Schnitger Festival – Vrijheidsconcert, ‘Op weg naar 100 jaar vrijheid’

Groningen 18 oktober 2025. Je komt door de A-kerkdeur en de geur van cultuur waait je tegemoet als parfumvleugen bij de Douglas: beeldende kunst uit Paramaribo, Groningen en Teheran. Amechtig prekende dominees zijn ingeruild voor poëzie, koorzang, schitterende orgel- en trompetmuziek, alles aan elkaar gesmeed door een presentator voor wie ik als een blok val: de vlotte, schitterend geklede, humoristische, prachtige, warme Shjazz. Het verschil met het wat lauwe, koel reagerende publiek kan niet groter zijn.

Godzijdank is er deze keer ook ruimte voor de Groninger taal: hèhè, Ede Staal is pontificaal ingeklemd tussen Bach, Händel en Poulenc. Organist Eeuwe Zijlstra verwelkomt het binnenstromende publiek met variaties op Staals evergreens en het door enkelen te laat herkende en daardoor veel te voorzichtig meegeprevelde Gronings volkslied. Natuurlijk maak ik in gedachten de vergelijking met wat in Leeuwarden zou zijn gebeurd als ‘Frysk blût tsjoch op!’ had geklonken: het dak ging eraf!

De artistieke commissie laat de avond beginnen met ‘Ombra mai fu’ van Händel, vanaf de kraak krachtig en prachtig gezongen door Judith Pranger, ongeveer even mooi als de uitvoeringen van Scholl en Jaroussky, begeleid door orgel en trompet. Later Bachs ‘Jesu bleibet meine Freude’, dan kan de avond niet meer stuk. Twee bovengemiddelde koren, ‘Diverdoatsie’ en ‘4 Mei Projekt, respectievelijk met kapiteins Cobien Nieuwpoort en Robert Ramaker transformeren de ouwe Schnitger van krakende oude doos naar jongemensenstemmen bij een warme zomerse beek, van spataderen naar strakke, geschoren wielrennerspoten, kortom wonderschoon.

Het wordt een avond die uitnodigt tot reflectie en bezinning. Filosofische, originele, heldere of tot in gelaagde metaforen verpakte bespiegelingen over de ware of gewenste aard van vrede komen tot ons. Nova Spier, Marjoleine de Vos, Cissy Joan, Ruth Ruijgers en natuurlijk Shjazz dagen het publiek uit tot nadenken. Wat knap dat de sprekers slechts tussen de regels door hinten op de genocidale barbarij die in Gaza tot een halt lijkt te zijn geroepen en de oorlogsmisdaden die in Oekraïne nog onverminderd voortwoekeren. Deze onderwerpen worden in de pauze, glaasje grenadine of wijn in de hand, tot op het bot gefileerd.

Zondagmiddag is in de Martinikerk een vervolg op het Schnitger Festival met een concert van Monteverdi’s Mariavespers door het Luthers Bach Ensemble en organist Vincent van Laar. Ik denk nog even na over het woord ‘festival’ en droom ervan dat het stichtingsbestuur en de artistieke commissie de knellende banden van historie, traditie en erfgoed eens los durven te laten en groot gaan denken. Mijn advies: nodig jonge, wilde, openminded, wellicht licht roekeloze, creatieve, buiten de antieke boxes denkende conservatoriumgasten met orgelmuziek in het pakket, begeleid en in toom gehouden door Shjazz, uit en vraag hun de ogen te richten op Anna – this makes me feel like a rock star –  Lapwood. Wie? A n n a L a p w o o d.

Orgeldelta, orgelexcursie naar Leermens, Eenum, Godlinze en Loppersum

Een hele dag samen met 39 andere orgel(muziek)liefhebbers in de bus kalmpjes langs vier kerken rijden levert naast hartslag- en bloeddrukverlagende prachtmuziek ook interessante praat op. Ik spreek een Zuid-Afrikaanse over het Nederlands-Afrikaans en Breyten Breytenbach en praat met een theologe die op latere leeftijd moderne orgelmuziek ontdekte en nu helemaal into Anna Lapwood is. Ze vertelt van de bible belt naar Groningen te zijn verhuisd en glimlacht bezorgd als ik haar vertel dat ik in mijn bubbel vier stellen ken die naar de b.b. zijn verhuisd of op het punt staan het te aan doen. De ons begeleidende alles van Groningen wetende historicus geeft hoog op over borgen en ‘k vraag ‘m of hij van Dr. Jongsma heeft gehoord die schrijft dat 90 % van de Groningse borgen schatten hebben verdiend aan slavenhandel. Tijdens de lunch vertel ik iemand dat ik vorige week op de Grote Markt heb meegezongen tegen Israëls genocidale barbarij. Dat zou niet iedereen me nadoen, leer ik.

We bezoeken kerken en hun orgels in Leermens, Eenum, Godlinze en Loppersum. Organist Henk de Vries etaleert zijn orgelkennis en speelvaardigheid en historicus Reint Wobbes praat ons bij over interessante geschiedkundige feiten. Henk de Vries ken ik nog van een schitterend koor- en orgelconcert in Sleen.

We starten in Leermens en zien een orgel met aan weerszijden luiken, bedoeld om bladgoud uit ’t zich te houden. Het orgeltje klinkt als een klok. De kerk heeft bruin, geel- en witgeverfde bogen, een blauw plafond en hoogwaardige inktjetprints van Helmantel. De Vries speelt, ogenschijnlijk uit de losse pols, een miniconcert met Händel, Krebs, Erbach en Buxtehude. Orgelmuziekconnaisseurs onder ons letten speciaal op het effect van de dulciaan 16´.

De Schnitger in Eenum is apart vanwege reliëf en dieptewerking in het front. Een minicollege over middentoonstemming, reine tertsen, enz. vergroot onze kennis. Al spelend blijft De Vries’ gezicht een lach vertonen. Wat een vrolijkheid. Hij besluit met Scheidemann en Byrd. De organisatie is slim en biedt ons een fijne lunch in een papieren zak aan. Geen tijdverlies dus aan tijdverslindende tafels in kerkelijke bijgebouwen.

Het zicht op Godlinzes Schnitger wordt wat aangetast door een zwarte dominante kachelpijp. De bijna wulpse boog- en plafondbeschilderingen, ik zie iets wat lijkt op neo- impressionistisch pointillisme, vergoeden veel. De kerkbanken en preekstoel zijn geel geschilderd. Ik fabuleer over de daaraan voorafgaande discussies die bijna tot schisma’s  leidden. We beluisteren Buxtehude, Scheidemann, Böhmer, Purcel en Telemann. ‘Goed gespeeld man!

Dat het grootste en wie weet beste tot het laatst wordt bewaard bewijst Loppersum, waar we de ‘boerenkathedraal’, de grootste dorpskerk in de provincie, betreden na een passage onder majestueuze beuken die ons afschermen van de Snollebollekes verderop bij de kermis. Cantor De Vries haalt alles uit de kast en wisselt zijn miniconcert op het uit 1562 stammende en daarna zeker zes keer aangepaste en verbouwde orgel af met Gregoriaans aandoende zang. Wie weet, tot een volgende keer. De excursie werd georganiseerd door Orgeldelta (www.orgeldelta.nl).

 

 

 

 

 

 

Hymn to Freedom, het Drents Kamerkoor in Sleen op zondag 18 mei 2025

Bijna 100 mensen in Zuidoost-Drenthe gaan liever naar het ‘Hymn to Freedom’-concert van het Drents Kamerkoor in de dorpskerk te Sleen dan naar de demonstratie in Den Haag, waar 100.000 mensen demonstreren tegen het zwakke kabinetsbeleid inzake de oorlogssituatie in Gaza. In Sleen geen leuzen, Palestijnse sjaals of uitdagende keppeltjes, maar wel ‘Let us build a sturdy bridge, from my orange world to yours, a bridge of peace’. Het doel van de muziek is hoop, verbinding, bemoediging en optimisme uit te stralen.

‘Hymn to Freedom’ is een loflied op de vrede, maar tegelijkertijd een eerbetoon aan jazzpianist Oscar Peterson die de muziek in 1964 componeerde. Amerika was verwikkeld in een koude (Sovjet-Unie-) en een hete (Vietnam-) oorlog. Dat is de brug naar de contemporaine geschiedenis.

Het Drents Kamerkoor slaagt erin een uitgebalanceerde groep puike zangers te presenteren, aangevoerd door dirigent Dick Dijk en begeleid door pianist Jan de Roos en violist Inge Muntendam. Beide musici spelen nog een lekker moppie Poulenc waarbij we een viool horen die alle vooroordelen over een zacht strijkertje overboord kieperen. Muntendam geeft, vooral in het tweede deel, de viool er heerlijk van langs.

We luisteren naar fijne muziek waarbij weinig is aan te merken op de dynamiek, zuiverheid, klankkleur, ritme, uitspraak. Vooraf had ik gewed dat het antifascistische partizanenlied ‘Bella Ciao’ ook op het programma zou staan, maar helaas. De zangers hullen zich in het zwart, alsof er louter treurmuziek klinkt. Ik fantaseer over een zwartekledingverbod. De mannen ogen zoals gewoonlijk saaier dan de vrouwen.

Het blok mannenstemmen doet het goed naast de kloeke alten en moedige sopranen. Schattig om te zien hoe bijna allen de dirigent de indruk geven dat hij ertoe doet. Natuurlijk kennen ze de muziek uit het hoofd en de dirigent is als de leraar in examentijd of Farioli in de finale: tot hier onmisbaar, maar nu zo goed als overbodig.

Mijn gedachten, onderbroken door een pauze in het bijgebouw, blijven maar afdwalen naar buiten: het afgebrande hotel Zwols tegenover de dorpskerk lijkt op de gemiddelde geruïneerde woning in Gaza. Het goed gekozen thema ‘Vrijheid’ conflicteert hevig met wat er in de wereld verderop gaande is. Oorlogsmisdaden aan de lopende band: Oekraïne dat zucht onder de Russische oorlog en Gaza dat verpulverd dreigt te raken door een land waarvan we altijd dachten dat het onze vriend was. Met aan het hoofd de voor oorlogsmisdaden door het ICC vervolgde Netanyahu vanwege wat sinds kort genocide genoemd mag worden. Je zou ook van de hedendaagse holocaust kunnen spreken. Wat het extra wrang maakt is het nieuws dat Israël de oorlog uitbreidt en heel Gaza wil bezetten. En dan nog die idioot in het Witte Huis.

Na negen kwartieren geven we het koor een warm applaus. Het doel hoop, verbinding, bemoediging en optimisme uit te stralen is, ook zonder ‘Bella Ciao’, goed gelukt.

Bevrijdingsconcert Grootkoor in Groningen 7 mei 2025: Kermis in de Martinikerk

Op de Grote Markt en de Vismarkt staat de meikermis die vanaf acht mei horen en zien zal doen vergaan. In de (ramvolle) Martinikerk is de kermis al begonnen. Het Grootkoor barst los met dertien zangnummers, een organist die de randen van de ouwe Schnitger opzoekt, een pianist die speelt als een jonge hond en een vrouw op trompet met een embouchure (hoorde ik nou iemand ‘touché’ zeggen?) waar je u tegen zegt. Wat een geluid, wat een presentatie, wat een ademtechniek en wat een jurk!

Heb het nog niet eerder meegemaakt dat ik tegen het schorre aan zit the morning after the night before. De mannen, zo’n vijftien tenoren en zestienenhalve bas hebben zich tot het uiterste moeten inspannen naast de vocale power van 65 alten en 70 sopranen. Heerlijk die inspanning. Balsem voor de ziel, zoals E zegt.

De generale met generaals Etty en Nan gaat stroef. De kooropstelling rammelt, kleinen zitten achter reuzen, trio’s willen niet uit elkaar en gehoorapparaatjes piepen als hijstoestellen in SM-kelders waar ING-managers zich voor 16K laten domineren door een Balkanprinses. De dertien zangnummers bevatten tranentrekkers (We’ll meet again), klassieke Latijnse formules tegen de Gaza-oorlog en Israëls misdaden jegens de menselijkheid (Dona Nobis Pacem), gevoelige liefdesliedjes (Think on me) en ordi relipop (Nearer my God to thee) en alles daartussenin (God save the king en Wilhelmus van Nassouwe).

Organist Martin Mans gaat los op Schnitger. De kiene organist is zo slim er klassieke Groninger meezingers uit te gooien en Amsterdamse schlagers. De verraste koorzangers worden bij de Ede Staal-evergreens meezingers in havencafés tegen sluitingstijd. Naast mij betonchauffeur Jorrit uit Franeker, natuurkundige en Feringa-collega Gijs uit Haren en huisarts Jacqueline uit Grijpskerk die allen een fijne keel opzetten als FC-Groningensupporters na een doelpunt in de 93e minuut.

En dan trompettist Melissa Venema. Och, niemand van de voorste tenoren die haar even helpt op de bok te stappen met haar Karin-Bloemeneske jurk. De mannen zitten als versteende zoutpilaren toe te kijken. Melissa schittert als een prinses bij een paasvuur en schettert er uitgelaten op los. Wat een gevoel, wat een dynamiek.

Gerestaureerde heupen, kekke brillen, protheses, artroseringen, alles kraakt en piept en schudt als fitnessfanaten op trilplaten bij Train More. Muurbarstjes verwijden, grafzerken gaan kieren, kalkschilfers dalen uit plafondschilderingen neer als roos op de kraag van krullenbol Jerommeke voor mij. Na afloop wordt er gefloten, geklapt, gestampvoet en gejoeld door publiek èn – nieuw voor mij – koorleden als opgewonden kermisgangers na een orgastisch kopjeduikelen in een losgeslagen reuzenrad. Buiten, op de Grote Markt, komen we tot rust.

Erik Bosgraaf & filoBarocco

Volle bak in Wilhelminaoord met Erik Bosgraaf en filoBarocco op 25 maart 2025 in het Koloniekerkje. Te weinig programmaboekjes, in de pauze thee met een koekje en na afloop een wild applaus, gefluit, geroep en gestamp.

Een van mijn mooiste cd’s is ‘The Flute Heaven of the Gods’ van The Royal Wind Music, een dubbelsextet van renaissance blokfluiten. Mèt Erik Bosgraaf. Blokfluiten staan niet altijd in een goede reuk, vanwege prutsende muziekdocenten die in de jaren 80 leerlingen in het v.o. verplichtten erop te leren spelen en zo het muziekplezier levenslang verknalden. Ik heb mijn weerzin overwonnen en ben een fan van Bosgraaf èn van Lucie Horsch die we in Groningen en in Utrecht hoorden.

Bosgraaf & Co spelen niet alleen muziek, ze spelen ook in de zin van plezier maken met elkaar. De virtuoze Bosgraaf bespeelt vijf soorten blokfluiten. Hij tovert ermee. Meestal blaast hij lucht in het mondstuk, maar even gemakkelijk haalt hij het instrument uit elkaar en blaast in de openingen aan de lange zijde, of in het uiteinde, of op twee fluiten tegelijk, of op de uiteinden van twee uit elkaar geschroefde delen. Je hoort en ziet een muziekcircus. En geen bladmuziek te bekennen.

Vandaag zien en horen we een fluitist, violist, luitspeler en cellist. Zelden zag ik zoveel kamermuzikale vrolijkheid bij elkaar. Net als je denkt, kun je niet ook op een viool blazen, en dan gebeurt het: violist Francesco Facchini houdt de viool gestrekt voor de lippen en blaast tussen het hout en de snaren met fijne muziek tot gevolg. Net als je denkt: kun je niet wat drummen op een cello, neemt Carlo Maria Paulesu het houtwerk van zijn cello als een percussionist onder handen. Waarom zou je de luit niet ondersteboven kunnen houden demonstreert Marco Baronchelli. Het enige wat ik mis is een strijkstok op een blokfluit.

Bosgraaf en zijn kameraden vertolken drie eeuwen oude Poolse herbergmuziek, opgeschreven door Telemann. Ze bewerken de muziek met grote kennis van zaken met wat in modern muziekjargon  ‘educated guess’ of zelfs ‘reversed engineering’ heet. We horen superlicht eensnarig getokkel, ingenieus pizzicato met enkel de duimen gespeeld, naast vrolijke, bijna brute exploderende dansmuziek, soms vergezeld van vrolijke, luide voorjaarsstemmen. Als je even de ogen sluit en naar buiten koekeloert hoor je een harp, een miniatuur straaljager, een fabrieksfluit of het broertje van een zingende zaag op een Turks volksfeest: Topmuziek en topvermaak.

Bevrijdingsconcert van Grootkoor Groningen in Martinikerk op 7 mei ‘25

Het Grootkoor Groningen geeft op 7 mei 2025 een bevrijdingsconcert in de Martinikerk°. Solisten: Martin Mans op Schnitger, Rob van Dijk op piano, en superster Melissa Venema op trompet. Voor de generale zijn er drie repetities. De koorzangers worden, als de Chinese container op tijd langs Suez komt, versierd met rood-wit-blauw, voor de vrouwen sjaaltjes, voor de mannen strikjes. De muziek krijg ik een week voor de eerste repetitie.

De kamergordijnen zijn nog dicht. Voor achten begint mijn koorstudie. Terwijl ik mijn buik en middenrif teister met de hoepel, ja, oudere mannen doen wat om heupen en bekken soepel te houden, galmen de vibrerende tenorpartijen, ingezongen door Nan van Groeningen, door de kamer. Vrouw I doet, begripvoller dan begripvol, gelukkig extra lang over de schimmel uit de douchebak wegpoetsen en het stiften van de lippen. Ik probeer melodielijnen te volgen en doe alsof intoneren en moduleren mij op het lijf is geschreven.

Zonder veel moeite (ik zeg niet: ‘de minste’) stapt de republikein in mij over teksten als ‘God save the King’ en de hardcore atheïst verblikt of verbloost nauwelijks bij het kwellende ‘Nearer my God to thee’. Principes en politiek correcte gedachten worden zacht als stugge kunststoffen fietstassen die na jaren buiten achter op een oude Gazelle in een verwarmde berging worden gezet.

De WhatsAppgroep met Rogier, Erna en Lycke doet alsof Signal niet bestaat en wordt nieuw leven ingeblazen. Prachtig hoe de vrouwen, beiden ski-instructeur van verwende zorgaccountmanagers op neopreenbanen in Lech die de beginnerscursus ‘meet eenvoudig je eigen CO2-footprint met deze zes tools’ frauduleus hebben afgerond, tot tenor transformeren; mannen die het tot alt schoppen ken ik nog niet. We kijken uit naar honderd-plus stemmen die na twee uren hard werken samen vloeien als beton waar de kiezels uit zijn gezeefd. Ik verheug me op de fluwelen tonen van trompettist Melissa Venema en op het kwajongensspel van Martin Mans die oma Schnitger kietelt, bepotelt en masseert als een kermisganger zijn nieuwe vriend op Roakeldais te Warffum

° ik krijg € 5,- korting op een handvol kaarten die gewoon € 20,- doen. Wie het eerst komt het eerst maalt.

Nieuwjaarsconcert met Westerbrink en Bach in Akerk

1 januari 2025. Ik verplaats me in E die naast me zit te luisteren naar Westerbrink die oma Schnitger bespeelt in de Akerk. E is van Noorderzon, EuroSonic, popmuziek. Naast elkaar zittend kijken we naar een kolos glimmend brok hout met verticale loden pijpen in wisselende grootte. Verderop in de Akerk: de foto-expositie ‘Pixel Perceptions’, bijzondere fotografie gemaakt met hulp van Artificial Intelligence (AI). Langs de in gelid staande stoelen waait warme wind uit de vloeropeningen.

Er klinkt muziek uit Schnitger. Westerbrink speelt Bach. Hij toont zijn – beetje high brow –  kunsten. Uit de 1080 stukken kiest hij een aparte selectie. In het publiek zitten enkele kinderen, liefhebbers, kenners, waaronder veel organisten en E. Halverwege gebeurt iets ongewoons. De organist stopt. Vanachter de voor de ons niet zichtbare speelpositie roept hij iets naar het wakker geschrokken publiek. Ik hoor het woord ‘register’. Zit zeker een register wat vast. Hij begint opnieuw.’ E port in mijn zij en zegt dat ze iets mist, een opname van de spelende organist, geprojecteerd op een beamer. ‘En wat doet de achter het orgel langs heen en weer rennende mevrouw?’ fluistert ze. ‘Dat is de registrant, de page turner.’ Zonder haar is de organist niks. Een man zonder fiets, een auto zonder navi. ‘Waarom staat ze niet vermeld in het programma?’

Bach komt tot ons in toccata’s, fuga’s koralen en wat niet. Het enige waar B zich niet aan waagde was de opera. Een aantal van de vanmiddag gespeelde werken heeft als thema de verstrijkende tijd, de overgang naar een nieuw jaar, bijvoorbeeld ‘Das alte Jahr vergangen ist, wir danken dir Herr Jesu Christ’ en ‘Gottes Zeit ist die allerbeste Zeit’. De atheïsten onder ons gnuiven wat en knijpen een oogje toe, het gaat immers om de muziek.

Voor ons twee slapende kinderen, verder veel ouderen, waarvan enkelen een wedstrijdje knikkebollen lijken te doen. E is by far de jongste (en één van de leukste) volwassene en ik voel me een oudere jongere. Ik ben wat in verwarring en vraag me af wat of de organist doet. Werkt hij aan een nieuw publiek, of is het een soort masterclass?

Na afloop bij een bekertje Glühwein en een koude oliebol zonder poedersuiker (protestanten haten hedonisme; en zijn anders dan katholieken meer op eenvoud en zuinigheid dan op uitbundigheid ingesteld) hoor ik dat de laatste chocomelk is aangebrand. Het publiek wisselt luisterervaringen uit. Het meesterlijke, geweldige slotstuk, Passacaglia in C, met zijn schier eindeloos herhaald thema staat fier op nummer één. Het nestelt zich in de hoofden van de luisteraars van wie het merendeel – bijna onhoorbaar – tevreden en ingelukkig heeft zitten meeneuriën.

Oudejaarsconcert van Kemler en Bronda in Lutherse kerk Groningen

31 december 2024. Voorbijrijdende brutale drugsdealers en pooiers werpen ons vanuit hun verlaagde Benzen kwade blikken toe vanwege de drukte naast hun domein. Jammer, maar vandaag leveren de hoerenlopers de Haddingestraat in aan de muziekliefhebbers. Voor de Lutherse kerk staat een rij als voor een vuurwerkverkoper, een oude gebontjaste mevrouw naast me spreekt er schande van dat ze moet queuen. Ik geniet nu al.

Kemler (in het programma hier Oliver en daar Olivier genoemd) wordt door zijn massaal opgekomen matties met gefluit en geroep verwelkomd. Hèhè, eindelijk wat leven in de brave brouwerij. De kleurloos opgetuigde fel oplichtende kerstboom stemt wat berustend saai. De klankkleur komt van Kemler. Kristusziele, wat een lekkere stem, met een bereik van hoog tot laag, luid en duidelijk tot knisperend fluisterend, van donker tot helder en alle dynamische varianten en tonaliteiten er tussenin. Spatzuiver, frank en vrij en vrolijk. En, godzijdank, niet versterkt.

Begeleider Tymen Jan Bronda bespeelt de Ahrend, Van Oeckelen en Schnitger al net zo lekker en dan ook nog een oude vleugel die in het programmaboekje (vanwege de verschoten schimmelige bruine kleur?) maar niet wordt beschreven. Bronda heeft zich uit de naad gestudeerd horen we. Bachs Toccata & Fuga d kleine terts klinkt geweldig en overstemt vleugen cobra en carbid  van het Zuderdaip en versleten uitlaten van passanten.

Het programma stuitert van oud naar minder oud: van Schütz en Bach via Purcell, Händel (hier Handel geheten), Frank, Haydn, Schubert, Brahms, (jonkie) Duparc en Krebs naar weer Bach. Een fraaie staalkaart van tijden en smaken dus. Kemlers huisgenoten doen wat de rest van het publiek heeft afgeleerd: ze schreeuwen, stampen en fluiten de hele boel bij elkaar als in EuroSonics voorprogramma.

Wow, wat een zanger, deze Kemler. En het grootste deel uit het hoofd. Dat biedt hem een vrijheid die hij ook gebruikt: vrijmoedig inspecteert hij de rijen en zingt (goed en prudent gekozen) over de ‘krachtlose smachtende Mensch, Völker, aus der Stadt gezogen, die das Land bedecken’, je begrijpt, in een kerk met de naam van antisemiet Luther formuleer je bedeesd in deze barre tijden.

Dat er te weinig programmaboekjes zijn vind ik een goed teken. Maar ik vrees dat dan ook de oliebollen en de bubbels mankementen vertonen en poets de plaat.

Kerstconcert te Aalden met NOVA, Gert van Hoef, Nodari & Tatjana,

Nova: dertien jonge vrouwen zingen de sterren van de hemel. Soms in wisselende formatie. Ze worden bij elkaar gehouden door muzikale draden en Mirna’s handen, vaak begeleid door een piano, soms verstevigd door het orgel of een dwarsfluit. Het publiek geniet. Vrouwenkoor NOVA zingt drie- en vierstemmig. Een perfecte dynamiek, spatzuiver, alles uit het hoofd. Dirigent Mirna Westra dirigeert met minimalistische handbeweginkjes en een subtiel bewegend lijf. De zangeressen zingen alsof ze nooit anders doen. En, – niet onbelangrijk – ze stralen plezier uit. Pianist Cas Straatman voelt de pianissiomo- en fortissimo-passages precies aan. Bij ‘On this holy Christmas night’ speelt Marlinda Krol – Wenselaar de dwarsfluit. Het heldere fluitgeluid weerkaatst door de met hoge trekstangen bijeen gehouden octogonale ruimte ver boven de sexy vuurrode hoogpolige vloerbedekking.

Bij het eerste nummer ‘Oh come, all ye faithful’ spelen Mirna en Cas quatre-mains en krijgt de piano hulp van maestro Gert van Hoef op orgel. Er is een perfecte balans tussen beide instrumenten en de delicate zang. De teksten zijn de bekende formules, het is de vlekkeloze muziek die boeit. Kippenvel. Bij een enkeling een traan. De programmacommissie heeft Gert gevraagd vooral ook Bach toe te voegen en de magische hommel van Korsakov.

En dan het duo Nodari en Tatiana. Oekraïne in Aalden. Als ik mijn ogen even sluit meen ik Ivan – wie kent hem nog – Rebroff te horen en als ik mijn ogen weer open: te zien. Het ‘Stille nacht’ wordt gretig meegezongen. Oekraïense gasten uit Coevorden weten niet wat ze horen van beide deelnemers aan de halve finale van Holland’s got Talent. De drie nummers toveren een lach op de gezichten van het publiek.

Terug naar Gert. Vlakbij hem zittend zie je de virtuositeit van de vier ledematen op de nieuw ogende elektropneumatische Verweijs uit 1955 met een lekkere holpijp in plaats van de holquintadeen. Waar profvoetballers al moeite hebben met tweebenigheid, zien we een tovenaar die tweebenigheid paart aan tweehandigheid. Pedalen en klavieren voegen zich naar de muziek van Bach via Gert. Dat de registers hier mechanische knopjes zijn, soit! Als Nederlands Songfestivaldeelnemer Claude volgend jaar in Bazel een variatie op Bachs ‘Jesu bleibet meine Freude’ zou zingen, was Joost Klein snel vergeten.

In de pauze voeren we serieuze gesprekken. Veel van wat we vanavond horen zou er niet zijn geweest zonder het land waarvan de premier, Bibi N., nu van oorlogsmisdrijven en misdaden tegen de menselijkheid, uitmondend in genocide, wordt beschuldigd. Gelukkig duurt de pauze niet lang.

Amstelringconcert Grootkoor Concertgebouw (12 december 2024)

De grote gewetensvraag is natuurlijk: zingen we mee omdat we graag Amsterdamse zorgcliënten een onvergetelijke middag bezorgen of is het een puur egoïstisch verlangen lekker in het Concertgebouw te zingen.

Ons in zwart gestoken kwartet nestelt zich in een stiltecoupé, twee zijn bang voor teveel prikkels voorafgaand aan het concert in 020. Een PWC-consultant die online knoeit met een examen houdt ons scherp. Het wordt lezen i.p.v. kletsen. Ik krijg de sensatie van mijn leven. Anjet Daanje beschrijft in ‘Suikerbeest’ een seriemoordenaar. Een op het oog brave huisvader uit Beijum moordt erop los. Bloederige details met afgehakte vingers en oren, opengesneden buiken als we Lelystad en Almere passeren. Daanje verrast me. Het contrast met mijn (jaja, vooringenomen) beelden van haar werk en met de fijne muziekmiddag straks is groot.

Ook trompettist Melissa Venema verrast. Gegil als ze in een spetterende rode jurk de podiumtrap afloopt. Haar outfit en spel sprankelen als een brute Moët & Chandon. Ze wijst het 300-koppige koor de weg en soleert later met een kerstmedley. Ik denk terug aan vroeger als Jilles Hamersma in Lytsewâld de kerkgemeente met zijn trompet begeleidt. Andy Booth op de vleugel is in topvorm. Organist Martin Mans knalt op het orgel, een gerestaureerde Maarschalkerweerd uit 1891. De zangsolo’s van Etty van der Mei, gestoken in ravissante haute couture van de bovenste plank, neigen naar perfectie.

De zaal zit vol met 1.500 zorgcliënten. Wij laten ons leiden door dirigenten Nan en Etty die een geölied duo spelen. We doen ons uiterste best. De wereldvreemde teksten kaatsen tegen de muren waarop gemarmerde componistennamen ons toeknikken. Anders dan in de literatuur gaat het bij kerstzang louter om de vorm. Harmonie, dynamiek, emotie, tonaliteit, vierstemmige samenzang in optima forma. Voor ons is dit concert een soort generale voor volgende week in de Martinikerk te Groningen.  

Dirigent Nan loopt door de zaal en biedt gasten kansen. Ontroerende beelden. Zoete melodieën verdrijven nare beelden uit dagelijks nieuws. Ook hier contrasteert de verre buiten- met de warme binnenwereld. We versterken dit gevoel als we het Rijks en vervolgens Le 4 Stagioni bezoeken.