Journaal 20 november 2022

De vergelijking tussen zelf een foamroller < een soort deegroller die je over gevoelige spieren rolt > gebruiken en de handen van een fysiotherapeut valt natuurlijk uit in het voordeel van de fysio. Maar er zijn huisartsen genoeg die geen verschil in effect zien. Mijn fysio kan heel goed vier dingen tegelijk doen. Zij masseert, vertroetelt en pijnigt mijn linker hamstring en praat me bij over mortaliteitsvoorspellingen op basis van bovenbeenspierkracht. Nee vijf: ze spoort me aan ook zelf te oefenen en de foamroller te gebruiken. Ik overdenk het fietsend, als ik na Odoorn linksaf sla richting Musselkanaal en me, mijn 22  kerstmuziekteksten repeterend, verbaas over de slechte fietspadstaat richting Stadskanaal.

Had nog nooit gehoord van zanger Ruben Block van popgroep Triggerfinger. Tot 17 november 2022. Hij treedt op met het Noord Nederlands Orkest. Overal op het podium ledlichtjes, snoeren en versterkers. Dirigent Dirk Brossé (tevens muziekprofessor, componist en arrangeur van alle muziek deze avond) is gekleed in een zwart jurkje. De orkestleden hebben een hippe outfit niet aangedurfd, die houden het op vorige-eeuws stemmig zwart. Voor beide partijen een goed effect: de popmuziek ziet in dat je ook zonder oordoppen een heel eind komt en krijgt een muzikale impuls en de klassieke een volkse.

Het repertoire meldt bekende popformaties: Roxy Music. Spinvis ken ik. Van naam. Triggerfinger, Devo, The Cars, Split Enz, Hank Williams, Peter Gabriel zijn nieuw voor me. Blocks stem doet me aan Brian Ferry denken. Zijn teksten veelal onverstaanbaar, we horen flarden povere rijmelarij, daarin schuilt de overeenkomst met kerstmuziek. So what, denk ik, to hell with the lyrics; het is de muziek die ’t hem doet. De combi met een klassiek orkest is erg goed. Ze spelen zowat de sterren van  de hemel. Het swingt bijna. De zaal vibreert als gevoelige spieruiteinden op massagetafels. Mijn hamstring geniet.

Mooi-boy Block zingt, ingetogen en soepel dansend alsof hij geëlektrificeerd is. Hij klinkt als een klok. Zelfbewust bespeelt hij de zaal. In het begin plukt hij veel aan zijn weggeschoren bakkebaarden en aan zijn bovenbenen, alsof zijn boxer-short te strak zit. Vergeleken met hem zijn de orkestmusici sullige, op zijn best glimlachende, bladmuziekklevers. Helaas blijven ze zich aan de muziekreceptuur vastklampen als Brabantse boeren aan mestfraudeverleidingen. Wat zou er gebeuren als ze zich eens lieten gaan en hun comfortzone verlieten? De koperjongens zijn ijzersterk. De ritmesecties ook. De violen blijven soms hangen in zijige filmmuziek. Brossé lijkt het goed te vinden. Hij blijft met een gelukzalige lach stralen in de discolampen.