“Ja, die stomme El Yakoubi en Orkun Kökcü verpesten de boel weer. El Yakoubi is ook een Riffijn, maar dan één uit Utrecht. Ken zijn grootvader nog van de souqs uit mijn geboortestreek.” Ze begint al als ze me ziet aankomen, een lach van oor tot oor en op werkschoenen deze keer. “Kom,” ze wenkt me mee naar het stenen muurtje op het Akerkhof. Zonnetje, overal duiven: perfecte plek. Ze legt me geduldig uit dat ze zich geneert voor die verwende aanvoerders die de OneLove-aanvoerdersband niet willen dragen. “Moslims, dan krijg je dat,” gaat ze door, “ik herken dat, homoseksualiteit wordt, net als door Nederlandse psychiaters 50 jaar geleden, door de Islam nog steeds als ziekte of zonde gezien, ze denken dat het dragen van die band henzelf ook homo maakt,” en ze schatert de duiven weg, de vlecht springt en danst vrolijk mee. Twee jonge kauwtjes kijken haar verwonderd aan. Een kwieke eindzestiger loopt voorbij en strooit kwistig met een handvol gemengde korrels. ‘Arib’ knipoogt naar hem. Zielsgenoten.
We springen van de hak op de tak. ‘Arib’ was ook in het Forum toen schoothond Rinse Sinkgraven Lisa Loeb interviewde. “Tuurlijk, die Lisa Loeb had het niet gemakkelijk in haar jeugd. En dan die dorpsjongens die haar pestten, verschrikkelijk, maar om nou de docenten als oorzaak van alle kwaad aan te merken?” “Ja, was niet best,” vul ik aan, “vreselijk dat ze gebukt ging onder angsten en paniekaanvallen, en wat goed dat ze daar vrijuit over praat.”
“Heb je ‘Het lied van ooievaar en dromedaris’ van Anjet Daanje al gelezen?” Verdomme, denk ik, ze is me voor. “Nee, ben halverwege, lees net over die tweeling die als één persoon wordt uitgebeeld: magisch, schitterend, prachtig. Daanje komt met stip mijn toptien van schrijvers binnen. Net onder Rijneveld.” “Je hebt veel praatjes, jongen,” hoor ik. ‘Arib’ gaat verzitten en kijkt naar een doffer die takjes verzamelt voor de verderop wachtende duivin. “Laat zien wat je waard bent en ga zondag op Schier het strand kuisen,” zegt ze licht dwingend. “Alleen als jij meegaat,” en ik zeg haar gedag.