Fijne kerstdagen

Kerstmis (melodie: Wiegenlied van Franz Schubert)

Kerstmis, kersemis, Vast wat vaker met kastanje; Kerstfeest, eet een beest, soep met ballen en een vis.

Lekker slurpen, gooien met kurken.

Eet eens nijlpaard, voordat die ten hemel vaart / zonder botjes uiteraard /dat is ook heel fijnbesnaard / maar scheer eerst de paardenstaart.

Kerstmis, kersemis, Glühwein wisky en champagne; schrans wat drink een vat, ganzenlever uit Pernis.

Lekker slurpen, gooien met kurken.

Eet maar kikkervis, pas wel op met hagedis / maar voorkom veel ergernis / tussendoor wat hertenpis / lees eerst maar eens Genesis.

Kerstmis, kersemis, herders eten graag lasagne, kerstmis kersemis, krijg je ook geen syphilis.

Lekker slurpen, gooien met kurken.

Rook nooit cannabis, kerst is een belevenis / licht op in de duisternis / liefde is geen bizzenis / doe iets met het compromis.

 

G e l u k k i g     k e r s t f e e s t

’t Is bitterkoud, de geiten willen niet naar buiten;

Er hangen scherpe zilv’ren pijlen aan het riet

En dankzij isolatie die de kou niet binnenliet

Weet niemand meer wat bloemen zijn op ruiten.

 

De meester leest een zompig, zielig, oud verhaal

Van rampen, kwalen, schimmelkaas en tegenslag

Van ladders in een kous, een dronken prins-gemaal,

Geen beltegoed, een onvoldoende leesverslag;

 

De hele klas ligt ademloos te luist’ren, neergestort

Het moede hoofd op tafel, trage tranen stromen

Onmerkbaar langs de Altknop op ’t toetsenbord

Totdat ze bij de spatiebalk als golfje samenkomen.

 

En net als iedereen luid zit te snott’ren en te janken

Krijgt het verhaal een nieuwe loop en gloort er hoop:

De arme herders, ook de strammen en de manken,

zijn blij en hoorbaar opgelucht; ze willen enkel nog

wat surfen op het net, tiktok een volle mailbox en een vlog.