Schiermonnikoog, een toneelstuk in drie bedrijven; derde bedrijf

Personen: heit Anne, de vader; mem Sjoukje, de moeder; Jelske, de oudste dochter 16 jaar; Piet, oudste zoon 15 jaar; Tjitske, jongste dochter, 13 jaar; Klaas en Folkert, de tweeling, 12 jaar; Jacob de een na jongste zoon, 6 jaar, Auke Piet ook Benjamin of de pup geheten, de jongste zoon, 1 jaar, her en der strandgasten en Duitse voetballers op het strand,

Tijd: het is hartje zomer 1968 en het gezin Van der Meulen gaat naar Schiermonnikoog. 

Plaats: het strand op Schiermonnikoog

Nota’s voor de regisseur: het is het jaar dat Martin Luther King wordt vermoord, en de start van de Fabeltjeskrant. Na een avondlang discussiëren heeft het gezin op democratische wijze besloten de kerkgang te laten schieten en de toorn van dominee Breusma te trotseren: de stemming was 5 (heit, Jelske, Piet, Tjitske en Folkert) voor en mem, Klaas, Jacob en Auke Piet tegen). Een waterige zon belooft een snikhete dag. De oudste vier jongens hebben een voetbal meegenomen en proberen overal hun kunsten te vertonen waarbij de jongste, Auke Piet, gezeten in een soort maxi-cosy avant-la-lettre meestal fungeert als cornervlag. Een volle boodschappentas met flessen licht-oranje ranja, 48 krentenbollen, zes zakjes spekjes, waarvan één aangebroken, uit de VIVO-aanbieding, een vol pakje Camel zonder filter en een zakbijbeltje gaat mee. Op het strand op Schier  praat het gezin elkaar bij over besnijden.

Improviseren: de regisseur wordt uitgenodigd de spelers aan te sporen te improviseren, mits passend binnen de geschetste kaders.

Jelske: (Jelske deelt krentenbollen uit en heit heeft op het strand zijn driedelig pak uitgetrokken en staat met een blauwe zwembroek in zijn hand poedelnaakt op het strand, mem Sjoukje komt toegesneld en schermt hem een beetje af achter een opgehouden oranje badhanddoek, met daarop te lezen: Vrouwenvereniging Irene 50 jaar! Halleluja! De kinderen, gewend aan dit onverschrokken optreden van heit, doen allemaal of hun neus bloedt, kijken wat om zich heen, neuriën psalmversjes, eten van de krentenbol of zingen zacht tralalatralala)): Is heit ook besneden?

Tjitske (met schrik in de ogen): Gesneden? Heit? Heeft heit een pleister nodig?

Piet (praat onverstoorbaar terwijl een groepje Duitse jongens toekijken en proberen de leren bal in te pikken): Ja, besneden, niet gesneden, op school heb ik bij maatschappijleer van ds. Ter Steegen¹ gehoord dat Joden en Moslims zich aan hun snikkel laten snijden omdat ze denken dan in de hemel of zo te komen. De voorhuid, zeg maar het velletje dat de eikel beschermt, gaat er rits-rats af. Bij bio van meneer Grems hoorden we dat er veel en niet onbelangrijke nadelen zijn. Soms gaat er een jongetje dood bij het besnijden omdat de volken die aan besnijden doen nog nauwelijks hygiënische regels hebben en dan, ook een nadeel is wel dat de eikel altijd tegen je onderbroek schuurt en zo goed als ongevoelig wordt. Meneer Grems zei dat besneden mensen niet meer lekker kunnen masturberen, omdat de eikel geen gevoel meer heeft.

Mem: Ja, wat een onzin, dat besnijden, is gewoon heel stom als je er goed over nadenkt, en erover nadenken doet je leraar maatschappijleer zeker, alsof het lichaam bij de geboorte niet goed genoeg is (en ze geeft alsof het een heilig ritueel is, een dikke kus op de hoofden van Klaas, Folkert en Jacob. Over Auke Piet doet ze iets langer, na de kus voelt ze, met haar haar wijsvinger in de luier of hij al gepoept heeft en de vinger met een klein bruin randje veegt ze af aan de binnenkant van haar zomerjurkje en stopt ze gewoontegetrouw snel even in haar mond) die aanstellerij met besnijden ook.

Folkert: En van meneer Grems horen we dat er ook zoiets als vrouwenbesnijdenis is, dan snijden ze de klit er gewoon af, doen ze bij de Moslims hè en waarschijnlijk ook de Joden denk ik, die weten niet beter…

Klaas: En het toompje, dat snijden ze toch niet weg?

Tjitske: Huh, toompje?

Piet: Ja, het bandje waarmee de voorhuid aan de onderkant van de piel vastzit, gevoelig onderdeeltje hoor…, meneer Grems vroeg of iemand in de klas het wilde laten zien, moest wel schoon zijn, mocht onherkenbaar vanachter een laken, doen we bij bio wel vaker, zo mocht er laatst iemand zijn…

Tjitske (met wijd geopende mond en de tong uitstekend voor de tweeling): ah, net zoiets als de tongriem dus. Er is ook een spreekwoord ‘goed van de tongriem besneden zijn’…

Jacob: Het moet zijn: ‘goed van de tongriem gesneden zijn’ zus, en er is een analogie met in toom houden, denk ik…, volksetymologie is een pracht onderdeel van de sociolinguïstiek zal ik maar zeggen, mem, wanneer krijgen we ranja?

Mem (trots tegen heit pratend): pas zes, moet je hem horen, waar haalt hij het vandaan, hè; zo mooi Anne, hoe ze elkaar onderwijzen. Ja jongen, een bekertje ranja, schenk ik zo in, is er nog iemand die een krentenbol wil…

Jacob (mems opmerking als een stimulans opvattend): Meisjes besnijden gebeurt alleen in de Islam, volgens juf Hamstra van de zondagsschool is het een heidens ritueel dat verboden gaat worden, het komt in die hele koran helemaal niet voor zelfs…

Klaas: (Niet begrijpend) Huh? Net zoals in de hele bijbel geen kerstboom voorkomt maar die wel wordt gezien als een christelijk symbool van licht en vrede?

Piet (die even wat te lang naar de Duitse voetballers heeft gekeken en het voorgaande nauwelijks heeft gehoord, begint gewoon overnieuw): ja bij jongens en mannen heet het circumcisie, bij vrouwen heet in het Engels female genital mutilation, Kees Wielenga wilde er bij Van de Streppel een opstel over schrijven maar dat werd afgekeurd, mocht niet, Oostergo weer hè, rector Breukels kende het helemaal niet, meisjesbesnijdenis… en die kerstboom, ja die is meer heidens hoor, niks christelijks aan. Weten jullie trouwens wat een Spaanse kraag is?

Heit: (onverstoorbaar nog reagerend op Jelskes vraag of hij is besneden) Nee hoor, gelukkig niet, ik ben nog helemaal compleet, willen jullie hem even zien? (En hij friemelt al ongeduldig aan de zwembroekranden en wil net zijn apparaat naar buiten halen om het in de volle zon aan de kinderen te tonen..)

Mem: Anne, ho! Genoeg.

Mem: Jongens, omkleden! (enthousiast doen de jongens hun kleren uit en de zwembroekjes aan; de beide meisjes zijn omslachtiger en kijken wat om zich heen. Klaas en Folkert trekken aan hun pielemuisje en kijken, de rug gekromd, buik naar voren als een gespannen boog, met twee vingers aan het uiterste velletje trekkend, wie de langste heeft.

Folkert (pakt het tuitje dat zijn eikel verbergt): Gaat dit er dan helemaal af? Besnijden, ben je gek! (Hij trekt de voorhuid wat terug en ruikt aan zijn vingers).

Klaas: Hé mem, haartjes! (Mem, Jelske en Tjitske komen eraan en bestuderen Klaas’ pielemuisje van dichtbij om te kijken of er echt haartjes te zien zijn).

Tjitske: mem, daar is een telefooncel, mag ik even bellen?

Piet: Hahaha, Harry zeker… vraag gelijk even of hij besneden is.

Mem: Aantreden en insmeren graag (Een voor een komen de kinderen naar mem toe die een flesje Tschamba Fi² in de handen heeft. Daarna waaieren de kinderen alle kanten op. Het kinderzitje met erin Auke Piet staat naast een hoop kleren. Na een kwartier komen de jongens samen en overleggen hoe ze de Duitsers verderop kunnen aanspreken. Piet neemt het voortouw.

Jacob (jongleert met de bal als een Amsterdamse straatvoetballer): Kijk, zag ik Cruyff doen…

Piet: Heey Jungs, Fußballen? (vier jongens komen aanrennen. Auke Piet wordt meegegrist in zijn zitje, vlaggetje weer op zijn hoofd en na wat gesteggel waarbij de woorden Kaiser, Ausputzer, Nein, verdammt noch mal, Scheisse, keep cool, carry on, Weltmeister im Doppe, Überspielen Mann, Ein-Tor-Spiel, luid opklinken terwijl heit geduldig mems benen insmeert met Tschamba Fi, daarbij extra voorzichtig doend met de aan de oppervlakte liggende spataderen en proberend mems rok steeds wat op te schuiven hetgeen tot een vermanend ‘Niet doen, Anne’ leidt).

(de kinderen spelen en voetballen dat het een aard heeft).

Heit: (Na uren strandplezier) We gaan terug, straks een spekje en dan een ijsje halen in het dorp. Deze keer kiezen we uit een Friese Vlag waterijsje of een chocodip, ik heb vanmorgen de benzine contant kunnen verrekenen. Maak je geen zorgen om zand in je onderbroek, thuis wacht de waterslang.³

Piet: (met moeite tegen de zon in turend) Wat een felle zon zeg, kunnen we de zwarte lamp straks niet even aan zetten (hij kijkt rond alsof hij op een klaterende lach wacht)?

¹ Op Chr. Lyceum Oostergo te Dokkum was het gewoon dat maatschappijleer werd gegeven door dominees. Op deze wijze meende rector Breukels, gesteund door een overbezorgd schoolbestuur, dat moeite had de onstuimige jaren 60 buiten de schoolhekken te houden, invloed te kunnen uitoefenen op de meningsvorming over maatschappelijke kwesties onder pubers

² Een sterk ruikend zonnebrandmiddel dat eenmaal aangebracht het gevoel gaf alsof de huid kromp en werd samengetrokken, in geel plastic flacon met een zwart dopje, met een aanbiedingssticker van Drogisterij Polij, Voorstraat Kollum;

³ Een vast gebruik na een stranddag: bij thuiskomt stellen de kinderen, alle Van der Meulen-kinderen hebben een lichte en voor de zon gevoelige huid die na een dagje Schier niet zelden vuurrood is geworden, zich bloot naast elkaar op onder de steenperenboom, gadegeslagen door mensen die in het bushokje op de bus wachten en de buren (dames Beinstra, één is een oud-lerares Frans en de ander een muzieklerares, beiden kerken in de gereformeerde -rechtzinnige- kerk) en dan pakt heit de tuinslang en spuit de kinderen met koud water schoon, waarbij er luid wordt gejoeld, èn van plezier èn omdat de koude waterstraal te hard en te koud is voor de gevoelige huidjes, waarna mem klaarstaat met zachte badhanddoeken om de zoons en dochters zachtkens af te drogen; dan nog een knakworstje en naar bed.