Provinciale Staten, een dagje

Uitgenodigd door gastvrouw Margriet Donker – Van der Vinne (CU)  loop ik mee met  Provinciale Staten. De male chauvinist pig in mij hoopt op een evenbeeld van Carola Schouten. Ik ga op zoek naar de sfeer. Kijken, luisteren, voelen, ervaren.

Deze keer dus geen focus op inhoudelijkheden. Rondkijkend speur ik naar boerenbroeders als Henk Bleker, Henk Staghouwer, beiden begonnen als Groningse gedeputeerden. Mijn intentie om in te zoomen op sfeer voorkomt dat ik moet stellingnemen in heikele agrarische kwesties als pesticiden in lelieteelt, mestfraude, kalverfraude, gekkekoeienziekte, vogelgriep, stikstofproblematiek, rodedieselfraude, Q-koorts, misstanden in slachthuizen, microplastics in melk, vlees en veevoer, het shredderen van haantjes, bokjes en stiertjes, het bruut verbreken van de koe-kalf relatie, kortom de agrarische wereld als failliete bedrijfstak van bulkgoederen, een bedrijfstak die ondanks decennialange subsidie-infuzen met opkoopregelingen 100 x meer wil ontvangen dan alle sociale achterstandsprogramma’s in buurten waar grootgrondbezit even onbekend is als solidariteit met kleingrondbezitters bij boeren.

Provinciale Staten met zijn zestien (splinter)partijen is een uitvergroot expliciet argument voor kiesdrempelverhoging. Alle partijen worden uitgenodigd hun licht te laten schijnen over het belangrijkste vergaderonderwerp vandaag: Uitbreiding van de Eemshaven. Bijna alle maken er gebruik van. Voorzitter René Paas doet moeite wakker en elegant te blijven. Dat lukt hem bijna. Wat hem niet lukt: op tijd beginnen.

Er staan 43 stoelen klaar; slechts enkele leden zijn afwezig. Tien vrouwen. Veel ambtenaren en mensen uit het onderwijs, hoor ik in het voorgesprek. De werktijd voor PS, vertelt Margriet, is ongeveer 20 uur per week tegen een vergoeding van ca. € 800,- Ik zie geen zwarte statenleden, ook geen hoofddoeken. Van kruisjes aan halskettingen ben ik niet zeker. Ook geen pastafarians zo te zien. In de pauze (heerlijke broodjes, karnemelk, vegasoep maar ook Marsen en Twixen) zien we een overdaad aan maatpakken, glimmertjes, manchetknopen en stilettohakken maar geen tattoos, trainingsbroeken en hoodies.

Opvallende spelers in het ochtendprogramma: Agnes Bakker, Bennema, Marquart Scholtz, Meendering, Van der Werf, en uitblinker Voerman. In de pauze spreek ik jonge hond Geijtenbeek die voorspelt dat hij na de pauze een motie over OV gaat indienen. Van de gedeputeerde Staten mag Tjeerd van Dekken een serie vragen (kordaat) beantwoorden. Leerzaam allemaal. Jammer dat Nederlands op één na mooiste streektaal, het Gronings, hier afwezig is als bescheiden introspectie bij boeren die veertig jaar niet hun bedrijfsmodel hebben willen omvormen. Ik schat dat de meesten een inburgeringscursus in het Gronings niet zullen halen.

In de pauze wordt ons een rondleiding aangeboden door het gebouw. Het ademt een sfeer van luxe, pracht en praal. Helaas weten de gidsen niet hoeveel van het chique interieur te danken is aan de verdiensten van de slavenhandel: een zwarter dan zwarte tijd waarin Groningen excelleerde en slechts twee andere steden boven zich hoeft te dulden. In de hoofdgang, langs Paas’ kantoor, een expositie van Ploegwerk tot circa 1975, waarbij gemakshalve wordt voorbijgegaan aan het feit dat de Ploeg nog steeds leeft, volgens sommigen zelfs springlevend is.

Ploegexpositie in Zilverkamer Appingedam

Het voelt als een verjaardagsfeestje met wat stokoude ooms en tantes en neven en nichten die zich op hun vijftigste nog jong en sexy noemen. Ik denk na over de ondertitel ‘Springlevend’. Dat zeggen verpleegsters ook van oude aan staar, artrose, prostatitis en alcoholzucht lijdende mannetjes. Midden tussen glimmende eksterhebbedingen is Ploegwerk uitgestald. Als gelouterde Ploegwatcher maak ik graag een ronde en test mijn geheugen dat hoewel springlevend gaten heeft als Groningse landbouwweggetjes.

Niet elk Ploeglid is erin geslaagd splinternieuw werk aan te leveren. Van Rozema, Kracht, Van den Berg bijvoorbeeld zien we werk van achter de knieschotten. Rozema is zelfs niet uitgelicht. Over te weinig licht heeft Van Holten niet te klagen: als theaterspots vermomde koplampen werpen ronde lichtbundels op zijn verder rechtlijnige werk. Ach, even de lichtknoppen naast de deur bedienen en je krijgt een rustig beeld. Van Holten gaat voor zijn doen wild te keer met een paar extra vlakken op zijn rustige Waddenwerken.

Alkema blijft boeien. Uitsluitend geheimzinnige zwarte verfspatjes en kringelende fijne lijntjes op wit stimuleren mijn grenzeloze fantasie. Ik zie spannende volumineuze vrouwen die net in het licht staan en van wie slechts de contouren zichtbaar zijn. Ik zie een soort genenplanning van een besluiteloze schepper die nog alle kanten op kan. Dik Breunis raakt de actualiteit en mij met een houten aardbevingbestendig huis op een van ijzeren spanten gewrochte terp, dit werk torent uit boven Breunis’ amorfe houten boomdelen, soms door een stuk staal in toom gehouden. Annelies Gommer blijft imponeren met wat ik oneerbiedig parkeergaragewerk noem. Deze keer zien we een voetgangerspassage boven een snelweg. Stil, strak, glanzend, geheimzinnig: een filmstill.

Ik hoop dat de Ploegers en masse het eindexamenwerk van Minervaïanen in Scheemda hebben bekeken. Wil je springlevend zijn, lijken, worden, blijven, kijk dan over heggen en hekken. Bied vijf veelbelovende Minervamasters en -bachelors een gratis Ploeglidmaatschap aan voor vijf jaar en kijk daarna terug op een springlevende geschiedenis èn toekomst zodat je je niet steeds afvraagt waar Thomas Dijkstra toch is gebleven.

Graduation Show Minerva 2022

Een Minervastudent met interesse voor orgelmuziek? Zou maar zo kunnen. In ieder geval een omdenker die zich de lumineuze en onmogelijk geachte taak heeft gesteld om orgelpijpen te construeren die niet geluid maken door op toetsen te drukken maar eraan te trekken. Heerlijk! Gezien in de mooist denkbare expositieruimte in Scheemda, de steenfabriek.

De tentoonstelling is een must voor mensen die altijd antwoorden paraat hebben, voor alles oplossingen (denken te) weten, die niet of nauwelijks twijfelen. Bij de expo van master- en bachelor studenten worden je de ogen geopend. Drie keer kijken,  jezelf continu de vraag stellen hoe iets kan op deze manier. Dus ideaal voor leraren, dominees, economen, ambtelijke problemsolvers, wetshandhavers en politici.

Elke Minerviaan krijgt een enorme ruimte toebedeeld, vaak met imposante postindustriële relicten. We zien kunst waarbij broeder Blühm van het Groninger Museum zijn handen zou toeknijpen. Geen kunstdiscipline of hij wordt hier geëxposeerd. Op fijn schilderwerk na, misschien, maar daar hebben we de Klassieke Academie voor.

Laten we inzoomen op werk van Jildau Nijboer. Nijboer daagt met minimalistisch werk de beschouwende, liefhebbende toeschouwer tot het uiterste uit. We zien driedimensionaal werk waarin alledaagse (soms op straat gevonden) objecten,  (bouw)materialen, esthetisch worden hergebruikt en schilderijen waarbij de ogen van de kijker net zo hard moeten werken als die van de maker. Nijboer is geïnteresseerd in choreografie, free running, spiritualiteit & lichamelijkheid. Nijboer speelt met applicaties van verf en vraagt de kijker niet alleen met de ogen maar met het lichaam te kijken, de kunst te ondergaan.

Bekijk de Minerva-alumni (of anders de Dutch Design Academy in Eindhoven) en ervaar het geruststellende gevoel dat door hier broedende Willy Wortels veel problemen geattaqueerd kunnen worden mits ze de ruimte krijgen van en gestimuleerd worden door leraren, dominees, economen, ambtelijke problemsolvers en wetshandhavers.

Denk je hier niets te vinden over dyslexie, psychiatrie, herbestemming van lege kerken, mierenhopen, mensenrechten, het hebben van een gehandicapte broer, bûten boartsje, penetratieproblematiek, kadewoningen en courtyards, dan vergis je je deerlijk.

Geluk in Coevorden

Onder de elleboog van de dirigent door kijkend zie ik violisten, daarachter een klarinettist naast een fagottist en dan pas de twee rijen zangers van het koor. Natuurlijk heeft de zang extra mijn belangstelling. Als ik mijn mond dicht houd hoort toch niemand mijn neuriën? Zeker? Aan het eind heb ik er genoeg van; het fragment ‘Ich will Jesum selbst begraben’ <en vooral dat superlange op-en-neer-bewegende be-gra-a-a-a-a-a-ben> heb ik tijdens de Winterelfstedentocht zo vaak hardop geoefend, het moet er even uit en ach, wie hoort die extra stem uit onverdachte hoek?

Lijstjesmensen hebben het zwaar vandaag. Welk deel van de Matthäus Passion geeft me het meeste kippenvel? Ik vind haast alles even mooi. De solisten krijgen ook een presentje: Inge en haar vriendinnen op de eerste rij. Interessante vrouwen van net vijftigplus met extra oogschaduw, lipstick met eroverheen wat doorschijnende lipgloss, wenkbrauwextensies, zijn natuurlijk fijn om naar te kijken. Voor de evangelist wellicht wat te ver weg, maar de Christus en de Viola-da-gambaïst fixeren de meisjes één voor één, als Vlaamse Gaaien gepelde noten in voorjaarstuinen.

We zitten pal achter de dirigent. Eke, Hanneke en Geertje trekken de knieën in om maar niet steeds contact met zijn knieholten te maken. Ze wijzen op een randje rode voering dat uit zijn colbertje kiert. Opzet, schat ik, hij begrijpt de impact van een extra vurig kleurtje. Ik zit ernaast en krijg een andere bonus: naast luisteren kan ik meelezen met de aantekeningen van de dirigent in zijn partituur: een extraatje als vers sap in de muesli. Ik lees op gekleurde post-its: Anne-Fleur jarig; zijn Hubert-Gijs’ manchetten schoon? Martijns inzetten; hohoho Joost-Bas; Eva-Lies niet wiebelen met de stok, versnellinkje bij hout; komopkomop bassen!; (en een pagina voor het einde van deel I) en nu koffie!

Als Afrikaanse fietsers die fietsranglijsten penetreren vliegt deze CMT-uitvoering gelijk mijn topdrie in: Leusink en het NNO hebben het nakijken. De tangoversie met Jan Rot en de Friese MP destijds in Drachten dreigen naar plaats twee en drie te zakken. Jeugdigheid, vrolijkheid naast ingetogenheid, enthousiasme en dan de locatie in Coevorden: wow! Gelukkig gaat er in de pauze iets mis met de thee, houden we iets over in de evaluatie. Nou vooruit twee dingetjes dan: waarom, waarom gekleed in het saaist denkbare uniforme zwart? En waarom niet drie koralen zonder partituur gezongen en gemusiceerd en de kans gegeven aan de wilde vrijheid die in elke musicus schuilt?

Winterfietselfstedentocht VII

Na een doorfietsperiode in herfst en winter, letten op gezonde leefstijl en Dry January ben ik er klaar voor. Wat heb ik er een zin in! De hele week bouw ik aan mijn fysieke ontspanning, de poten zijn strak en de gedachten vrij. Ik slaap van 21.30 – 05.00 aan de Emmakade in een mooie logeerkamer bij een eersteklas hostess. Dan koffie, krentenbol en 500 gram yoghurt met fruit en muesli. Bij de start zie ik kortgebroekte Mark. Ondanks zijn 80 kms op zaterdag moet ik deze Mollema loslaten. Het is fris maar niet koud, winderig maar geen storm. Ik pik aan bij passerende groepjes. Overweeg welk kopgroepje mij het beste past. Aanpikken, kleven, volgen, hangen past bij zesenzestigjarigen als dubieuze zwijgzaamheid bij praatprogrammaeconoom Barbara B, de R-bank en Siewerd van L.

Als ik wat bredere billen zie, denk ik: wow, een vrouw, daar blijf ik achter. Dat gaat altijd lukken. Voor Sloten zie ik zijn baard. Een man met wat bredere heupen. Maakt die gedachte mij een seksist, vraag ik me tot Stavoren af. Elke stempelplaats verstevigt mijn fietsgevoel. Voorbij Sloten haak ik aan bij een kwartet snelle gasten. Accountmanagers in de zorg, schat ik. We jagen een hoge dertig, onder de dijk langs zelfs veertigplus. Bij Warns moet ik lossen. In Stavoren, na een krentenbol en een bidonrestje, voor pissen geen tijd, ga ik weer los. Ik zit op 29,8 gemiddeld. En dat met dertien keer wandelen bij stempelposten. Het aantrekken van mijn handschoenen kost veel tijd. Met moeite jaag ik weer op de zorgjongens. Beginveertigers. De beschermende luwte achter hen voelt als een verdiende uitkering.

Overal loert vertraging. In Hindeloopen stempelen verklede pijprokende oudheidkamermedewerkers. In Workum is het een passerend skûtsje. In Bolsward tank ik drie bouillon, een banaan en een krentenbol. Ik leg Canadese fietsers uit dat ministers de eed in het Fries mogen afleggen. Ze versnellen als ik over Gündoğans geile praatjes en billentikkerij bij Vonk begin. Ik zit nu op 30/uur. Richting Harlingen zit ik achter twee Stadskanaalster fysiotherapeuten, eindtwintigsters met gevlochten paardenstaarten. Franeker is zonbeschenen als verkiezingsprognoses voor GroenLinks. Overmoed ligt op de loer. Ik provoceer medefietsers en bestel een fles bier. Radler 0 %. Suikerwater. Twee plekjes op de billen worden gevoeliger. Snert, roggebrood met spek (!) in Stiens, en Fanta in de bidon. H e e r l i j k. Ik onderdruk mijn zin in een frikandel speciaal. De Matthäus Passion zit in mijn systeem. Het Mache Dich Mein Herze Rein dendert door mijn hoofd. Dokkum. Glas op de weg. Aldtsjerk. Naast me een man uit Slikkerveer met sportschoenen op de trappers, hij kijkt me aan als ik van neuriën overga op hard zingen van Ich will Jesum selbst begraben. In een grote groep bikkelen we naar Ljouwert. Het is bijna gezellig. Bonnema’s flat loert en lonkt.

Dan de aankomst bij de Elfstedenhal. Drie leuke vrouwen verwelkomen me en verrassen me met zoenen, een roos en getuigschrift. In het café wil een soort Frau Antje met mij op de foto.

Reitemakersrijge 24

Udo Jürgens bezingt het lot van de oudere jongere gloedvol in ‘Mit 66 Jahren’. Hij overtreft met verve het nerveuze Route 66 van de The Rolling-snuivers-Stones. Op je 66e verjaardag een theepot krijgen en een fles alcoholvrije wijn met een jeugdfoto in plaats van jenever of een neushaartrimmer is natuurlijk al een godsgeschenk. Vervolgens als eerste door twee Tinekes en de mannenkledingwinkel gefeliciteerd worden, heerlijk attent. Maar het mooiste present, op een vergesprek over boulderen met zoon II en een artikel over orgels in Noord-Nederland van zoon I na, was toen ik de krant opensloeg en zag dat er een roman is geschreven over het meest verguisde en onbegrepen dier in Nederland: de duif¹.

Zowel nature als nurture boosteren mijn neiging het altijd voor de underdog op te nemen. [En de immer bovendrijvende upperdogs Carola, Alexandra, Sigrid, Agnes, Fleur, Esther, Sylvana]. Kristusziele, waarom bestaan er geen doortastende PvdA-vrouwen op topposities?

Heerlijk gevoel. Ja, ik beken, ik ken de man – en inmiddels vrij goed -, die stiekem de stadsduiven voert. Hij slentert in een sleetse ouwemannenjas door de stad. Op de plek waar je een grijze groezelige pet met vettige randen zou verwachten, steekt een brutaal volle springerige kuif alle kanten op. Zijn nek is omzwachteld met de mooist denkbare sjaal ter wereld: wijd vallend, gehaakt, met kleurige blokjes uit de beste schilderwerken van Gerhard Richter uit de periode dat hij nog dacht dat geometrie gelijk stond aan Duitse landschappen.

De man, hobby: wandelen en wereldraadselen oplossen, is eigenzinnig en eigenwijs als een Moslim met druk op de borst die ja zegt tegen een varkenshart of een minister die de eed [dat ferklearje en ûnthjit ik] in het Fries aflegt. Hij neuriet ‘Jesu meine Freude’, FC Emmens clublied ‘Het is stil daar aan de overkant’ of fluit constant een iets te snelle versie van ‘Aus Liebe will mein Heiland sterben’. Hij onderdrukt <met moeite> de lust om in de lucht te dirigeren. Strooit af en toe een handjevol duifvoer rond. Daarna kijkt hij schielijk achterom. ‘Goddomme, duiven voeren is verboden,’ hoor ik schuimbekkende duifhaters gnuivend smiespelen. Fluiten en neuriën wordt prevelen: ‘Duifje, duifje’. Ogen twinkelen. Zielsvol geluksgevoel stroomt bij het zien van door elkaar kroelende gevleugelde vrienden.

¹’Dorus de doffer’ van Rense Sinkgraven

kerstgroet voor Klaastaallezers

Beste Klaastaallezers in Aduard, Ambt Delden, Amsterdam, Arnhem, Assen, Beilen, Bladel, Bolzano, Den Bosch, Brussels, Burgh Haamstede, Diemen, Dodewaard, Dreumel, Duivendrecht, Echt, Emmen, Enschede, Giessenburg, Groningen, The Hague, Harlingen, Haulerwijk, Hillegom, Klazienaveen, Kollum, Lieshout, Maastricht, New York, Nieuwerkerk aan de IJssel, Nieuw-Vennep, Odoorn, Oosterhesselen, Rotterdam, Schaijk, Sommelsdijk, Stiens, Uden, Utrecht, Veenendaal, Vught, De Westereen, Winsum, enz.

Vraagt de ene m/v/x herder uit de bekendste Palestijnse stad op de Westelijke Jordaanoever eind 2  0  2   1 aan Jozef: gast, wat is al tijden uit ons beeld, tot straks verpakt, verstopt, wat wordt er van ons weggehouden? Zijn het de mannenbroeders Hoekstra & Van Lienden, poeniepics jagende Ivens, warhoofd Baudet, kronenjongen Alex? Zijn het de slappe toeslagrechters, de antivaxxers uit de bedden bezettende bible belt, die enge retro farmers, de mest- of witteschoolfraudeurs, de logge ongeschoolde paarden  koemanbommelboerseedorfcocudavidsbastengullitstam die maar geen ruiters willen worden, kompasloze dubbelepettendragers vermomd als fiscaal juristen, jagers op agressieve konijntjes, de mocromaffia, het TagiWeskibondje of toch gewoon de arme tot prinses gemaakten, de ladenlichters van de ABN met zwarte Guernseylijnen, de roomse angst voor Benedetta’s staafje van de pleziergoederenboer, het hossend stadionpubliek, de nieuwshypochonders onder de twitterintelligentsia, de tabaks- lachgas- en farmaceutenindustrie?

 

Ah nee, mirre- goud- en wierook- dealer m/v/x, die shit gaan we jinxen; verstopt zijn Fleur de wegenbouwer, het zijn wat bossen geveltuinenblommen in de knop, Carola die de boeren wijze niet begrepen lessen leert, het onversaagde trio Huug, Jaap, Mark, een glaasje zelf gewonnen bessensap, supersub Alexandra, oude ploggers op zondagmorgen, Silvana, godin Minnesma, Carmen Mola die toch drie mannen is, wat fietsersvriendschap, dekselse Bojan & Gretha, onverjaarde broederliefde, een duinenwandeling, een warme hand, een moers- of streektaalkus, wat extra aandacht, de guilty pleasure van een dwarsgedachte, held Josh Cavallo, een ultravrije laatste wil, fijne herinneringen, een handvol weggesneden laatmaarzorg, voetbalplezier van 020 en Wergea United, een minibieb, wat Wilmink, Talma, Staal-cultuur, een shotje molnupiravir, de Omtzigtrenaissance, meerstemmig koorgezang, verstilde kunst, een gehaakte blokjessjaal, trombones zonder dirigent, een parkje aan de A, wat zeg ik? Puur ontknoopt geluk in  2   0   2   2 !

K l a a s  e n  I n g e

 

(Reitemakersrijge 18, 9711 HT Groningen)

Reitemakersrijge 15

Van de Reitemakersrijge naar de Martinikerk is een hanenstap. Maar nog even langs het Forum. Doet mee aan een contest voor beste bibliotheken ter wereld. Het Forum zit bij de laatste vijf. Een schitterend gebouw, uit welke hoek je er ook naar kijkt. Maar toch. Er is iets. Mijn stelling is dat met platen beplakte gevels geen stand houden. Ze komen een keer naar beneden. Hier is het niet anders; ik zie dat van een hoge plaat een brok mist. Naar beneden geflikkerd als reputatieschilfers van VVD-ministers. Groningen wentelt zich in cultuur als een tot prinses gemaakte in koninklijke toelages. Vanaf Reitemakersrijge is alles bewandelbaar. Het weekend zit propvol kunst.

Dat een twaalfkoppige zanggroep (met drie Ashby-zusjes) het best zonder dirigent kan bewijst Stile Antico in de Martinikerk op 17 oktober 2021. Onderdeel van het Schnitgerfestival. Alles is goed, alles klopt en dat is voor Groningen een mirakel. Toporgelmuziek door Jürgen Essl afwisselend met geweldige meerstemmigheid van 12 zangers. Superstemmen. Waar heb je begeleiding, of een dirigent voor nodig als je zo zingt. Mooier dan dit kan haast niet. Religieuze muziek. Minimale rebusteksten, soms zelfs bestaat een lied uit maar enkele bezwerende woorden uit de tijd maar net voorbij de periode dat religies even belangrijk waren als heksenverbranding, lijfstraffen en builenpest. Champions League zang, af en toe raak vergezeld van hedendaagse geluiden van buiten, uit de hoek van de bij vlagen gure Vindicatreuk.

Twee dagen eerder was een Schnitgerfestivalavond met, ondanks de veelbelovende naamgeving, slechts één Schnitgerorgel-bijdrage. Tja, zo kan het ook. In de A-kerk op vrijdagavond. Puike muziek o.l.v. maestro Havinga, maar de organisatie haperde als een aan drukval of vocht lijdend orgel. De kachel stond op 10. Bij de entree werd zoveel papier uitgereikt dat het publiek bleef ritselen en bladeren. Twee solisten hadden het lastig met vijf blazers. En met het publiek. Beide zangers stonden dan ook tegenover elkaar en niet naar de luisteraars gericht. Microfoonloze tussendoorse aankondiging. Onhandig gepruts en gefriemel aan oorapparaatjes tot gevolg. Pauzethee vanaf één plaats uit retrokannen.

Èn de Martinikerk èn de A-kerk èn het stichtingsbestuur zouden er goed aan doen flink te investeren in beamers met daarop de teksten geprojecteerd, zodat compulsief-obsessieve leesclubmeelezers die niet genoeg aan de muziek hebben hun leesuurtje met opgeheven hoofd & knispervrij kunnen vervolgen. Het mag dan oude muziek zijn, de uitvoering en organisatie schreeuwen om een hedendaagse setting. En een flesje bier of glaasje jus of wijn in de pauze. Lekkerder, eenvoudiger en voor de penningenmeester interessanter.

Reitemakersrijge; één

Zondagmorgen, the morning after the night before. We slapen uit tot 06.30. Twee uur langer dan gisteren. Gisteravond schrokken we op door sirenes. Twee politieauto’s, een motor en een ambulance schuin tegenover ons. Twee op het oog keurige jongemannen worden aangehouden. Op straat naast het terras ligt een aan het hoofd gewonde vrouw. De agenten nemen de situatie efficiënt op.

Zittende jongeling – F. E. Jeltsema

‘De zittende jongeling’ van Jeltsema. Zoals met bijna alle beeldende kunst zoek ik er iets van mezelf in. Deze keer is het gemakkelijk. Een smal lijf, peinzende, serieuze blik, gespierde bovenbenen, echt een dorpsjongen. Een Groninger, wed ik. Eén die goed en vlot Gronings sprak, misschien nog spreekt. Het beeld is van 1960. Gemaakt door F. E. Jeltsema (1879 – 1971). Lopend over het hondenpaadje aan de singel verbaas ik me over de beelden. Een en al brons.

In een etalage zien we twee hoerenhondjes. De gezichten staan van elkaar afgewend. Ik fantaseer over de betekenis. Jammer dat de ramen niet schoon zijn. Blauwe CDA-zomerpakken afgeprijsd in weer een andere etalage. Een stadspak heeft wel iets.

Een voorbijfietsende man ziet me de straat aanvegen en stopt. Een heel verhaal over een dakloos  bestaan in Eelde en de complexiteit van bijstand aanvragen zonder vast adres. Sympathieke man. Hoge ambtenaar geweest. Lijkt op de jongeling van de singel. Of ik, hij zou het ook liever niet vragen hoor, echt niet, of ik misschien…. Dat hij niet vraagt om een overnachtingsadres verbaast me zo dat ik hem graag een tientje geef. Een bed, bedbank dan, had hij ook gekregen. Stralend fietst hij verder. Halfzachte banden zoals alle stadjers. ‘Die staat er morgen weer,’ zegt vrouw I. ‘Wedden van niet?’ is mijn zekere antwoord. Ik voel me goed. De stad past me wel.

pinguïns

smelten als een schots in de februarizon bij het zien van een kolonie pinguïns overkomt iedereen

met een zacht hart; het zijn overlevers, superduikers met een effectieve eenkindpolitiek waar landen

met hemelse vrede punten aan kunnen zuigen, maar ik moet iets bekennen en mijn excuses aanbieden,

sorry zeggen tegen alle pinguïns; telkens kom ik, hoe ik ook kijk, keer, wend, kijk en weer kijk,

en, regieaanwijzing: vanaf hier mijn stemvolume tot de laatste zin tot schreeuwens verhef, uit bij de

zwartgerokte befjongens en meisjes: fiscaal juristen, notarissen en rechters, sommigen echt begaan

met medemensen, anderen, niet toegevoegde pro deo’s, gladjakkers met een soepele vacht en

een ondermaatse motoriek, waggelend als Franse pendules, minieme huidbijtwondjes als onuitwisbare

liefdesspelstigmata tonend, zuidassuikerspinnen met buikspek omgord, skeletten met de zware last

van adipositaslijders op de i.c., een wroetende, pikkende spitse snuit; die, wat zijn het nou: mannen,

verklede dieren, zich oppompen tot max 9 bar, druk en dik over tax-evasion en hoe geil multinationaal

genot aftrekbaar is via belastingparadijzen, taxwalhalla’s waartoe ook wij, Nederland in optima forma,

ondanks goede mensen als Kajsa, Sylvana, Carola, Epke, Marieke Lukas, Sigrid, Esther, Lilian,

schaamtevol behoren, je bent een klusser met de hoogste opleiding en je praat bedrijven en koningen bij

over hoe ze niks kunnen hoeven betalen maar wel op speedboten voor Galaxidi en Loutro cruisen

met opgestoken omgekeerde handen die wel alles willen krijgen en hebben maar niet weten wat geven is

in broeken die almaar binnenste buiten willen lijken maar vol zitten, voller dan mannen die in niets lijken op leeuwen op paarden: de ontspoorden;

maar dit gun je pinguïns toch niet, lieve, koude,  waggelende pinguïns toch niet, niet pinguïns, niet