Tonko Ufkes ‘Ongeliek’ (2018)

Op zoek naar Ufkes’ nieuwste verhalenbundel ‘Doagen en dreumdoagen’ neem ik even genoegen met ‘Ongeliek’. In één ruk uitgelezen. Dichter, historicus, leraar, wadloopgids Ufkes schrijft in het Gronings, nou ja Westerkwartiers, een soort Gronings-light, verwant aan Drents en Fries. ‘In Drenthe denken ze dat dit Drents is,’ zegt polyglot Ufkes lachend in een interview. Na mijn CGTC¹-cursus Grunneger Toal is dit goed te doen. Ik ken de naam Ufkes van Roet (Drents letterkundig tiedschrift) en ook daar steekt hij met kop en schouders uit boven de Nedersaksiche rest.

‘Ongeliek’ telt ruim 20 verhalen, waarvan twee iets langere. Een groot deel verscheen eerder in tijdschriften. Alle sober geschreven. Verrassende wendingen. Mannen zijn vaak sullige typen, vrouwen initiatiefrijk. Humoristisch. Gevoelig. Natuurlijk komt een plattelandsthema voorbij met wrede dorpsjongens en een jongetje dat ‘geen boerenhanden’ heeft. Zijn vader, het zal de tijd van voor de dierenambulance zijn, verlost de roek uit zijn lijden. De zin ‘Ik zie niks mor heur t zaacht knappen’ is veelzeggend.

Nergens brute, expliciete seks, maar erotiek: ja. Ook daarmee staat Ufkes op eenzame hoogte. Hij slaagt erin een in Griekenland vakantie houdende man met zijn halfzus naar bed te laten gaan. En geen seconde dat je denkt: Huh? Een jong stel bedrijft de liefde op een badlaken in de tuin en wordt begluurd door de schoonvader. Ziekten, fysieke zowel als mentale tasten geheugens aan en bevorderen delirische dromen en vergezichten. Oude herinneringen aan lagereschoolvriendinnetje Hanneke van wie de grotere zus Hennie de twaalfjarige jongen aanrandt. Wat een feest als hij, volwassen, tijdens een congres de naam H. McPhearson-Steggerda ziet. Sja, de laatste zin kun je aanvullen: ‘En ien één lange tuut holdt ze mien mond beet en ik loat heur borst en heup niet lös.’

In het titelverhaal beschrijft de autohersteller een aanrijding met een hond in een mooie vooruitwijzing ‘…hest stevig kontakt zöcht, ik zie t wel.’ En inderdaad, ‘bij dit slag vraauw past gien verweer’. Het wordt een prachtig verhaal dat plaatsvindt in een dorp zonder geheimen en waarin de zussen Anna en Renske het de lesgever niet eenvoudig maken.

(Mocht het CGTC¹ (Centrum Groninger Taal en Cultuur) ooit zijn stoffige imago willen afschudden, zet Ufkes op de verplichte literatuurlijst!)