Ik ben Dennis Wiersma, racefietsspiegels, Dilan Yeşilgöz

Maandagmiddag. Mijn fietsmaat wil een stukske rond het Zuidlaardermeer jakkeren. Ik moet afzeggen want er staat een overleg met de gemeente gepland, samen met andere binnenstadswijken. Van afspraken afzeggen houd ik net zo min als Piet Adema van tegenwicht geven aan de stikstofmaffia. De  nieuwe binnenstedelijke ontwikkelingen zijn interessant maar saai. Ik bewonder de geduldige voorzitter en droom weg naar het talud bij Loppersum, waar je die lekkere, goddelijke, gierende fluittoon hoort tussen je achterwiel en de scherp afgestelde remblokken als je met 59 naar beneden jacht. Die heerlijke pijn in mijn longen, middenrif en afgematte ziel als ik mijn fietsmaat tevergeefs probeer bij te houden. Mijn strakke bovenbenen als de sportmasseur met net iets te weinig massageolie op mijn stugge beenhaartjes niets ontziend haar gang gaat en mijn spieren kneedt als een Turkse bakker te droog brooddeeg voor de hadj. Bij de rondvraag, ver na sluitingstijd, probeert iemand de discussie nieuw leven in te blazen. Als ik haar getergd uitleg waar een rondvraag voor bedoeld is kijkt ze me verstoord aan. Godver, een denniswiersmaatje denk ik dan. Ik ben Dennis Wiersma.

Eind vorige eeuw maakte ik van nabij de discussie over tweede buitenspiegels op auto’s mee en daarna de gordelverplichtingdiscussie. Na ettelijke doden door afslaande vrachtwagens is de dodehoekspiegel verplicht. Racefietsers zijn inmiddels aan helmpjes gewend. 90 % heeft een bel. Maar een veiligheid bevorderende fatsoenlijke spiegel is een brug te ver. Inmiddels verplicht op de Speedpedelec. Het interessante, maar vreemde feit doet zich nu voor dat de conservatieve wereld van racefietsers de eenvoudige spiegel (gemonteerd in de linker beugel) overslaat en en masse overgaat op een kek kwetsbaar en duur radarsysteem dat, gemonteerd aan de zadelpen, achterop komend verkeer detecteert, en permanent rood knippert als een bordeel-w.c.-raampje met stroomstoring. In fietsadvertenties en in geschorenbenenbijeenkomsten heet het racefietsstuur al cockpit, hahaha.

De tweede VVD’er voor wie ik mijn pet afneem, ik word met de dag milder, is Dilan Yesilgöz. Ze besluit dat politieagenten vanaf nu geen herkenbare religieuze symboliek mogen uitdragen. Dus geen keppeltjes, bungelende rozenkransen, jubeltenen in retrosandalen, kruisjes, enkelkettinkjes, maansikkels, libido killing hoofddoeken en pastafariaanse vergieten, ongewassen baarden of tonsuur. Eindelijk. Godsdiensten prima, maar achter de voordeur. Nu het onderwijs nog, denk ik erachteraan. Weg met religies in scholen. Dennis had zijn plan al klaar liggen. Auke Dennis Wiersma, jongen, we gaan je missen bro.