JOURNAAL week 32/33

ZONDAG Onze minibieb maakt overuren. Dagelijks sneupen passanten erin om een pareltje mee te nemen; anderen vullen aan als vakkenvullers bij de Lidl na het paasweekend. Er zijn incidentele passanten naast vaste vullers als mijn zus, de huishoudelijke hulp van meneer pastoor uit Aduard, een Muntendammer boer die het licht heeft gezien, en hij die ik mijn Iraanse kameraad noem. Voor hem, duivenbeschermer, bewaar ik statiegeldflessen en bierblikjes (de tijd van bier in flessen ligt inmiddels ver achter ons), en hij bezorgt me af en toe een tas vol boeken. Soms zijn het, na het afstuderen van zijn zoon, studieboeken ‘Statistics & mathematics in Muslim lead Enterprises’ en soms, zoals nu, hedendaagse literatuur. Ik zie Siebelink, Roosenboom, Van Dis, Peper, Den Uyl (zelfs de oestrogeenthriller De eetclub van Saskia) Noort, Op den Beek, zelfs Wieringa.

MAANDAG Enschede, Enske voor intimi, is een prachtstad. Nu even geen terugblik op de dubieuze drugshandel in het supportershome van FC Twente, destijds met goedkeuring van het bestuur, maar  enkel lof over het prachtige Rijksmuseum, het verrassende uit stalen vlammen bestaande kunstwerk voor het Medisch Spectrum Twente en het imposante zes meter hoge beeld ‘In god we trust’ van de Spacecowboys op het dak van het Enschedese conservatorium ArtEZ.

DINSDAG in Groningen start een loopvierdaagse. Voor € 100,- pp mogen 1.400 wandelaars er groepsgewijs op uit. De 140K schijnt nodig te zijn voor de organisatie. Nijmegen met 45.000 optochtlopers vraagt € 120,- pp. Voor 5,5 miljoen kan Bruls natuurlijk voldoende dixies plaatsen en pispleinen inrichten. Ik wacht op de eerste ziektekostenverzekering die eist dat klanten deelnemen aan deze diabetes-2 voorkomende inspanning en die het ook vergoedt. Optochtlopers nemen de kans door Jaap Jongbloed of Thijs van den Brink een verlepte gladiool in de handen gedrukt te krijgen voor lief.

WOENSDAG Onze buurtvereniging Het A-kwartier propageert het aanleggen van geveltuintjes. We combineren een serieuze aanpak met plezier. Praten en soms wat drammen over biodiversiteit en een feestje bouwen rond de uitreiking van het Gouden schepje. Die tweeledige aanpak hanteren we ook bij het duel tussen fietsen en auto’s, bij gewenste recreatievaart en verdoemde waterverontreiniging. Voorlichtingsavonden over verduurzaming van verwaarloosde grachtenpandjes naast een roeiclinic. Overlastgevers aanspreken en schooldirecties erop wijzen dat woorden nog geen daden zijn als het aankomt op handhaving bij de bordjes ‘Smokefree Area’. En zo verder. Na jaren begrijp ik dat het ‘not done’ is om in de kwartaalgesprekken met de gemeente aan te dringen op inkomensafhankelijke onroerendgoedbelasting. Ook een rijverbod voor auto’s die (nog) geen deelauto (met minimaal drie eigenaren) zijn laat nog op zich wachten.

DONDERDAG Via My Local Friends krijg ik een nieuwe student Nederlands. We zien elkaar wekelijks en we zitten in de fase van aftasten: wat kan en wil ik bieden en wat is haar ambitieniveau. Het lijkt erop dat we een goede match vormen.

VRIJDAG Na een medische ingreep wil je als fietser weten of en hoeveel je lichaam heeft ingeleverd. Ik schets een ruw herstelplan en fiets zeven keer in acht dagen. Via een STRAVA-adept (zeg nooit -fetisjist) die de zondagse Spaakritjes monitort zie ik dat er geen  verval is. Ik span me wat extra in en doe gretig het tegenwindse kopwerk. We eindigen na 61 kms met gemiddeld 28,2/uur. Gerustgesteld voel ik me.

Arcadia Leeuwarden t/m 24 augustus

Waar Leeuwarden groot in is: de ‘mienskip’ samenbrengen in een groots opgezet spektakel. Na het lopende bos (Bosk) drie jaar geleden en Leeuwarden Culturele Hoofdstad in 2018, nu Arcadia, met ‘Bouwurk’ op het plein voor de Oldehove. Een open staketsel van balken dat een festivalruimte van heb ik jou daar biedt. Met er vlak naast de scheve toren, samen vormen ze het Arcadia, ‘Paradys’. Elke provincie(hoofd)stad heeft zijn attractie: Groningen koopt voor een grof vermogen massaal muziek en theater in bij Noorderzon en ESNS, Emmen propageert de tweewieler met de Gouden Pijl en Assen koestert naast de TT een lege museumvitrine omdat ze een Roemeense gouden carnavalsmuts vergaten achter slot en grendel te doen.

Leeuwarden legt de lat hoger dan consumptievermaak aanbieden. Wat Leeuwarden onderscheidt is een actieve toepassing van ‘de mienskip’, de regionale maatschappij, de inwoners en allerlei mogelijke verenigingen. Bouwurk doet denken aan een religieloze kerk, een kathedraal, een centrum van activiteit, artisticiteit en creativiteit. Het werd gebouwd door regionale en internationale partners, met dagelijks gratis drempelvrije evenementen, zoals: brood stoven, touw draaien, samen eten en zuurkool maken, muziek, open podium, silent disco, maak- en dwaansessies, te veel om op te noemen.

Het evenement duurt 100 dagen en strekt zich uit tot ver buiten het plein. Er loopt een drie km lange kunstroute door de stad en er zijn drie locaties buiten Leeuwarden, in Beetsterzwaag, Mirns en op Vlieland.

Ons lokt de Prinsentún aan het water. Talloze recreatievaartuigjes liggen in het hart van de stad klaar om tegen € 2,- per meter bekeken te mogen worden. We bezoeken Pier Pander tempel, waar Saskia Noor met Liminal Spaces een stilte-ervaring uitlokt. Wat latjes uit de Praxis en lampen lichten de kale witte beelden uit. Paar  gekleurde glasplaten erbij en dan is het na kennismaking met een vrijwilligende poortwachter toegankelijk voor slechts één bezoeker per rondleiding, die door de stilte gegrepen moet worden. Het historische tempeltje is meer dan de moeite waard en Noor doet d’r best er met stilte iets aan toe te voegen. Met een koperen staaf mag de bezoeker een tik tegen een vaas geven om de stilte te verbreken. That’s it.

IN MEMORIAM Esdert Geessienus AB

Mij bereikt het overlijdensbericht van Esdert AB en dit droeve bericht doet oude tijden herleven. In de serie directeuren die ik in het voortgezet onderwijs in Emmen e.o. meemaakte (Weerman, Van de Kamp, Braam, De Boer, Post, Folkerts, Hoogeveen) was AB de kampioen. Hij slaagde erin twee MAVO-scholen zonder ongelukken te laten fuseren, combineerde twee uiterste functies, directeur en actief vakbondsman, zonder dat iemand er moeite mee had,  was in het politieke landschap van onrustige wethouders een stabiele factor en teamplayer pur sang, had zowel een perfecte helicopter view als oog voor details en hij bood nieuw en jong personeel de kans voor hun 25e sectievoorzitter te worden en zo een vinger in de pap bij heikele sollicitaties.

Schitterende verhalen komen bij mij boven. Over hoe hij overambitieuze wethouders kon manipuleren, over stugge onderhandelingen met collega-directeuren die een visie ontwikkelen maar lastig vonden, over eindeloze bezoeken van inspecteurs die je in die tijd nog met een sigaar en een kop koffie op hun plaats en ver weg van brekebeendocenten kon houden, over congressen die actieve docenten/vakbondsbestuurders konden organiseren onder werktijd en over personeelsfeestjes die uit de hand liepen omdat het personeel voor de eerste keer zelf de biertap mocht bedienen en drinkebroers in kruiwagens naar de buitendorpen vervoerde. En collega’s die de kantjes eraf liepen mochten maandelijks aanschuiven voor een functioneringsgesprek. En dan zijn hardloopresultaten, die mochten er zijn hoor. Natuurlijk liet ik ‘m wel eens winnen op een koude zaterdagmorgen in Emmercompascuum. En wilde je de pauze eens flink laten uitlopen dan begon je gewoon een minuut voordat de bel ging over bergwandelingen en winterkamperen en hellingpercentages die je met sneeuwkettingen kon bedwingen.

Interessante discussie herinner ik me: onderwijsminister Jo Ritzen kwam onze school bezoeken en ik stelde voor de minister de ongelijke taakbelasting tussen docenten met keuzevakken en halve klasjes (Frans, geschiedenis, scheikunde, biologie, enz.) en de harde werkers met altijd (over)volle klassen (Nederlands, Engels, maatschappijleer, enz.) onder de loep te laten nemen. En hoe hij docenten/schoolkrantmedewerkers de ruimte liet om – soms onder pseudoniem – ongewenste ontwikkelingen te noteren en dientengevolge op te laten schudden. En wat had hij er de schurft over in dat hij in gevoelige sollicitatieprocedures mee moest doen met lastige assessments, waaruit hij altijd, by far, als de meeste geschikte directiekandidaat boven kwam drijven.

Toen twee MAVO’s (Allee en Baander) gingen fuseren kwam het aan op handig, strategisch en diplomatiek manoeuvreren. De harde werkers van Allee die uitsluitend meer dan excellente examenresultaten produceerden werden samengevoegd met de praatjesmakerskolonie van de Baander die halve lessen verdeden aan koffiedrinken en roken en geregeld in de rode zone zaten.

En altijd op de achtergrond zijn vrouw Elly die naast operetteactiviste haar man steunde en op het goede spoor hield, al dan niet met een fijn saunabezoek in Oosterhesselen na afloop van slopende personeelsvergaderingen. Heel soms nam Esdert zoon en dochter mee, bij een speciale gelegenheid zag ik -verlegen tweeëntwintigjarige – een prachtmeid met blonde gouden lokken in d’r vaders kielzog meekomen: prachttijden. Beste Elly en familie: ik wens jullie mooie herinneringen aan Esdert!

Kunstcentrum De Ploeg in Wehe den Hoorn: plussen en minnen

Eerst maar even wat plussen: de provincie Groningen is een paar nieuwe culturele instituten rijker: in Lauwersoog een splinternieuw zeehondencentrum en in Wehe den Hoorn ‘Kunstcentrum De Ploeg’. In een werkelijk prachtig, klassiek gebouw, een oud RK dorpsschooltje met een mooi aangelegde tuin, met in de achtertuin de oude tjalk Alida zwevend boven wuivende woestijngrassen worden zo’n, wat zal het zijn, veertig schilderijen van oude Ploegers tentoongesteld, sommige tot bewegen gemanipuleerd in een fraaie projectie op een wand. De expo heet ‘Beleef de wereld van De Ploeg in het Hoge Land’. We zien  voor het grootste gedeelte landschappen, sommige kleiakkers in wonderschone, hevige of uiterst zachte lhbtq+-kleuren, en wat stads- en dorpsgezichten, van Altink, Kleima, Pott, Van der Zee (zie afbeelding), Martens, De Vries, Jordens, Wiegers en Dijkstra. Het voor de ontstaanstijd verrassend kleurrijke werk, is veelal thematisch gegroepeerd. Zo zien we drie Blauw Borgjes van Altink, Martens en Pott. In een heel fraai museumcafé valt een bijzonder mooi vloerkleed op. Maar liefst 1.500 bezoekers weten de weg naar het centrum te vinden de eerste twee weken, w a u w.

Klinkt goed allemaal, maar zijn er ook minnen? Ja, inhoudelijk was het een tegenvaller. Schraal, mager. Slechts 40 werken, merendeels landschappen, alle van de usual suspects. Geen nieuwe, verrassende naam te bekennen terwijl er nogal wat Ploegers zijn (geweest). Aan de huidige Ploegleden wordt voorbijgegaan. Nul werken van de levende kunstenaars, zelfs geen verwijzing. Voor een cultureel en educatief instituut natuurlijk een misser. Geen portretten, geen grafisch of geometrisch werk. De ronkende folder met ‘hedendaagse exposities rondom oude werken en nieuw werk van de kunstenaars van nu’ en ’wordt de verbinding gemaakt met de huidige tijd’ zet je op het verkeerde been. Nog een bouwkundige verbetersuggestie: sommige vloerputdekseltjes steken de kop wat op, ik zag een schuifelende zeventigminner bijna onderuit gaan, kon d’r nog net opvangen. De algehele indruk is en blijft: een zeer ouderwets (om de woorden afgekloven en sleets maar niet te gebruiken) ingerichte expositie. Waarom niet ergens een gedurfde bomvolle wand waar je mond van open valt?

Wanneer ik na vijftien minuten de kassamedewerker mijn geld (€ 9,-) quasi serieus terugvraag haalt hij zijn chef erbij. Die legt me, met – eerlijk is eerlijk – negen eurootjes in de hand, uit dat er in de toekomst ook nieuw werk te zien zal zijn. Gaan we meemaken. Maar nu: een overkill aan gemiste kansen. Laten we het maar op beginnersmissers houden deze keer. Er zit een tentoonstelling over Het Wad aan te komen, ik verheug me nu al op werk van Cornelius, Van den Berg, ex-Ploeger Van Holten, Van der Wal. Thuis aan de schrijftafel e.e.a. overdenkend vraag ik me nog af wat het advies van de kunstraad in 2024 was: ‘Omdat het criterium artistieke en/of inhoudelijke kwaliteit als matig (5) is beoordeeld, komt Kunstcentrum De Ploeg niet in aanmerking voor subsidie van de provincie Groningen.’ Hmmm.

JOURNAAL week 29 (2025)

ZONDAGmorgen Groningen opent zijn Hoofdstation met muziek, genodigden, een sleutel voor burgemeester Roelien Kamminga en bloemenzaad voor passanten. De perrons en ondergrondse passage zijn mooi, ruim, strak en modern. En dat allemaal achter die mooie oude statige stationshal. Toezichthouders leggen uit dat hier andere regels gelden dan in Stad, dus duivenvoeren zou mogen, maar verontreiniging dan weer net niet. Dus de vredesapostelen uit de hand of een bakje voeren: no problemo.

ZONDAGmiddag ‘Machine Entanglements’ heet de expo die op zes locaties in drie noordelijke provincies zit. ’t Moet schuren, verwonderen en verbinden. Nou dat schuren lukt goed, mijn kunstreceptoren hebben ‘t zwaar. Maatschappij en kunst zouden moeten verstrengelen. Burgemeester Roelien Kamminga verricht de opening in de Niemeyer fabriek. We zien veel knopjes- en apparatenkunst: (gemanipuleerde) fotografie, video(installaties), gedigitaliseerde objecten; alles in een ruim, koel, oud fabriekshuis dat erom schreeuwt getransformeerd te worden tot wooneenheden.

MAANDAG Nexus van Harari (The Global Bestselling Author of Sapiens) moet je lezen, hoor ik in anderhalve week van twee matties en door een toeval komt daar een derde bij. De aanbeveling is niet enkel vanwege de op de omslag afgebeelde duif. Van één van hen krijg ik ‘m te leen in het Engels. Godzijdank niet in het Hebreeuws, denk ik nog. Taaie kost, verwacht ik en trek er enkele weken voor uit. Ik krijg geen spijt. Waar Harari goed in is: eenvoudige begrippen als informatie, waarheid, werkelijkheid, met zeer interessante vertellingen beschrijven. Een voorbeeld: het in de markt zetten van Stalin, Jezus, Trump, gebeurt/de door ‘story telling’ met oneindige schares luisteraars die later menen dat alles echt is en op waarheden berust. Dat ook Harari het classificeren van entiteiten lastig vindt blijkt uit de opsomming: Arabieren, Palestijnen, Joden en Koerden, waar hij landen op dezelfde plaats stelt als religies.

DINSDAG Vindicat biedt Groningen op zijn 210e verjaardag een concert vanaf het water aan. Het kost moeite bij de naam V niet te denken aan intimidatie van buschauffeurs, het kort en klein slaan van een Japans restaurant, vrouwen spermaemmers noemen, van balkons van het verenigingsgebouw glaswerk naar beneden gooien of over de rand pissen, illegale huisfeesten, bangalijsten, alcoholmisbruik, maar deze avond lukt het even. Jarenzeventigdiscomuziek van de studentenband, R. Rinus en P. Daalemmer en het Noordpoolorkest schalt over de drukbezochte kades en het water.

WOENSDAG Organist Andreas Jost (1973) speelt in Martinikerk een prachtig concert met Bach, Kee, Sweelinck, Buxtehude. Jost, Züricher en een echte leraar, laat enkele stukken twee keer horen: van de componist en van Nederlandse bewerkers Kee en Sweelinck. Bij de superbekende stukken (‘Allein Gott in der Höh sei Ehr’ en ‘Wachet auf, ruft uns die Stimme’) die ik in mijn prepubertijd (in het Nederlands) uit het hoofd kende, ik zat nog tussen ietsisme en ietsiepietsisme in, onderga ik een bijzondere fysieke sensatie: mijn beenhaartjes zijn even kippenvel en laten de stof van mijn rode korte broek bewegen, rijzen en later weer dalen. Bij deeltjes van Piet Kee, denk ik aan kermismuziek. Heerlijk. Bij Buxtehude droom ik weg en kijk op mijn foon naar organiste Anna Lapwood, en vraag me af of de uit louter mannenbroeders bestaande artistieke commissie en bestuur haar nog eens aandurven.

DONDERDAG Autodelen zit in de lift. Mooi zo. Over enkele jaren gaan we privé-autobezit bijzonder vinden.

SkinVision IX (en slot)

Dit is (misschien) het laatste deel van het feuilleton SkinVision, waarin ik mijn reis langs witte jassen vastleg na de diagnose melanoom. Twee weekjes niet fietsen viel mee. Gisteren voor het eerst even geoefend op mijn bredebander Gazelle. Grote stappen nemen is nog wat gevoelig, daar waar in mijn lies een lymfe is weggesneden is geen deuk maar eerder een bobbel verschenen. Tijdelijk hoop ik. Mijn knie herstelt voorspoedig. Vanmiddag naar de chirurg voor een exit(?)gesprek.

En exit wordt het. Geruststellend kan hij me vertellen dat de melanoom met een ruimer stuk huid volledig is weggesneden en onderzoek naar de verwijderde lymfe toont aan dat er niets is uitgezaaid. Ik voel me zeer opgelucht. Dr. Rödel, eenvoudig kantoortje met systeemplafond, twee boeterhammen kaas in plastic naast ’t beeldscherm, vriendelijke kop) heeft mijn review (10 uit 10) gewaardeerd, en licht me voor over het vervolg. Ik kom net niet in het lichtste protocol en zit op driemaandelijks terugkomen bij beurtelings hem en de dermatoloog. De snee in de knie is nog niet helemaal droog en de lies vertoont een zwellinkje. Het aankijken, wat wegmasseren of over ruim twee weken het laten behandelen (naaldje erin en weg laten lopen). We maken alvast een afspraak voor begin augustus.

Speciaal gespreksonderwerp is nog even mijn fietslust. Bewegen is okee maar teveel weer niet. Hij legt zich niet vast op aantallen kilometers of minuten per dag. Diplomatiek luidt het advies: ‘Luister naar mij, je lijf, je hart, eventueel je vrouw en je verstand en overdrijf niet.’ Mijn twee weken geleden (in SV VII) geuite idee om vandaag Doezem/Sebaldeburen over te doen en te kijken wat het verval met toen is, schrap ik. Ik neem me voor dagelijks wat te pedaleren en elke dag vijf km extra tot (voorlopig) veertig.

Via (een Radler op) het rookvrije terras van Meerwold fietsen we naar huis waar ik wat zit te appen (deze keer met een schilderij van Natasja Wierenga vanwege de groeneseinenkleur als illustratie) en voor de tweede keer vandaag (na een halve liter Veltins) in slaap sukkel. Terugkijkend: mijn nuchtere kijk heeft standgehouden, mijn lijf en geest vertonen naast veerkracht wat extra vermoeidheid, bloeddruk en hartslag zijn okee, BMI stijgt licht (ga van 77,5 -> 80 kgs), eet- en slaapgedrag blijven gulzig. Een Leffe Blond maakt de feestdag compleet.

Trouwe lezer T, ChatGPT en Klaastaal

Mijn schrijfsels inspireren anderen, merk ik. Trouwe lezer T vertaalde met hulp van ChatGPT onlangs mijn gedicht Atsje in het Nederlands. Leuk hoor, maar bij een key word ging de AI-tool de mist in. Het woord ‘ôflukke’ werd ‘afleiden’ i.p.v. ‘aftrekken’. Trouwe lezer T gaat door en vraagt ChatGPT een column over Groningen in de stijl van Klaastaal te schrijven. Dat leverde ‘Stad van wieren en wierook’ op. Mijn reactie: Ik mis een wat verder gaande originaliteit, wat absurde vergelijkingen, maar verders: een zeven hoor! Trouwe lezer T liet een nieuwe versie schrijven met mijn gevraagde aanscherping en gelijk erbij een Friese vertaling. Een acht, is mijn beoordeling.

Groningen, waar de wind tegen je praat

Eeh, het is misschien vreemd om te zeggen, maar Groningen is een beetje als een oude oom die je vroeger uit het oog verloor, maar die ineens opduikt in een versleten ribfluwelen colbert en dan zegt: “Zeg jong, ik heb nog een harmonium op zolder, wil je ‘m?”

Zo voelt het. Vertrouwd en toch licht ongemakkelijk. Een stad die je niet meteen omarmt, maar je wel een glas warme melk aanbiedt als je langskomt.

Ik was er weer, laatst. Fietsend over de Oosterhavenkade, met tegenwind die niet zomaar een natuurverschijnsel is, maar een karakter uit een boek van Belcampo. Die wind heeft een mening, en die laat hij voelen. Niet hard, niet bot, maar passief-agressief, zoals een ober die je al voor de vierde keer subtiel vraagt of je al een keuze hebt gemaakt terwijl jij nog steeds twijfelt tussen de boerenkoolpizza en de vegan rendang.

Eeh, en dan die Martinitoren. Hoog, strak, nuchter. Alsof iemand een ouderwetse grijze faxmachine rechtop op een kerkplein heeft gezet en heeft gezegd: “Hier, dit is heilig.” En dat ís het ook. Je kijkt omhoog en hoort geen engelengezang, maar wel het zachte geluid van een oude vrouw die een zak spekjes opent in de stilte van het schip.

Wat ik zo mooi vind aan Groningen – ja, ik ga even sentimenteel doen – is dat het zichzelf niet opdringt. Het staat daar gewoon. Zonder excuses. Alsof het wil zeggen: “Je mag hier wonen hoor, maar ik verander me niet omdat jij uit Amsterdam komt.” En terecht.

Op de Vismarkt kocht ik een haring bij een man die met z’n snor communiceerde. Die snor bewoog bij elke zin zoals een metronoom op cola. Hij sprak niet over vis, maar over de stilte van het wad, over de dans van de meeuw in tegenlicht. Ik knikte, ik verstond hem niet, maar ik voelde me begrepen.

En toen fietste ik weer verder. De lucht was blauw op een manier die alleen in het noorden bestaat: een blauw dat niet per se vrolijk is, maar wel eerlijk. Eeh, zoals een vader die zegt: “Ik ben niet boos, ik ben teleurgesteld.” Ook dat is liefde.

Dus ja, Groningen. Waar de straatstenen verhalen mompelen, waar zelfs de stoeptegels tegen de wind in liggen, en waar je nooit helemaal zeker weet of je nou in het heden, verleden of een tussenfase leeft die nergens in de tijdlijn hoort. Ik hou ervan. Tegen wil en dank. Zoals je ook van drop kunt houden die smaakt naar oude leren schoenen. Soms is dat precies wat je nodig hebt.

JOURNAAL WEEK 28 (2025)

ZONDAG We kunnen het niet laten en bezoeken de eindexamenexpositie van de Klassieke Academie in Pictura. We zien 169 voornamelijk eendimensionale werkstukken/jes van twaalf vrouwen en één man, verkoopklaar met prijzen tussen € 90,- en € 3.000,-. Mijn prangende vraag ‘Doet het iets met mij?’ beantwoord ik met ‘nee’. Zeker, we zien mooi werk, goed zelfs, maar ook veel ‘braaf’ en ‘gewoon’ om maar niet ‘gewoontjes’ te zeggen. Ik doe moeite me niet door de titels (geloof / voetwassing / gebroken nacht na de preek / gisteren jarig / het werk van predikant) te laten beïnvloeden. Of je deze parttime (avond)school à € 3.900,- per jaar een academie kan noemen blijft in mijn hoofd zoemen. Ik mis inclusie, maatschappelijke relevantie.

MAANDAG Wordt het niet eens tijd de Nederlandse huisartsen die de artseneed hebben afgelegd te wijzen op de één na laatste zin en hun te verplichten vijf of tien jaren te werken in gebieden waar een huisartsentekort is? Nederlandse artseneed ( 2003 ) Ik zweer/beloof dat ik de geneeskunst zo goed als ik kan zal uitoefenen ten dienste van mijn medemens. Ik zal zorgen voor zieken, gezondheid bevorderen en lijden verlichten. Ik stel het belang van de patiënt voorop en eerbiedig zijn opvattingen. Ik zal aan de patiënt geen schade doen. Ik luister en zal hem goed inlichten. Ik zal geheim houden wat mij is toevertrouwd. Ik zal de geneeskundige kennis van mijzelf en anderen bevorderen. Ik erken de grenzen van mijn mogelijkheden. Ik zal mij open en toetsbaar opstellen. Ik ken mijn verantwoordelijkheid voor de samenleving en zal de beschikbaarheid en toegankelijkheid van de gezondheidszorg bevorderen. Ik maak geen misbruik van mijn medische kennis, ook niet onder druk. Ik zal zo het beroep van arts in ere houden.

DINSDAG Het Groninger Museum met na Blühm de nieuwe tweekoppige directie Vierkant/Gortzak bevalt ons. Met de expo ‘Welcome to the dreamhouse’ zien we een uitgepakt depot aangevuld met alledaagse pr/spullen van Marktplaats en MamaMia. Een bijna zeventiger meent lollig te zijn en plaatst ergens een bakje duivenvoer bij de geëxposeerde dagelijkse goederen. We kijken verrast rond in de secuur en uitbundig ingerichte woonvertrekken. Namen van Hak, Mendini, Hajduk, Warhol, Starck, Kiefer, Corbijn, Sotsass ontbreken natuurlijk niet.

WOENSDAG HØmlet van William Shakespeare in Diever wordt zo’n 25 keer uitgevoerd. De brochure meldt 250 namen van medewerkers. Twee-hon-derd-vijf-tig! We zien een schitterend spektakel met in de hoofdrol Inge Wijers als HØmlet. Wat een speler, wat een tekstbeheersing. Het 1000-koppig publiek houdt zijn adem in als zij fluisterend Shakespeares filosofie over wat het leven tot leven maakt uitspreekt. Een meesterlijk spelende cast, een magisch decorstuk dat van houten wand transformeert tot mensenkop, verrassende tekstvondsten, humor, spelers met dubbelrollen, perfect licht en geluid, warme worst in de pauze en keurig publiek dat opschuift voor laatkomers. Het dubbelzijdige toneel toont met familiemoord, wraak, een toneelstukje in het toneelstuk,  weergaloos theater.

DONDERDAG: Een van de mooiste werken in de Martinigangen is een schilderij van de Noorderhaven in Groningen. Google leidt me naar Theo Onnes (Uithuizen), de maker. Anders dan veel schilderijen met de Groninger A als onderwerp zien we hier ingetogen kleuren met als aandachttrekker een mysterieuze gele gloed op het water. Even denk je ijs te zien maar de bomen halen je uit die droom. De witte klassieke gevel en de drie scheepsrompen stimuleren ieders fantasie. Over Onnes verscheen onlangs het boek ‘Zichtbare verwondering’ van Sijens/De Vries.

SkinVision VIII

(In het feuilleton SkinVision, door sommigen liefkozend Keekopdeweek genoemd, beschrijf ik mijn reis langs witte jassen na de diagnose melanoom). Was een inspannend operatiedagje gisteren in Martini. Word, nu weer thuis, net wakker na dik elf uur nachtrust. Voel me heeel goed, ben zo goed als pijnvrij. Alleen bij bukken en been krommen voel ik wat schurende gevoeligheid op de knie en in de lies, maar de pillencollectie paracetamol, naproxen en oxycodon blijft in het cellofaantje, maak ik een dakloze wel blij mee. Ook de uiterst deskundige snijder, chirurg dr. Rödel, met wie ik even gezellig koutte over SkinVIsion (hij heeft blijkbaar mijn blog t/m deel VII gelezen [gemiddelde engagementduur stijgt met 40% vertelt Googlestats, met nu zelfs lezers in de VS] of het medische dossier van de dermatoloog, hahaha) was content. De knie wordt onderhuids gehecht, vertelt hij. In een review geef ik hem en zijn team tien uit tien. Hut ab!

Martinisten

Ik ben plaatsvervangend trots op de Martinisten, echt topgasten. Ook hebben we wel gelachen in het ziekenhuis, ik dacht even dat het rekverband te strak zat, mijn rechterpoot liep rood aan, maar de rode kleur was van een pre operationeel toegepaste desinfectant. Ook deed ik het operatiejasje achterstevoren aan, met met de opening aan voorzijde dus, daar waar de actie komt, logisch toch. 

Stress

Op de vraag van de mevrouw in de opnamelounge hoe ik me voel verras ik haar met mijn antwoord dat ik er zin in heb. Ik bedoel dat ik belang heb bij tempo. Tot de operatiekamer blijf ik me relaxed voelen. De OK is letterlijk indrukwekkend. Mijn hartslag blijft met 65 redelijk, maar de bloeddruk, thuis op de Omron M6 Comfort max 140 -80, loopt wat op tot 159 -90. Of is het de kou? Beenspieren rillen. Of ik een roesje wil, vraagt de anesthesist. ‘Als u het zich afvraagt is het voor mij een ja,’ zegt-ie realistisch. Krijg ik geen spijt van. Ik word wakker en denk in slaap gevallen te zijn nog voor de operatie. De verpleegkundige helpt me uit de droom. Mijn hartslag en bloeddruk zijn behoorlijk gedaald. Een en al opluchting ben ik. 

Gronings I

Het hospitaal hangt stijfvol met kunst, en niet de onaardigste. Langs mijn route naar ‘Opname Lounge’ veel stadsgezichten, ik herken mijn wijk met Noorderhaven. Met bijna alle Martiniwerkers en wakkere patiënten kan ik mijn Gronings wat praktiseren, heerlijk. Nu, op de bank zittend en e.e.a. overdenkend, raak ik bijna ontroerd van alles: de woorden ‘kwaadaardige huidkanker, melanoom, hopelijk geen uitzaaiing’ boezemen me meer ontzag in dan ik dacht. Ik denk dat ik aan de groene kant zit, maar ik sluit niets uit.

Gronings II 

Het CGTC (Centrum voor Groninger Taal en Cultuur), inmiddels herdoopt tot ‘Erfgoed in Groningen’, realiseert zich dat de streektaal vooral in de zorg belangrijk is. Mensen op hun kwetsbaarst hanteren graag hun moedertaal. De uitgaaf ‘Toal verbindt’, t Handegste Buusboukje veur t Grunnegs in de Zörg, voorziet in die behoefte. Ik denk eraan als ik achter de gordijnen naast mij een vrouw in het Kollumers hoor praten. De naam van onze vroegere groenteboer, bij wie ik 56 jaar gelden werkte als venter, doet een belletje rinkelen. 

SkinVisionVII

Ego’s zijn te groot

(In het feuilleton SkinVision bericht ik over mijn ervaringen met de witte jas na de diagnose melanoom, een kwaadaardig huidkankertje.) Fietsend tussen Noord- en Zuidbroek voel ik iets steken in mijn lies. Graag ruil ik een gevoelige lymfeklier in voor een dwars stukje fietsbroekzeem en denk na over de kracht van verbeelding na lezing van een lang Volkskrantartikel over het UMCG dat calamiteitenprotocollen na een sterfgeval in de operatiekamer negeert. Na een eenvoudige ingreep, het inbrengen van een infuus, overlijdt een patiënt. Fouten verzwijgen lijkt de cultuur in Groningen. Ego’s zijn te groot. Ik schrik wat. Ook van het aantal vermijdbare doden, jaarlijks in ziekenhuizen: zo’n 1.000. Drie per dag. En dan mogen ze zelf nog bepalen wat ‘vermijdbaar’ is.  Over slagers die eigen vlees keuren gesproken. Bij Sappemeer-west ben ik het vergeten. Met hoogleraar veiligheid in de gezondheidszorg Groenweg vind ik het aantal en de situatie verbijsterend.

Overlevingskansen

Elk jaar nemen overlevingskansen na kanker toe, meldt het NOS-journaal. Jaarlijks is er een plus van éénprocentpunt. Huid-, borst-, prostaat- en zaadbalkanker zijn tumoren die met het meeste succes worden behandeld. Vergeleken met kankergevallen in mijn omgeving stelt mijn melanoom weinig voor, denk ik. Ik merk het ook aan de meelevende belangstelling. Vrienden, bekenden, (aangetrouwde) neven/nichten sturen attente, lieve appjes. Voor iemand die opgroeide in een setting waar zwijgen de hoogste vorm van support betekende is dat superleuk! Altijd. Ongeveer 94% van de melanoompatiënten is na vijf jaar nog in leven. De overleving van melanoom verschilt per stadium. Bij vroegtijdige ontdekking is dat groot. De vijfjaarsoverleving is voor alle melanoomstadia 94%.

Voorbereiding

Dinsdag sta ik wat vroeger op en fiets in de koelte richting Doezum, Sebaldeburen (58 kms/26,8). Als ik, zwetend als een gek, mijn Giant TCR ophang, ventielen boven om latexproppen bij de ventielen te voorkomen, neem ik me voor om deze route twee weken na de operatie opnieuw te doen en eventueel verval te checken.

Donderdag, afdeling nucleaire geneeskunde

Het valt me zelf nu ook op: ik zie niet op tegen de operatie morgen. De knie: ruim stuk huid wegsnijden, hechten en klaar. De lies is wat anders, daar wordt de (speldeknopgrote) schildwachtklier verwijderd. Vanmiddag uurtje in Martini, afd. nucleaire geneeskunde, mijn America-Today shorts aan. Met vier prikjes wordt wat radioactief materiaal in en onder de kniehuid gespoten. In de Siemens gammacamera wordt de vloeistof 20 minuten horizontaal gevolgd en dan nog 5 minuten lateraal. Vervolgens een fotoplaat voor de lichaamscontouren en daarna wordt er een kruisje in de lies geplaatst, voor het mes morgen. Als ik hoor dat de ruimte ook voor mamafotografie wordt gebruikt praat ik de (jonge) vrouwen even bij over de rol van duiven bij tumorendetectie. Ze googlen gelijk even.