Schiermonnikoog, een toneelstuk in drie bedrijven, tweede bedrijf

Personen: heit Anne, de vader; mem Sjoukje, de moeder; Jelske, de oudste dochter 16 jaar; Piet, oudste zoon 15 jaar; Tjitske, jongste dochter, 13 jaar; Klaas en Folkert, de tweeling, 12 jaar; Jacob de een na jongste zoon, 6 jaar, Auke Piet ook Benjamin of de pup geheten, de jongste zoon, 1 jaar, serveerster aan boord van veerboot Hoop en Trouw, groepje luidruchtige en uitgelaten Duitsers,

Tijd: het is hartje zomer 1968 en het gezin Van der Meulen gaat naar Schiermonnikoog.

Plaats: Haven van Oostmahorn, veerboot naar Schiermonnikoog.

Nota’s voor de regisseur: het is het jaar dat de Apollo 7 in Florida wordt gelanceerd en 163 keer rond de aarde vliegt en het jaar van een centrum-rechts kabinet De Jong met ARP, CHU, KVP en VVD en het is zondagochtend. Na een avondlang discussiëren heeft de familie op democratische wijze besloten de kerkgang te laten schieten en de toorn van dominee Breusma te trotseren: de stemming was 5 (heit, Jelske, Piet, Tjitske en Folkert) voor en mem, Klaas, Jacob en Auke Piet, die in zijn halfslaap knikkebollend zijn hoofd van links naar rechts schudde, tegen). Een waterige zon belooft een snikhete dag. De oudste vier jongens hebben een voetbal meegenomen en proberen overal hun kunsten te vertonen waarbij de jongste, Auke Piet, gezeten in een soort maxi-cosy avant-la-lettre meestal fungeert als cornervlag. Een volle boodschappentas met flessen licht-oranje ranja, 48 krentenbollen, zes zakjes spekjes, waarvan één aangebroken, uit de VIVO-aanbieding, een vol pakje Camel zonder filter en een zakbijbeltje gaat mee. 

Improviseren: de regisseur wordt uitgenodigd de spelers aan te sporen te improviseren, mits passend binnen de geschetste kaders.

Heit (terwijl hij een Camel zonder filter-peuk uitdrukt in de overvolle asbak): Daar zijn we dan. Oostmahorn, als de meisjes nog willen plassen, pak je kans.

Mem (die na het uitstappen haar bh met voorsluiting en blouse omslachtig dichtknoopt en een speldje met een gebroken geweertje recht buigt terwijl ze Auke Piet aan Tjitske geeft): Ah, kijk de boot ligt er al. Anne, als jij kaartjes koopt, deel ik een pepermunt uit, het is per slot van rekening zondag.

Jelske: zal ik nog een stukje uit  de bijbel voorlezen, we missen de preek en de jongsten kunnen niet naar de zondagsschool. Even denken, het wordt Handelingen 27, over de zeereis van Paulus. Lukas kan dat toch zo mooi beschrijven man. De Wadden mag dan geen zee zijn,…

Tjitske (terwijl de zuigeling met zijn hoofdje op haar schouder ligt en wazig rondkijkt, waarbij zij hem liefdevol zachte tikjes op zijn rug geeft, zodat er een flinke golf vlokkerige moedermelk boerend over haar zomerjurkje golft): Jakkes!

Piet: Mem, mag ik deze keer de schriftlezing doen? Jelske deed het de vorige keer niet foutloos. Toe…?

De zeven kinderen vormen met mem een soort cirkel op het parkeerterrein bij de veerboot Hoop en Trouw; talloze Duitse vakantiegangers wandelen uitgelaten en luid roepend naar de kaartverkoop en  Jelske leest op fraaie toon een passage voor uit mems zakbijbeltje. De jongens luisteren met tegenzin  en gooien elkaar ongeduldig de bal toe. Mem veegt met haar vinger melkrestanten van Tjitskes schouder en likt haar vingers omstandig af.

Piet: Sufferd, het is niet diskipel maar dis-sie-pel als het Friese woord siepel¹. Van mij krijg je deze keer een zeven. Je maakte maar twee keer een foutje en je toon was goed hoor. Mem, mag ik de volgende keer weer?

Jacob: Als iedereen even het cijfer voor Jelskes leesbeurt geeft, krijgen jullie van mij later op de dag het gemiddelde.

Heit (die met een nieuwe Camel-zonder-filter in de mondhoek komt aangewandeld): Of ik ook gelijk buskaartjes wilde kopen naar Hotel Van der Werf, vroegen ze. Nee hoor, dat doen we niet, we steken straks binnendoor naar het strand. Ik weet nog een heel mooi paadje. En bewegen is goed voor de buitenmens.

Piet: Maar goed dat ik de nieuwe voetbal heb meegenomen, kunnen we straks een potje ballen tegen die Duitsers, dan ben ik (overdreven mooi articulerend) Kaiser Franz. Franz Beckenbauer.

Jelske: Wilpssnaar zegt steeds dat je die finale r niet moet uitspreken Piet, (overdreven articulerend) het is meer Beckenbaue. Ik moet even plassen hoor. Tjitske ga je mee?

Als de beide meisjes terug zijn gaat het hele gezin aan boord. Heit gaat voor en neemt een trap naar het bovendek, voorbij uitnodigende buffetten met ijsjes en versnaperingen.

Heit: mem, zie je, dat lijken Kruisinga en Roolvink wel. Schaterend: Straks zien we Luns²  ook nog.

Jelske (met een vies gezicht): Maar die Luns is toch katholiek, is het niet? (Op wijsneuzige toon) Meester Van der Heide heeft ons in klas zes al geleerd dat de roomsen niet altijd een voorname rol hebben gespeeld in de vaderlandse, laat staan de Friese geschiedenis en meneer Bangman bevestigde dat vorig jaar in G-4.

Mem: ja, zou mijnheer Luns eens komen kerken bij dominee Breusma, hij zou direct Hervormd worden, vrijzinnig dan hè, de rechtzinnigen en de gereformeerden waar heit eerst bij hoorde, tel ik even niet mee, maar ja een kerkdienst duurt voor die roomsen veel te lang, zij gaan even te biecht en fladderen weer verder. Ze lezen ook niet in de bijbel, een beetje Maria vereren, een kruisje slaan en hupsakee, dat is het dan. Op vakantie in Frankrijk zijn we eens in een katholieke kerk geweest: verschrikkelijk. En dan die beelden…

Heit: Het zou mijn niet verbazen dat als onze Lou de Jong nog eens in Luns’ verleden pluist, hij rare dingen zou tegenkomen.³

Jacob (wijzend naar de met de boot meevliegende meeuwen): Kijk een kokmeeuw, en daar vliegt een reuzenstern en een kleine mantelmeeuw. Als je de gemiddelde darmlengte van die jongens vermenigvuldigt met de omtrek van de maag nadat ze hebben gegeten, …

Folkert: Moet mem de pup niet nog eens de borst geven? Kan hier wel in de luwte, waait hij straks als we hem weer als cornervlag gebruiken ook niet weg. Ik heb nu al zin die Duisters straks een lesje te geven, ik heb het hakballetje van Müller ingestudeerd; Klaas kan dan wel even Seppen.

Heit (naar een slapende Auke Piet op de arm van Tjitske wijzend, pratend tegen Duitsers die taart etend en koffie drinkend geboeid naar hem luisteren): Siebenundeinhalbe kilo war er bei Geburt, ja es war ein Wunder nicht, und Sjoukje war nur zwei Wochen im Hospital, das Diakonessenhaus natürlich, nicht das Katholische…

Jelske: Heit, macrosomie is niet altijd even prettig voor de moeder, dat weet je hè.

Folkert: Macro-economie, wat heeft dat met vrouwen te maken?

Tjitske: Duh, macrosomie betekent een extreem hoog geboortegewicht broer, nogal lastig bij de geboorte, hè, zal ik je even uitleggen, heit geef me eens een papiertje (begint met tekenen van het geboortekanaal terwijl Folkert met grote ogen toekijkt).

Jacob (houdt de bal tien keer hoog met links en dan nog vijf keer met rechts, terwijl Klaas zwierige keepende bewegingen maakt alsof hij een bal uit de bovenhoek pakt en daarbij atletisch zweefduikend op het dienblad van een passerende serveerster valt): Seppen zei je, Folkert?

Serveerster (krabbelt op en kijkt het gezelschap vernietigend aan en bijt Klaas in het Fries toe): Sjoch út dyn eagen kloathommel!⁴

Folkert (de ravage en de serveerster negerend): Ja jongen, Seppen, van Sepp Maier, de Duitse übergoalie, die is bijna zo goed als de Rus Yashin die weer bijna zo goed was als oom Jaap.

Klaas (wijzend op mems borsten en Auke Piet die als een jonge Berner Senner met zijn ogen draait en zijn tongetje trillend meebeweegt): Ja, mem, geef hem nog maar eens de borst.

¹ Siepel (Fries) = ui

² Kruisinga (CHU) was staatssecretaris en Roolvink (ARP) minister, beiden van sociale zaken; Luns (KVP) was minister van Buitenlandse Zaken.

³ Heit had een goed voorgevoel op dit punt: In 1979 zal De Jong aantonen dat Luns lid is geweest van de NSB. Luns ontkende aanvankelijk en beweerde dat het zijn broer Huib was geweest. Huibs weduwe Adèle Luns – Van der Made bevestigde de zienswijze van prof. De Jong in 2000 in een interview met Elsevier.

Kijk uit je doppen, sufkop!

w o r d t   v e r v o l g d