Maarten ’t Hart 43 ‘Het psalmenoproer’ (2006)

Een zeer interessante historische roman, beginnend in 1739. De beschreven problemen voeren ons naar nu. Kerkelijke ultra’s hebben moeite met het loslaten van Datheens langzame muzieknoten en komen in opstand. En passant ventileren ze als gele-hesjes avant la lettre andere maatschappelijke grieven. Vissers krijgen moeilijke tijden omdat de haringvangsten op en neer gaan.

Hoofdpersoon Roemer trouwt tegen zijn zin met een onder de rokken stinkende Diderica Croockewerff aan wie hij wordt gekoppeld door beider ouders die in hem graag een reder van vier schuiten zien. Maar Roemer raakt in de ban van de lekker ruikende roodharige Anna. Roemer is bevriend met Thade, zoon van schoolmeester Spanjaard. Diderica is fysiek zo afstotelijk is dat van nageslachtproductie, het consumeren van het huwelijk, geen sprake kan zijn. Het komt wel tot vleselijke conversatie als hij Anna bij de dijk tegenkomt. Uit deze ontmoeting komt Gilles voort. ‘t Hart heeft zich de taal van de 18e eeuw eigen gemaakt, deels onder invloed van het Frans. Op één blz. lezen we: bisbilles (gekibbel), pericliterend (in gevaar brengend), troubles preveniëren (voorkomen) en bannissement (verbanning).

Acht jaar later is er een discussie over de melodieën van kerkliederen. Zingen volgens Datheen dreigt te worden ingeruild voor ritmisch. De haringopbrengsten staan onder druk en Roemer bepleit in Den Haag betere prijzen. In een hotel onderweg hoort hij een musicerend kind dat Moot Sart heet spelen. Van Anna hoort hij dat zijn zoon dwars en ongemakkelijk is: linkshandig en ongeschikt voor de visserij?

Zeven jaar later. Nog steeds is er veel gedoe over de kerkelijke muziek en de problemen in de haringvisserij. De jongeren in Maassluis worden recalcitrant en verstoren kerkdiensten waar te snel wordt gezongen. Ook de zoon van Roemer, Gilles Heldenwier, laat zich gelden. Later, bij wassend water, dreigt het stadje onder water te lopen. Er wordt gemompeld dat het een straffe Gods is. Twee jongemannen, waaronder Gilles, hakken de masten om om schade te voorkomen. De boten zijn daarna zo goed als onbruikbaar. En Roemer, wiens verdiensten toch al onder druk staan, raakt twee vissersboten kwijt.

In een vergadering wort voorgesteld te gaan zingen op gemiddelde tonen, maar de woede van tegenstanders neemt niet af. Er ontstaat een psalmenoproer waarbij voorstanders van de korte noten worden aangevallen. Roemers eiken voordeur wordt door Gilles aangevallen. Op een bepaald moment zijn er 200 activisten die zich agressief teweerstellen tegen de snelle noten. Ook lees je dat het ook om andere zaken gaat. De vergelijking met onze gelehesjesactivisten dringt zich op. De onvrede gaat onverminderd door, nu zijn er 500 ontevredenen. De schouten en schepenen gaan klagen bij de baljuw in Delft. Vanwege deelname aan ordeverstoring wordt Gilles voor 12 jaar verbannen. Roemer wordt burgemeester en neemt Anna in huis als huishoudster, maar de relatie met zoon Gilles verbetert niet.