectaculaire, verrassende, technisch vernuftige acrobatiek in een circustent, begeleid door constant nerveus druppelgeluid, piepjes en het geknisper van des acrobaats vingers en schoenengetikkietak.  We zien een keur aan buitenissige vondsten gerelateerd aan bewegings- en zwaartekracht. Het begint met een uit de nok neerdwarrelend veertje dat door Le Guillerm in de lucht wordt gehouden en eindigt met een soort mikadostokken van 2,5 meter die zonder lijm of spijkers een overkapping over de gehele piste vormen. Tussendoor nog wandelende staken, opvouwbare en in de lucht gehouden kunststof panelen, een op zandlopers gebaseerd bewegend aquarium, kortom onvoorstelbare, zelf ontworpen en gemaakte constructies.

II Wat een verschil met de geluidskunst van Bouke Groen uitgevoerd in het Provinciehuis door het Vocaal ensemble A Capelli. Zonder stoppen worden in plaats van zinnen geluiden gezongen in drie ruimtes. Moeilijk. Bijzonder! Dan is 30 minuten ook wel weer mooi.

III Margôt Ros en Jeroen Kleijne presenteren hun samen geschreven boek ‘Zeg maar Agaath’. Het echtpaar Ros/Kleijne boeit geen minuut. Ros en Kleijne paaien het Groningse publiek door de Amsterdams Parade te kleineren. Groningen applaudisseert de handen rauw. Geen reclame voor duo-auteurs.

IV Met opperste concentratie speelt Andrea Salustri met piepschuim: hij jongleert met piepschuimbollen boven een ventilator en bereikt een soort Zen-moment: stilte, ontspanning, fixatie. Van alle bezoekers daalt de ademhaling en hartslag dusdanig dat de krappe zitbankjes, geposteerd op lichaamsgrootte van miniatuur-Italianen uit de tijd dat het Vaticaan nog aanzien had, gedurende negen minuten niet onprettig aanvoelen. Salustri danst gracieus met een plaat polystyreenschuim, maakt een sneeuwbui van verkruimelde korrels en zet grote ventilatoren in die met druk en tegendruk een poëtisch piepschuimspel tonen: quasi-wandelende en zwevende platen, en hij orkestreert met vijf of zes microfoons een bijzonder soort psychedelische zenuwlijdersmuziek die enkele bezoekers naar oordopjes doet grijpen. Magisch. Kunstig. Artistiek. Apart. Interessant. Innovatief. Oplettende docenten creatieve vakken die op vernieuwing uit zijn, gaan kunnen scoren; de kunstjes lijken uiterst leerbaar. Of oceaanschoonmaker Bojan Slats blij is met deze vorm van kunst?