Een maand lang 50 kms per dag fietsen

Tim Krabbé: ‘Niet-wielrenners, de leegheid van die levens schokt me.’

Wat levert 30 dagen elke dag vijftig kilometers fietsen mij op? Mijn lijf kan het goed aan, ik voel me superfit en energiek. Wel geef ik toe aan extra rustperioden overdag. ’s Middags slaap ik gemakkelijk ½ – 1 uur en dan ’s nachts nog 8 à 9. Mijn gewicht blijft gelijk, mijn zoet- en vetlust boeten niet in. Niets lekkerder dan ’s avonds een schaaltje doppinda’s (die uit de Lidl zijn de beste), een gestoomde makreel, een blik Oetinger gemengd met een blik Radler; deze mix is in mijn ogen dan geen bier meer.

G. Wells: Elke keer als ik een volwassene op een fiets zie, vrees ik niet langer voor de toekomst van het menselijk ras.’

Aan stoppen gedacht? Nee. De echte inspanning begon op de zondag van de val. De ribben waren een week lang superpijnlijk. Zelfs met 8 paracetamol of 8 aspirines waren een spoorweg oversteken, de laatste 10 centimeter bij gaan liggen of de eerste 10 bij opstaan erg gevoelig. Er is nu eenmaal niets te doen aan gekneusde ribben, behalve rust nemen, maar rust kan je ook een paar dagen uitstellen. Al met al bleef het draaglijk, zodat ik de 1.500 kms in 30 dagen kon afmaken. Stoppen, klagen of een huisarts die niets met bewegen heeft en enkel vraagt: wat wil je zelf, bezoeken is een keuze.

Ron Weleters (filosoof): ‘Een streng dieet van noeste ascetische arbeid baart meer weerstand en duurzame levenskunst. Vooral ook als je er alleen op uittrekt en vol in de wind moet fietsen. Lang leve de solitaire duursporter.’

Tegenzin had ik eigenlijk niet, nooit. Verveelde ik me onder het fietsen dan schreef ik in gedachten. Mijn wekelijkse Klaastaalteksten, een nieuwjaarskaarttekst, een column voor het Ploeg-magazine, recensies voor Roet en een gelegenheidstekst als een In Memoriam. Mijn denkschrijflust ging zelfs zo ver dat ik bij thuiskomst aan vrouw I meldde een I M voor iemand klaar te hebben en dat zij opmerkte: ‘Maar die leeft toch nog?’

Ron Welters: ‘Wie veel traint is geneigd oppervlakkig hedonistisch consumentisme in te ruilen voor een bewustere, betere omgang met planeet aarde.’

Op de fiets in de frisse lucht wat nadenken doet een mens goed. Bijvoorbeeld over hoe een euthanasieverklaring geformuleerd dient te worden, wanneer de dahlia’s eruit moeten, de laatstewilpil, in hoeverre ik megalomane projectontwikkelaars de voet dwars wil zetten, de uitspraak van Joost Prinsen dat rouwen een vorm van zelfmedelijden is, hoe Nedersaksisch in Noordoost-Friesland neerstreek, de vraag of een dementerende in een verpleeghuis jaren en jaren te (laten) verzorgen een vorm van narcisme, goedertierenheid, egoïsme, menslievende hulp of een mengvorm, egoïstisch altruïsme, is.

Owen Wijndal (speler AZ): ‘Als je lekker in je vel zit is het juist leuk om veel te voetballen (= fietsen).’ 

De dertigste fietsdag is het bitter koud en de wind bijt in mijn wangen als in 1979 Svetlana in mijn tongpunt toen ze me voor de leuke lessen bedankte. Met een goed gevoel beëindig ik mijn fietstaak en overdenk wat 100 kms per dag zou doen met het lijf van een 65-jarige in 2021??