Zoals ooit witte scholen een taalklas hebben omarmd, banken de witwasroute hebben uitgebannen, binnensteden auto’s leren weren, panikerende huisartsen zeurpatiënten via een triage weghouden, kerken hun ruimte verhuren aan whisky- of lingerieproeverijen, religies de orthodoxie buiten de deur houden, zo hebben slimme boeren de afslag genomen naar ecologisch verantwoord bioboeren.
In elk segment houd je de verongelijkten, de starre, stijve, eigenwijze geesten die denken dat alles moet blijven zoals het is en vroeger was. De accountants die blijven spieken bij examens, notarissen die de derdenrekening plunderen, politici die denken dat twitter een levensader is, hospicemedewerkers die volhouden dat een hoofddoek atheïsten en ietsiepietsisten rustige laatste uren opleveren. En boeren die volhouden dat boer zijn een verworven erfrecht is.
W en ik, gemiddelde leeftijd 71, kennen elkaar ruim 50 jaar. Beiden Fries. We houden van de provincie, spreken de taal en we denken de gedachtewereld van de boer te kennen. Zij komt uit Twijzel, ik uit Kollum. We lopen in de buurt van Surhuizum. We zien zeventien omgekeerde vlaggen en één drijvende tussen pijlkruid en krabbenscheer. Het slootwater ziet er prachtig uit. Helder, veel zuurstofplanten, volop vissen. Verderop een sierlijke tjasker. We fantaseren over het waterschap dat samen met de boer de sloten onderhoudt en van ons het predicaat ‘excellent’ krijgt.
Waarom dan die vlag in het water? Vlaggen zijn nationale symbolen die, vanuit welke hoek dan ook bekeken, gerespecteerd moeten worden. We gaan de boer een les leren. Zonder zijn land te betreden, schoenen en lange broek uit en even door de sloot waden, posteren we de vlag zoals het hoort.