Maarten van Rossem – De geschiedenis van het Nederlandse landschap (Nieuwe Kerk 30-0125)

De kracht van Van Rossem is dat hij historische wetenswaardigheden afwisselt met kneiterharde analyses, aangeboden in een goedmoedige lobbesverpakking en geuit met een zachte stem met Utrechtse tongval. Rustig heen en weer drentelend onder de kansel houdt de fitboy van de feitenkennis (dixit P. Freriks) zijn verhaal. Zonder plaatjes of statistieken. Af en toe een slok koude koffie nemend, ingeschonken uit een meegenomen kan. Het publiek is een afspiegeling van Groningen: stadjers, boeren, al dan niet gelovig, die graag mild worden gekastijd en voor die geseling vriendelijk applaudisseren.

Van Rossem voorspelt een rolberoerte voor de dominee, mocht er bij de preek evenveel publiek, 500, zijn als vanavond. Sowieso vraagt hij zich hardop af welk nut religie heeft; graag geeft hij als heiden, ook wel smerige linkse radicaal of Moslimknuffelaar genoemd, het geloof met de vuilnisman mee. Kerken zijn overbodig, aldus de spreker. Ook zijn er, weer mildelijk verpakt, harde woorden voor de boeren: Er is in Nederland geen ruimte voor deze met subsidies en fiscale voordelen overstelpte beroepsgroep. En: welke andere beroepsgroep met een minimale economische betekenis kan rekenen op een royale uitkoopcompensering wanneer blijkt dat het vak geen toekomst heeft?

En passant richt Van Rossem het woord direct tot het (aarzelende) publiek en bij te grote onwetendheid verwijst hij graag naar de boekwinkelier die met een kraam aanwezig is. Onderkoelde humor sorteert effect, zo demonstreert de professoraal pratende would-be-cabaretier.

Zijn boodschap is dat er geen platteland meer is; de scheidslijn stad – platteland is zo goed als verdwenen. Nederland is een parklandschap. De provincie Groningen is gewoon een onderdeel van de verstedelijking die als een schimmel of vlektyfus om zich heen grijpt. De uitdrukking ‘in the middle of nowhere’ kan in Nederland niet worden gebruikt. Steden zijn broedplaatsen voor creativiteit, op het platteland wordt niets verzonnen.

Heilige huisjes worden onderuit gehaald. De wereld is helemaal niet vol. Kijk naar Amerika (Wyoming is zes keer Nederland met de inwoners van Utrect), Frankrijk, Duitsland, Oost-Polen en verder oostwaarts. Van Rossems boodschap is dat de natuur, onze vijand, gruwelijk wraak zal nemen met bodemdaling en grondwaterstijgingen (die door de boerenstand op onnatuurlijke wijze laag wordt gehouden; zoals de boeren ook de leefomgeving aantasten met een gruwelijke chemische verdelging van insecten, die in stedelijke gebieden floreren) en overstromingen. Maarten ’t Hart is zo gek nog niet als hij een woonark in zijn tuin wil plaatsen. En wolven? Die richten, vergeleken met everzwijnen, nauwelijks schade aan. Maar houd de aantallen, vergelijk de bevers, in toom.

Zoals het een echte leraar betaamt schuwt Van Rossem de herhaling niet. Onder applaus spoedt hij zich naar de signeerhoek.