We hebben de zesde les Gronings achter de kiezen. De groep dunt uit als kruinen van Noordpolderzijlbewoners. Bijna 30 procent is absent. Eén cursist is permanent afgehaakt, één studente mis ik al drie keer en drie zijn vanavond verhinderd. Groningse lessen volgen is als je relatie of tuin onderhouden. Of als Caroline van der Plas ervan overtuigen dat de boeren toch echt de kern van de stikstofproblemen zijn. Of Max Verstappen of Bouke Mollema laten inzien dat ze door in Monaco te wonen ordinaire belastingontwijkers zijn. Je moet je stinkende best doen en doorzetten. Dit is de beste les tot nu toe, iedereen krijgt voldoende spreektijd. De juf neemt de huiswerkmakers serieus, die kunnen laten horen wat ze ervan gemaakt hebben. Ik denk terug aan vroeger, mijn MAVO-viergroep in Oosterhesselen, sommigen deden graag huiswerk, anderen poetsten de plaat.
Mijn klasgenoten leer ik langzamerhand kennen. De openhartigheid treft me. Mijn buurvrouw heeft morgen een spannende audit. Een ander vertelt dat ze als hobby het liefst met de zeis zwaait en maait. Verhalen over een ontsnapping aan een Papoease krokodil, de wens een koffietent te beginnen, foto’s en trouwringen van overleden voorouders, van dakspanten geschoten duiven onder werktijd, mijnbouw in de ruimte, onverwachte vondsten in overalzakken. Een vrouw draagt kekke, korte, zwarte handschoentjes. Haar wordt belangstellend gevraagd of ze artrose heeft, last van hypermobiliteit of dat het SM-attributen zijn. Geschater!
De juf begrijpt wat nodig is en stelt open vragen als Twan Huys na een opfriscursus. Niets beters dan de cursisten laten vertellen over hun jeugd, dorpen van herkomst, werkgerelateerde anekdotes of een ‘koesterpotje’. Er wordt goed geluisterd, invoelend geknikt en aangemoedigd. Gelachen ook, uitgelachen nooit. En even voorzichtig meegezongen over de Poolse bruid, een geraffineerd, vals, fout lied van Bert Hadders over een via een datingsite binnengehengeld (tegenvallend) Pools hebbeding.
Een oplettende cursist bevreemdt het dat de zin ‘Gait is buiten’ in het Gronings (Gait is in boeten) 25 % meer woorden nodig heeft dan het Nederlands terwijl gezegd wordt dat het Gronings zo’n beknopte taal is. Even een check: de twaalf zinnen bovenaan blz. 30 tellen in het Gronings 81 en in het Nederlands 69 woorden: 17% meer in de streektaal. Oeps!
De kennis van het Gronings en vaardigheidsverschillen zijn extreem groot. Omgerekend van kleuterschool tot universiteit. Dan komt het aan op de moeilijkste onderwijsvaardigheid: differentiëren. Analyseren en observeren wat de verschillen zijn en daar een onderwijskundig verantwoorde oplossing voor bedenken, waarbij recht wordt gedaan aan de verschillen, zeg t mor. We gaan de goede kant op.