Achttien smakelijke korte verhalen, zes drukken. Binnen het thema heimwee naar de kindertijd zeer gevarieerde onderwerpen: een voorbij Maassluis varende mammoettanker, een jongen die verliefd is op de sokkenstopster van de schoenenwinkelier, een voddenman die hoopt spreker te zijn bij een begrafenis van een dorpsgenoot. Mooie dorpsverhalen uit de vorige eeuw, doorspekt met Maarten’tHartiania. Lekkere spotternijen over elkaar de tent uitvechtende doodgravers die op weg naar het 100e lijk in één jaar elkaars doden door elkaar husselen. Over vredelievende jagers en agressieve vegetariërs. Een van de mooiste: een vrouw heeft een verwilderde rat die de auteur van een rattenboek even moet vangen.
Verhalen over alles verzengende, peilloos diepe, onmogelijke verliefdheden van een docent biologie en een studente, over Maarten Biesheuvel en een Amerikaanse spreker. Voor het eerst komt de naam Hanneke (’t Harts vrouw) om de hoek kijken en de Alpen als favoriet wandelgebied, waar de ik-persoon op twee kleine kinderen moet passen. In Rat op rum moet de rattenboekauteur in een verzekeringskwestie bepalen waar een rat in 60.000 l rum is geraakt: prachtig. Ook komt ’t Harts weerzin tegen kantoren en vergaderen naar voren in een surrealistisch Kafkaësk verhaal over een dwaaltocht in een kantoorgebouw op zoek naar de juiste vergaderkamer. Opvallend is dat deze verhalenbundel eindigt met het in 1976 apart uitgegeven Avondwandeling.