Provinciale Staten, een dagje

Uitgenodigd door gastvrouw Margriet Donker – Van der Vinne (CU)  loop ik mee met  Provinciale Staten. De male chauvinist pig in mij hoopt op een evenbeeld van Carola Schouten. Ik ga op zoek naar de sfeer. Kijken, luisteren, voelen, ervaren.

Deze keer dus geen focus op inhoudelijkheden. Rondkijkend speur ik naar boerenbroeders als Henk Bleker, Henk Staghouwer, beiden begonnen als Groningse gedeputeerden. Mijn intentie om in te zoomen op sfeer voorkomt dat ik moet stellingnemen in heikele agrarische kwesties als pesticiden in lelieteelt, mestfraude, kalverfraude, gekkekoeienziekte, vogelgriep, stikstofproblematiek, rodedieselfraude, Q-koorts, misstanden in slachthuizen, microplastics in melk, vlees en veevoer, het shredderen van haantjes, bokjes en stiertjes, het bruut verbreken van de koe-kalf relatie, kortom de agrarische wereld als failliete bedrijfstak van bulkgoederen, een bedrijfstak die ondanks decennialange subsidie-infuzen met opkoopregelingen 100 x meer wil ontvangen dan alle sociale achterstandsprogramma’s in buurten waar grootgrondbezit even onbekend is als solidariteit met kleingrondbezitters bij boeren.

Provinciale Staten met zijn zestien (splinter)partijen is een uitvergroot expliciet argument voor kiesdrempelverhoging. Alle partijen worden uitgenodigd hun licht te laten schijnen over het belangrijkste vergaderonderwerp vandaag: Uitbreiding van de Eemshaven. Bijna alle maken er gebruik van. Voorzitter René Paas doet moeite wakker en elegant te blijven. Dat lukt hem bijna. Wat hem niet lukt: op tijd beginnen.

Er staan 43 stoelen klaar; slechts enkele leden zijn afwezig. Tien vrouwen. Veel ambtenaren en mensen uit het onderwijs, hoor ik in het voorgesprek. De werktijd voor PS, vertelt Margriet, is ongeveer 20 uur per week tegen een vergoeding van ca. € 800,- Ik zie geen zwarte statenleden, ook geen hoofddoeken. Van kruisjes aan halskettingen ben ik niet zeker. Ook geen pastafarians zo te zien. In de pauze (heerlijke broodjes, karnemelk, vegasoep maar ook Marsen en Twixen) zien we een overdaad aan maatpakken, glimmertjes, manchetknopen en stilettohakken maar geen tattoos, trainingsbroeken en hoodies.

Opvallende spelers in het ochtendprogramma: Agnes Bakker, Bennema, Marquart Scholtz, Meendering, Van der Werf, en uitblinker Voerman. In de pauze spreek ik jonge hond Geijtenbeek die voorspelt dat hij na de pauze een motie over OV gaat indienen. Van de gedeputeerde Staten mag Tjeerd van Dekken een serie vragen (kordaat) beantwoorden. Leerzaam allemaal. Jammer dat Nederlands op één na mooiste streektaal, het Gronings, hier afwezig is als bescheiden introspectie bij boeren die veertig jaar niet hun bedrijfsmodel hebben willen omvormen. Ik schat dat de meesten een inburgeringscursus in het Gronings niet zullen halen.

In de pauze wordt ons een rondleiding aangeboden door het gebouw. Het ademt een sfeer van luxe, pracht en praal. Helaas weten de gidsen niet hoeveel van het chique interieur te danken is aan de verdiensten van de slavenhandel: een zwarter dan zwarte tijd waarin Groningen excelleerde en slechts twee andere steden boven zich hoeft te dulden. In de hoofdgang, langs Paas’ kantoor, een expositie van Ploegwerk tot circa 1975, waarbij gemakshalve wordt voorbijgegaan aan het feit dat de Ploeg nog steeds leeft, volgens sommigen zelfs springlevend is.