ZONDAG, eilanden. Het eilandenboek van Adwin de Kluyver zet me aan het denken over mijn eigen eilandervaringen. Het uitdagende verlangen eilanden te bezoeken, doorgronden en veroveren, herken ik zeer. In een plantsoen in mijn geboortedorp was een minuscuul eilandje in de vijver. Varend op een wankel vlot veroverden wij het op de ongelovige honden van de openbare school en bezetten het. Wat een teleurstelling toen in een winter het halve dorp het eiland over het ijs kwam bezoeken, in onze ogen bezoedelen. Veel later, op vakantie in Poncin trok een eilandje in de Ain ons gezin als een gek. Met een rubberbootje trotseerden we de stroming en barbecueden er als ware Robinson Crusoes. Nog een eiland dat in onze familie bekend werd is Clare Island waaraan mijn (inmiddels overleden) oudste zus en (nog levende) zwager hun hart verpandden. Jaar in jaar uit bezochten ze dit in hun ogen magische, zo goed als onbewoonde, maar door schapen en hun onvermijdelijke aarsmaden overwoekerde, eiland, waar de tijd en alle erbij horende ontwikkelingen leken te hebben stilgestaan. Voor gewone vakantiestervelingen een godverlaten oord met een bevolking die uit een soort van wanhopige diabolische overlevingsstrategie had geleerd supergastvrij te zijn en die gastvrijheid leert te vermarkten. Na de scheiding bleef mijn zus het eiland bezoeken. Uit door De Kluyver genoemde bewonersaantallen moge blijken dat wijlen mijn zuster met zo’n zeven % van de mannelijke bevolking het bed of een bedstee of een hooizolder boven een schapenstal heeft gedeeld, een feit dat me met broederlijke trots vervult. Dat die trots breed wordt gedeeld blijkt uit het feit dat twee broers zusters as sacraal, liefdevol en ritueel hebben verstrooid op Clare Island onder het toeziend oog van veel bewoners.
MAANDAG, Minerva I. We bezoeken vier van de dertien locaties van de Graduation Show en maken kennis met afgestudeerden. We spreken dan over hun, vaak wel, soms minder interessant, eindexamenwerk. Ook vraag ik stelselmatig: ‘En nu?’ De antwoorden: ‘Doorgaan op deze weg. ‘k Ga een gap-year doen. Proberen subsidies te krijgen. Wellicht werken in de evenementenbranche. Zelfstandig kunstenaar worden. Ik heb een parttime baan. Nog een opleiding volgen.’ Of ze denken een inkomen te kunnen krijgen en of Minerva ze heeft voorbereid op het thema financiën? Ik hoor: ‘Ik heb weinig geld nodig om te leven. Mijn vriend is bakker. Misschien het onderwijs in, maar de ROC-stage beviel me matig. Ik wil onafhankelijk worden van mijn ouders. Er zijn lessen gewijd aan hoe je subsidies of fondsen kunt verwerven (maar die lessen kon ik niet bijwonen)’. Als ervaren ansichtkaartenkopers en proberen we mooie kaarten te kopen. Bij twee van de drie is niet bekend (en na enig zoeken onvindbaar) wat ze kosten. Het van een wasmachine naar een zetel getransformeerde object was nog niet te koop.
DINSDAG Minerva II. Tegenover ons huis staat ineens een minimalistische ouderwetse groene schaftkeet, een tandemasser met halfzachte banden. Het contrast met het glazen parkeergaragetrappenhuisje van glas, beton en staal kan niet groter zijn. In de keet: artistieke, ingenieuze op duurzaamheid gerichte eyecatchers. Koos Buist exhibitioneert zijn afstudeerproject. Enkele t.v.-schermen tonen een in het licht van een nachtcamera actieve rat. Een wildcamera legt kraaien, reeën, hazen en een graafmachine die een sloot graaft vast. Een laboratoriumopstelling voor de analyse van slootwater met microscopen. Topstuk is de ‘Deurbel voor het huis van de dode slak’. Trekkend aan een touwtje gaat een ingenieus radertjessysteem tergend langzaam draaien. Buist is behalve kunstenaar filmmaker en ontwerper van groene daktuinen, hij combineert kunst graag met natuur en educatie.
WOENSDAG, fietsen. Mijn fietsinspanningen beginnen vruchten af te werpen. Betrekkelijk gemakkelijk doe ik een ritje met één caféstop te Dokkum: Groningen, Gerkesklooster, Kootstertille, De Westereen, Damwoude, Dokkum, Lauwersoog, Eemshaven (waar ik een selfie maak bij de 1500 ton zware, 100 m lange monopiles), Roodeschool, Ten Boer, Groningen: 174 kms. Gemiddeld 26,8/uur. Het ritueel na thuiskomst: de licht verstoorde vochthuishouding op peil brengen met een Radler\bietensap en rekken en strekken in bad. In beide benen schiet soms even een verrotgemene, pijnlijke kramp die weer verdwijnt door enkel aan masseur Yara te denken. De 55 kms lange streep van Lauwersoog naar de Eemshaven, die evenmin van lucifers nabij LNG-tanks als van fietsers houdt, was naast een fysieke ook een mentale beproeving.
VRIJDAG. Ik ken steeds meer mensen die denken dat Memphis de naam van een illegaal wedkantoor is. Ze zitten bij een concert van organist Leo van Doeselaar en fluitist Marten Root in de Lutherse kerk te G. Ik hoor werk van Bach dat ik niet kende. Als ik Bach zeg bedoel ik Johann Sebastian en niet Carl Philipp Emanuel die ook voorbij komt. Over het Zuiderdiep lopend volg ik een voetbalwedstrijd op tv’s in cafés. Thuis kijk ik nog even naar een uiterst vermakelijke uitzending van ‘Makkelijk Scoren’. Deze keer met Van Stekelenburg die zichzelf interviewt door voetballers meerkeuzevragen te stellen en zelf de antwoorden voorkauwt.