‘Doe ik elke morgen,’ zegt mijn derde zwager, zonder dat ik erom vraag. ‘Ook met koud water?’ ‘Ja,’ zegt hij terwijl hij zijn Javaanse Jongen rokend op het zeepplateau legt. Verbaasd kijk ik hem aan. Waar is zijn gêne? Snel haalt hij het ingezeepte rafelige washandje door de bilnaad. Even uitspoelen en dan vlotjes ‘lytse Goaitzen’ zoals hij zijn snikkel liefkozend noemt, afsoppen. Waarom alle mannen hun apparaat naar zichzelf vernoemen? Zeepvlokken maken de vloer glad. Een sterk behaarde Duitser, lid van de Eisenbahner Sportverein Freiburg, hoor ik binnensmonds Scheisse zeggen. Geroutineerd trekt mijn zwager de voorhuid vrij van de eikel en gaat met zijn pink langs het toompje. Daarna buigt hij zijn bekken naar voren totdat lytse Goaitzen over de wasbakrand hangt. Er volgt een bijzonder afspoelritueel, waarbij hij zijn bekken, als een tangodanser ritmisch naar voren en dan weer naar achter duwt en zijn lid voorzichtig afspoelt. Dit beeld van het waslokaal op een jarentachtigcamping te Kassel domineert mijn gedachten als ik aan de 7e Documenta terugdenk. Kiefer en Beuys, door artistiek directeur Rudi Fuchs als trekkers aangetrokken raken in mijn gedachten op de achtergrond.
Het Kasselse wastafeltafereel schiet me te binnen als ik voor de spiegel sta. Vanwege mijn enkelblessure, Foemani sneed een huidkankertje weg, is douchen er even niet bij. Poedelnaakt sta ik voor de nieuwe spiegel en geniet van de uitbundige verlichting, die ik, de sensor licht aanrakend, varieer van broeierig geel via blauwachtig naar iets wat tussen oranje en roze in zweeft. Waar ik kijk: spiegels. Zes littekens tel ik; twee, niet eens de oudste, bijna onvindbaar.
Ziek, of beter: met een fysiek ongemakje op de bank liggen, doet me altijd aan vroeger denken, midden jaren zestig vorige eeuw. Op twee ongemakkelijke zogenaamd gemakkelijke stoelen hangend in de voorkamer, geniet ik van de geluiden achter de schuifdeuren. Ik krijg als medicijn een ontpelde halve banaan in partjes.
Ziek zijn telde vroeger bij ons thuis niet mee. Je mocht één dag per jaar school verzuimen. Ziek zijn stond gelijk aan aanstelleritis. Daar denk ik aan als ik besef dat ik in deze week heel leuke attenties krijg van vrienden. Een werkelijk prachtig, nog anoniem, mysterieus door de brievenbus aangeleverd boek over duiven en thuiskomen, een superlief beterschappresent in een doosje, kaarten, korte en uitgebreide aanmoedigende vriendenapps die onveranderlijk uitmonden bij apneu, libidoproblematiek, prostaatproblemen en dit jaar dankzij mijn oudste kameraad ook retraites in roomse oorden geleid door jongejuffers, fijne bezoekjes en lange telefoongesprekken. De broers- en zus-app hijgt nog amechtig uit na een bombardement miniatuurberichtjes. Vrouw I geeft ze, de zuinigerds, gelijk. Wat stelt een weggesneden kwaadaardig huidkankertje in een moedervlek ook voor?


(In delen I t/m XI beschrijf ik mijn reis langs witte jassen na het diagnosticeren en wegsnijden van een kwaadaardig huidkankertje op mijn knie en een lymfeklier in mijn lies en nu een melanoom op de linker enkel). Als plastisch chirurg Foumanie me vraagt of ik eerder een melanoom heb gehad, weet en zeg ik dat hij mijn dossier niet heeft bestudeerd. Ach wat, denk ik, als hij maar kan snijden. Na afloop overweeg ik welk cijfer hij verdient en denk aan Mei Li Vos, de nieuwe Eerstekamervoorzitter die ook enkele dagen per week basisschooljuf is: klein in de kritiek, groot in het compliment.
ZONDAG Goudenschepjeuitreiking in de Wolthoorn. Uit 21 genomineerden wordt gekozen: door het plakken van groene stickers worden twee tuintjes als prijswinnaars aangewezen en krijgen van Green-Office manager Dick Jager het felbegeerde gouden schepje uitgereikt: eigenaren Fikkers en Jelsma zijn voor een jaar lang fiere koningen van de geveltuinprijs. In het oergezellige, stampvolle achterlokaal van café de Wolthoorn vieren we de binnenstadsvergroening.
barbarij in de Gaza-streek. In Groningen lezen verdeeld over vijf dagen zo’n 250 mensen 24/7 namen voor van 69.000 Palestijnse en Israëlische slachtoffers: mannen, vrouwen, kinderen. De gelegenheid hieraan mee te doen grijp ik met beide handen aan. Graag. Van 06.00 tot 08.00 doe ik mee en ervaar het als indrukwekkend. Al namen lezend trekken foto’s van slachtoffers aan mijn gedachten voorbij.
WOENSDAG Plastisch chirurgie van Martini belt voor een intakegesprek, gelijk vanmiddag. Het plan van de dermatoloog vorige week blijft overeind: er wordt een stuk huid van 4 cm doorsnee weggesneden van de enkel. Dan een stuk huid van de bovenarm en dat wordt dan op de enkel gereset. Begin november al. De intentie alles wat met kanker te maken heeft binnen zes weken te opereren houdt stand bij Martini. Het laatste nieuws: ik ben a.s. maandag al aan de beurt. Daarna twee weken rusten, boekenstapel wegwerken.
ZATERDAG Op 17 december is ons Grootkoorkerstconcert in de Martinikerk, en op 19 december geven we een benefietconcert in het Concertgebouw. Vandaag is de eerste van vijf repetities in Haren. Veel bekende koppen, bekende kerstnummers. Het koor telt ongeveer 200 pax: ik schat 80 alten, 80 sopranen, 13 bassen en 12 tenoren. Vijf koorleden vormen een vast tenorengroepje. Wat hebben we lekker gezongen, ik ga ‘n paar uurtjes helemaal los en heb een ochtendje lak aan noordelijke nuchterheid als ik ergens een – onhaalbare – hoge C ontwaar. Sommige nummers herken ik van mijn eerste keer: 2019,
WOENSDAG MATTY DE VRIES Soms ontmoet je mensen van wie je denkt: herken ik, bijzonder, zonder gelijk het woord ‘soulmate’ te gebruiken. Dat heb ik zeker met Matty de Vries die ik interview voor de Ploeg-nieuwsbrief: herkenningspunten zijn beeldende kunst, vormgeving, zang, literatuur, streek van herkomst (Twijzelerheide/Kollum), kleurrijk, Calvinistische jeugd, creatief, veelzijdig, Groningen, bedachtzaamheid, interesse tonen, educatie, zuinigheid.
badkamerrenovatie dan doet de verkoper zeker iets heel goed. We dagen de tegelzetter uit met een gewenst visgraatmotief op een muur, met gele tegeltjes die niet 100 % haaks en recht zijn. Drie weken lang enkele uren daags twee mannen over de vloer, valt uiteindelijk mee.
We starten in Leermens en zien een orgel met aan weerszijden luiken, bedoeld om bladgoud uit ’t zich te houden. Het orgeltje klinkt als een klok. De kerk heeft bruin, geel- en witgeverfde bogen, een blauw plafond en hoogwaardige inktjetprints van Helmantel. De Vries speelt, ogenschijnlijk uit de losse pols, een miniconcert met Händel, Krebs, Erbach en Buxtehude. Orgelmuziekconnaisseurs onder ons letten speciaal op het effect van de dulciaan 16´.
De Schnitger in Eenum is apart vanwege reliëf en dieptewerking in het front. Een minicollege over middentoonstemming, reine tertsen, enz. vergroot onze kennis. Al spelend blijft De Vries’ gezicht een lach vertonen. Wat een vrolijkheid. Hij besluit met Scheidemann en Byrd. De organisatie is slim en biedt ons een fijne lunch in een papieren zak aan. Geen tijdverlies dus aan tijdverslindende tafels in kerkelijke bijgebouwen.
Het zicht op Godlinzes Schnitger wordt wat aangetast door een zwarte dominante kachelpijp. De bijna wulpse boog- en plafondbeschilderingen, ik zie iets wat lijkt op neo- impressionistisch pointillisme, vergoeden veel. De kerkbanken en preekstoel zijn geel geschilderd. Ik fabuleer over de daaraan voorafgaande discussies die bijna tot schisma’s leidden. We beluisteren Buxtehude, Scheidemann, Böhmer, Purcel en Telemann. ‘Goed gespeeld man!
Dat het grootste en wie weet beste tot het laatst wordt bewaard bewijst Loppersum, waar we de ‘boerenkathedraal’, de grootste dorpskerk in de provincie, betreden na een passage onder majestueuze beuken die ons afschermen van de Snollebollekes verderop bij de kermis. Cantor De Vries haalt alles uit de kast en wisselt zijn miniconcert op het uit 1562 stammende en daarna zeker zes keer aangepaste en verbouwde orgel af met Gregoriaans aandoende zang. Wie weet, tot een volgende keer. De excursie werd georganiseerd door Orgeldelta (
Sommige beeldend kunstenaars zijn ook ondernemer: ze zien kansen en pakken die. Zo ken ik iemand die schildert, ontwerpt, last, print, zaagt, snijdt, alles met degelijk- en vakkundigheid en articiteit. Rijd Aduard in en je ziet prachtige panelen aan een grote fietsenstalling, langs het Van Starkenborghkanaal drie R.V.S.- banken (die nog goed zitten ook) met thematisch gegroepeerde uitsneden. In Norg deed hij drie keer mee aan folly-tentoonstellingen. In museumwinkels tref je ijzeren roerstaafjes met alle een eigen design en nu in Leek een stalen duiventil.
En wat is het een mooi object geworden: groot, smal, rank en voorzien van symbolen die verwijzen naar de historie. Borg- en zathe-eigenaren hadden privileges. Ze mochten duiven houden voor de eieren, mest en het vlees. Ze hadden inspraak bij de benoeming van dominees. Ze hadden rechten in de molen- en bosbouw, belastingvoordelen en meer. Van deze voorrechten maakte Van den Berg pictogrammen die hij implementeerde in het beeld. Een constructiebedrijf heeft het staal gesneden en op aanwijzing van de kunstenaar gelast. De 24 invliegopeningen zijn aan de smalle kant natuurlijk, duivenkenners menen dat Reinier Van den Berg een liefhebber is van de diamantduif: deze zeer kleine duivensoort zal zich hier thuis voelen.
duiven te lossen. De bakker uit Grijpskerk bakt taart met het vredessymbool. Alle bezoekers realiseren zich de waarde van kunst en prijzen des kunstenaars vakmanschap en eigenzinnigheid.
ZONDAG Er is een demonstratie in STAD tegen de door Israël uitgevoerde genocide en speciaal tegen het geweld tegen kinderen in Gaza. Toespraken op de Grote Markt, voorafgegaan door een koor. Zo’n 600 mensen zingen ‘Write my name’ (tekst: Zeina Azzam, muziek Ep Wesseling). Daar wil ik aan meedoen, denk ik, een miniem onderdeel zijn van de rode lijn tegen de genocidale oorlog. Op zaterdag een repetitie en op zondag zingen. Prachtig, gevoelig, indrukwekkend, zuiver en mooi vierstemmig. Daarna nog met zijn drieduizenden een grote demonstratieoptocht door de stad.
WOENSDAG In Forma Aktua exposeren drie beeldend kunstenaars. Waarom mijn belangstelling naar Matty de Vries uitgaat? Ik lees dat ze afkomstig is uit Twijzelerheide en dat ze ooit Ploeglid was. Op ’t eerste gezicht doet d’r werk, qua zachte kleurgebruik me aan Tissing denken, maar dan met meer zeggingskracht. Concreter. Ik zie veel huizen in pasteltinten. Olieverf op canvas of plankjes, soms nog herkenbaar als boekenplank. In de wazige huizen vaak een oplichtend klein raam. Eén huis staat op de rand van een klip. De Vries wil wat vertellen, maar wat? De vertrouwde huishuls bijna in de afgrond? Negen van de ca. 25 schilderijen zijn verkocht. Opmerkelijk.
VRIJDAG Mijn dag is goed. In Leek ontdek ik een nog niet eerder door mij gespotte duiventil bij kunstgalerie Roomsterborgh aan de Roomsterweg 5. Een groot exemplaar. Iets verderop aan Longkruid wordt een kunstwerk van Reinier van den Berg onthuld, een gestileerde duiventil in cortenstaal, waarover volgende week meer.
Als we naar de geschiedenis kijken is het des te bevreemdender dat Groningen zich als duiveninquisiteur opstelt, niet zoals onze oosterburen het tussen ’40 – ’45 deden vanwege de koeriersvaardigheden van de postduiven, nee enkel vanuit vermeende esthetische overwegingen. Groningen kent namelijk een flinke hoeveelheid superfraaie duiventillen. Vergeleken met Friesland (acht), Drenthe (vijf) telt de provincie Groningen maar liefst dertien, volgens het standaardwerk Nederlandse Duiventillen van Giezen-Nieuwenhuys en Wilmer². Ze zijn onder te verdelen in zeven duiventillen, drie duiventorens en drie poortgebouwen met duivenslag, heel vaak op het terrein van grote boerderijen en borgen. Heel speciaal zijn de poortgebouwen met een duivenslag, waarvan de fraaiste staat op borg Verhildersum te Leens. De grootste duiventillendichtheid is de provincie Utrecht, met als kern Amersfoort.
Hoe zegt Van Dis het ook alweer in ‘Stadsliefde¹’ als hij Parijse duiven beschrijft? “Arme stadsduif, hoe kon het zo ver komen? In kerken nog altijd hoog aanbeden als symbool van de Heilige Geest, op zondagsscholen ten voorbeeld gesteld (…) en nu gehaat en vertrapt. Godin van de vruchtbaarheid, (…) in de Eerste en Tweede Wereldoorlog hebben ze duizenden soldaten gered. (…) En nu dreigt ook de burgemeester met gif en sterilisatie.”
Maar zijn duiven zo speciaal dan? Zeker. Ze ruimen rommel op, voedselresten vooral. Ze vervuilen de stad nauwelijks, hoogstens daar waar ze worden gevoerd. Duivenkak is geen witte verf die over straat wordt gesproeid zoals reigers en meeuwen doen, duivenpoep kun je zonder smerige handen te krijgen oprapen. En trouwens: (volks)tuinliefhebbers kennen de buitengewoon sterke waarde van duivenmest. Duiven zijn gezellig, nieuwsgierig en nevernooit agressief. Ze zijn symbolen van vrede en liefde. En, eerlijk is eerlijk, ze zijn, mits goed toebereid, lekker.