Kerstconcert Grootkoor in Martinikerk Groningen: 18 december 2024

Slechts vier repetities zijn er nodig, dan nog een generale en vervolgens knallen in de Martinikerk. We repeteren in een kerk in Haren. Dik 140 zangers. Bij de tenoren: herkenbare uitslovers, natuurtalenten, goedewillers, optimisten, durfallen, roekelozen en alles daartussenin.

Het Grootkoor betekent zeker geen hogeschoolzang van gesjeesde conservatoriumstudenten in Bijenkorfkleedjes die ooit Engels kregen in miniklasjes, maar desondanks het verschil in uitspraak tussen taught en thought of body en buddy maar niet onder de knie krijgen. Volkskrantredacteur met specialisatie koorzang in en rond 020, Guido van Oorschot, heeft nog nooit van het grootkoorbedrijf met 14 vestigingen en 2000 zangers gehoord. (Stel je  Volkskrants voetbalredacteur Willem Vissers eens voor zonder kennis van de amateursport…) Sja. Ik informeer Guido als ik weer eens iets lees over een minimalistisch aan vette subsidiekoorden bungelend bubbelkoortje dat voor 50 familieleden optreedt. Ons Amstelringconcert in het Concertgebouw is stijfuitverkocht.

De tenoren zijn in elk koor de smaakmakers. Denken ze. Vier hebben de inzet van betaaldvoetbalspelers die na de training nog blijven hangen en extra panna’s en tweebenigheid bij corners oefenen. En hoog druk zetten uiteraard. Erna, Johan, Rogier en ik spreken extra repetities af op zaterdagmorgen. We studeren als een gek. Alles uit het hoofd zingen is het doel opdat we dirigenten Etty & Nan kunnen fixeren. En ons handhaven naast de vocale suprematie van de sopranen. Heerlijk zingen. Vanuit de tenen. Rogier houdt de muziektheorie in de gaten, Erna de dynamiek, Johan de helicopterview en ik zorg voor thee, Fisherman’s Friends en app de buren dat het heus niet lang meer duurt.

Het gaat goed, vooral als de tenorpartij smaakmakend leidend is in ‘Tollite Hostias’ van Saint Saëns. ‘Transeamus’ van Schnabel. Händels ‘For unto us’ met een bijna onmogelijke inzet voor tenoren. Het gevoelige Franse ‘Entre le boeuf’, met die op het eerste gezicht onbegrijpelijke titel. En een hele serie carols, evergreens uit de beste internationale kersttradities. Gastsolist is Henk Poort met een hopelijk niet microfonisch versterkte superstem. En Martin Mans op het beste orgel in Europa. Komt allen tezamen…..

Tickets à € 20,- in de voorverkoop. Zo lang de voorraad strekt.

Antonio Garcia, Midzomerconcert in de Lutherse kerk

Groningen. 25 augustus 2024. In mooi Zwitsers-Nederlands dat later overgaat in Duits, licht de jonge Zwitserse organist zijn midzomerprogramma toe. Vooral zijn beschrijving van Claude Balbastre prikkelt: ‘Musik mit lebendige, ganz tolle Elemente’. Garcia heeft een prachtig programma samengesteld met muziek van Bach, Scheidemann, Fauré, Dubuis, Van den Kerkhoven en Balbastre.

We vallen beiden voor Fauré’s Pavane en Dubuis’ koraal ‘A toi la gloire’, met een aan Händel ontleende melodie. Heel mooi gespeeld met kabbelende en dreigende tonen. Van zwevend via ultra-light naar heavy. Ik onderdruk maar net de meezingreflex bij ‘U zij de glorie’. De tekst zit gebeiteld op mijn eigenste harde schijf.

Garcia toont zijn superieure speelstijl en legt beide orgels, het Edskes- en het Van Oeckelen-orgel, zijn wil op. Het is een en al focus & beheersing. Het publiek op de begane grond rent wat heen en weer om ‘m te kunnen zien jongleren op de toetsen. Op de kraak kun je blijven zitten. Het wordt een fraai staaltje muziekgeschiedenis, van Noord (Duitsland) naar Zuid (Zwitserland) met België en Noord-Frankrijk in het midden. Nog een mooi feitje: de muziek gaat van 17e  (Scheidemann) tot 21e (Dubuis) eeuw.

Het is een verstilde ervaring in Stad met verderop de kermis en Noorderzon. Nou ja verstild… als de registers met handenvol worden uitgetrokken en de maestro zijn voeten, we zien een begenadigd tangodanser in de dop, even snel beweegt als zijn handen voel je de innerlijke slijtage in de orgelpijpen: heerlijk. We genieten van de mooie bassen onder de vrolijke melodielijnen van de tot nog voor ons onbekende Scheidemann. Het programma doorlezend zie ik ‘Grand jeu’ bij Balbastre en inderdaad, groots wordt het. Dat zal het ‘ganz tolle lebendige’ zijn geweest. Antonio: gut gespielt, Mann!

Laat de wijn en het bier (hierin steekt de Lutherse kerk de Martini naar de kroon) maar stromen bij de after-party.

Drents jeugdorkest op Grote Markt 26 juli 2024

Bijna in de schaduw van de ruim 30 bomen die in Stad al bos worden genoemd, haast onder de Martinitoren en voor het stadhuis en het terras van sponsor The Market Hotel en café Willem Albert treedt het Drents jeugdorkest op. Het is lekker warm en er is veel publiek toegestroomd.

Muziekkenners weten dat de HaFaBra-muziek in Noord-Nederland op een hoog peil staat en dat bewijst de selectie van de Drentse Harmonie vandaag ook maar weer. Heerlijke, swingende muziek van jongeren die er zin in hebben. Een goede ritmesectie, prima hout en uitmuntend koper. Wat me goed bijstaat is een drietal hoornisten die even speciaal naar voren komen voor het swingende ‘Born for the Horn’. Zelf opgegroeid op het Friese platteland weet ik dat amateurmusici het ver kunnen schoppen. Kollumer Jacob Slagter kwam uiteindelijk als eerste hoornist in het Concertgebouworkest.

In Groningen luisteren we bijna twee uur naar (film)muziek met internationale tinten. Dirigent/spreekstalmeester Arjan Dunning heeft de groep twaalf- tot twintigjarigen in de hand, ze lijken betoverd door zijn baton. Hier wat temperen en daar wat aanjagen, gelijk starten en samen eindigen, wat een fijne muziek. Het (gratis) vrijdagmiddagconcert klinkt als een klok. Het bedaagde publiek geniet en laat zich niet van de wijs brengen door politiesirenes of een meneer die vergeet zijn luidspreker met Moslimmuziek te dimmen.

Na de pauze gaat het echt los met onder meer ‘Malagueña’, ‘El Camino Real’ en het slotstuk ‘Deep Purple Medley’. Op 30 november staat het 35-verjaardagsconcert ‘Still Rockin’ on’ op stapel in de Tamboer te Hoogeveen. Dit concert bewijst eens te meer het belang van muziekonderwijs; laten we uit de grond van ons hart maar hopen dat cultuurminister Eppo Bruins op tijd het licht ziet en Prinsjesdag een muziekprinsjesdag laat zijn.

Groningen, ga vooral door met deze prachtige openluchtconcerten en maak dat de hevig bediscussieerde stenenvlakte gebruikt wordt waar het geschikt voor is: een podium voor cultuur van de bovenste plank! Drents Jeugdorkest, bedankt!

Luthers Bach Ensemble in de Akerk met Bach en Händel

Heerlijk, een concert dat nog geen uur duurt. We luisteren naar muziek van J. S. Bach en G. F. Händel (in het programma ook Handel en Hendel genoemd). Elf sponsoren maken deze avond mogelijk. Zoals bij veel vermaak is het voorspel van belang. Dat begint buiten op straat al met schitterende fotografie over het onderwerp ‘queer’, een visuele liefdesbrief aan de veerkracht van queer mensen. Niets verbloemend, informatief, duidelijk en vaak vrolijk. Voordat we naar binnen mogen voedert een senior enkele ongeduldige doffers en duivinnen die tegenwicht bieden aan jonge brutale kraaien.

Binnen staan de blauwe stoelen klaar. Organist Bronda warmt ons op met muziek van Bach op de grand-old lady, de majestueuze Schnitger. Behandel haar voorzichtig jongen, houd haar heel, denk ik nog. Er volgt aarzelend applaus. Dat is de makke van klassieke muziek, je weet nooit wanneer je mag applaudisseren, je zou de concentratie eens verstoren. In de kerk worden we enkele eeuwen teruggeworpen. Het contrast met buiten is immens.

We luisteren met veel genoegen naar countertenor Van Laar. Ik neem me voor hem niet te vergelijken met Andreas Scholl. Van Laar stelt niet teleur, wow, wat een zanger zeg. Misschien soms nog wat te ingehouden? De bijgeleverde teksten leiden wat af. Waarom zou je het Italiaanse ‘Ma dove andrò? (‘Maar waar zal ik <naartoe> gaan?’) vertalen als ‘omdraaien, (af)buigen’, het Engelse ‘turn’? In het koor zien we één zanger (en niet de jongste van de groep) met een tablet i.p.v. de oude, stoffige multomap.

Luisteraars die op tekstinhoud zijn gespitst hebben een taai uurtje.  Gek, een deel van de teksten is in het Engels, een ander deel in het Nederlands vertaald. De teksten verraden de herkomstregio. Het is al moord, doodslag en andere wreedheden wat de klok slaat. Je vraagt je af hoe lang het duurt voordat het LBE het aandurft eens wat te vloeken in de kerk en hedendaagse tekstschrijvers, nee ik zeg nog niet rappers, loslaat op de muziek van Händel. Welk effect zou dat, mits goed gesocialmediaad, op de publiekssamenstelling kunnen hebben?

Na de twee aria’s met Van Laar, het pièce de résistance: het mooie Dixit Dominus. Zo goed als onverstaanbaar maar des te prachtiger gezongen en gespeeld. De in antiek-zwart gestoken junioren van het Prins Claus Conservatorium schitteren als de door de raampjes kierende zon of de jurken vandaag op het Haagse bordes. Dirigent Bronda gesticuleert wat, maar of ze hem nodig hebben? En dan die (gaaap) teksten. Naast de gebruikelijke verdelgingen, verplette hoofden, vijanden die tot voetenbank worden gemaakt (!), deze keer wat soft porno (ex utero, ante luciferum, genui te). Ante luciferum, toe maar weer. Amen.

Monteverdi – Mariavespers (Coevorden, 10 V ’24)

De vooraankondiging via een interview in het Dagblad van het Noorden oogt specta: artistiek leider Marit Broekroelofs in een rode jurk op stilettohakken. Dat de robe bij het concert is ingeruild voor een gele is natuurlijk spijtig, maar de heerlijke muziek vergoedt veel.

Gelukkig, er zijn geen programmaboekjes. Geen door geflatteerde jeugdfoto’s ondersteunde teksten of en zo ja waar de blazers, tokkelaars, zangers en strijkers de muziekschool hebben afgemaakt, geen ronkende verhalen over reisjes naar Korea en Japan, geen onbegrijpelijke teksten in het Latijn. Een experiment? In de pauze hoor ik van een latinist dat de zangers halverwege het concert geen roomse bezweringsformules zingen, maar een recept over hoe een dromedaris of voor de fok en export afgekeurde ezelin te barbecueën in de woestijn. Niemand die er erg in heeft. Ik hoor perfect gezongen en gespeelde muziek.

Coevorden is er klaar voor. De kerk die in vroeger tijden voor gepreekte woorden werd gebruikt is ingericht voor gezongen teksten. Geen slechte ruil. Wat zien en horen we? De vrouwen op de rechthoekige podiumblokkendoos zien er des vrouws uit: mooie jurken, een enkel gewaad en, zij het voorzichtig, prachtige, merendeels ingetogen kleuren. De mannen doen alsof ze worden gecast voor een ouderlingenrol in een remake van ’t Harts ‘De nakomer’: allemaal in het zwart. Maar zingen kunnen ze. We luisteren naar muziek die in Monteverdi’s tijd door de paus werd afgekeurd. Een betere aanbeveling kan je je niet indenken, toch?

In de krant vertelt artistiek leider Marit Broekroelofs dat Monteverdi’s rustpunten aanstellerij kunnen voorkomen. Jammer, denk ik, wat reuring kan de soms al te ingetogen,  introverte, klassieke muziek wel gebruiken, ik houd van drama, opwinding, virtuositeit. ‘Laat Monteverdi je hart binnenkomen en je overweldigen, onderga het, dompel je erin onder, je hoeft het niet per se te snappen,’ gaat Marit verder. Graag, denk ik. Muziek moet het, evenals beeldende kunst, zonder handleiding kunnen stellen.

Het krantenartikel toont een mooi verschil tussen Bach en (de katholieke) Monteverdi: zijn bij Bach de verhalende koren van ultiem belang, bij Monteverdi is het verhaal ondergeschikt aan de muziek. Dat komt me bekend voor. Van een vriend weet ik dat katholieken verhalen bijzaak vinden. Men leest de bijbel niet, maar houdt het op wat rituelen, veel uiterlijk vertoon, beetje bidden, Maria vereren, that’s it. Dat Monteverdi daar genoeg aan had voor de fijne muziek, poepoe. Maar of hij in de buurt komt van Bach?

Er zijn in Coevorden zowat 180 luisteraars in een sobere setting: thee uit papieren bekertjes en voor toiletbezoek gaat men naar buiten, twee keer rechtsaf en dan naar het bijgebouw. De muziek werkt zeker (licht) betoverend maar in de pauze check ik schielijk mijn foon en zie dat FC Groningen op voorsprong staat, dat Joost Klein bijna gediskwalificeerd is en hoop ik vurig dat er niet wordt bezuinigd op revalidatie-instellingen.

Bach – Famous Cantatas (Luthers Bach Ensemble, Akerk 14 april 2024)

Waarom ik na afloop denk ‘mooiste concert ooit’ komt door het orkest, het projectkoor en de solisten. Natuurlijk. En wie weet heeft de dirigent ook wel een rol in het geheel. Maar er speelt meer. Ik bezoek het concert met L, want vrouw I ligt in het ziekenhuis. ‘Of Bach me kan troosten,’ vraag ik me af. Het zijn hectische dagen. Nooit zag ik vrouw I met zoveel pijn.

L is verrast als ik haar mijn vraag voorleg. Ik verbaas mezelf ook, troost betekent verdriet en met verdriet loop je niet te koop. De prachtige muziek ontspant. Heerlijk diepe zuchten. De beste koorleden doen alsof ze de teksten en de muziek lezen. Die kennen ze natuurlijk uit het hoofd. Ze zingen op hun gevoel en knipogen al zingend naar familieleden in het publiek. In de pauze wordt het publiek in de fuik van één tapperij geperst zodat notoire voordringers niemand ontgaan.

In Maarten ’t Harts boek ‘Het woeden der gehele wereld’ lees ik dat er van Bachs 300 cantates zo’n 200 zijn overgebleven. In de afgelopen week beluister ik een handvol cd’s uit de Bach-Master-Works-box van het Kruidvat. Veel van de teksten zijn onverstaanbaar. Ik glimlach als ik de obligate zinnen over genade en verlossing meelees. Ik transcribeer ze wat. Lees ik ‘Israel hoffe auf den Herrn’, vul ik het aan met ‘der Vereinte Nationen’. Net als de meeste zangers leg ik de tekst weg en geniet van de muziek. Op zijn best zijn de teksten kinderlijke gepaard-rijmende religieuze interpretaties en op zijn slechtst pure kwezelarij die je in Bachs tijd moet plaatsen.

Ik verbaas me over de natuurtrompet van Rabinovitz twee meter voor ons. Als hij het vocht uit het instrument laat lopen lijkt het of hij eruit drinkt. En die weergaloze droeve fagot en de onverstoorbare Koolstra op orgel, ik hoor enkel tienen. De zilveren balletschoentjes van sopraan Cressida Sharp betoveren me, evenals haar met een fibula bij elkaar gehouden vuurrode jurk. Plaatje! En wat een stem. En dan Van Laar als hij de alten bijstaat, tenor Knight en bas Santini die craqueléscheurtjes in de nieuwe kalklaag op de muren veroorzaken. En natuurlijk Bronda die de kwaliteiten van Arne Slot en Joseph Oosting combineert en de topspelers hun gang laat gang, het werk gebeurt immers in de training.

Ten slotte: bij het ‘Jesus bleibet meine Freude’ droom ik terug naar 1967. Maartenskerk te Kollum. Na de restauratie heeft het feestcomité bedacht dat onder het orgelspel van Jelle van der Meulen (geen familie) de bijdehante tweeling Folkert en Klaas de statenbijbel de kerk in mag sjouwen in een optocht van zingende, geboende zondagsschoolkids. Op de melodie van ‘Jesus bleibet meine Freude’.

Applaus. Geen bravogeroep. Bloemen. Zelfs een toegift. Pas tegenover de stadswerkplaats stop ik met onhoorbaar applaudisseren. ‘Mooiste concert ooit’, mompel ik, voorzichtig met grote woorden. En, troostrijk? Jaaa.

Matthäus Passion door het CMT in Coevorden

Coevorden, maart 2024. We ervaren een heerlijke uitvoering van Bachs empee in Coevordens’ stadskerk in een circusopstelling: de musici en het koor centraal, precies onder de cirkelvormige plafondlampen. Maar goed dat er nog enkele vrije plaatsen zijn, het publiek kan na de pauze van plaats wisselen. Onze zintuigen worden geprikkeld. De dirigent, vakvrouw Paulien Kostense, met Coevordense roots, fascineert. Squattend en bijna dansend vuurt ze haar ploeg aan. Haar handen zalvend, priemend, soms lichtgeraakt alsof ze een heet bakblik toucheert, altijd inspirerend en als Sarina Wiegman zelden streng. Zangers en musici geven haar de indruk dat ze ertoe doet. Vanaf een afstand zien we een schoonzoon/schoondochter-concours met zelfbewuste, in barokmuziek gedrenkte deelnemers die hun kunsten Coevorden e.o. wel even willen tonen, dat is: laten horen.

Overal uitblinkers. Dan weer de hobo en klarinettisten en dan de strijkers. Twee traversospelers die de sonore klanken, onversterkt (zoals alles: mind you, in de kerk is alleen een microfoon voor het prevelement van de organiserende stichtingsvoorzitter), welhaast verstild fluisterend tegen de bekalkte muren laten stuiteren, of nee, lieflijk toucheren, zodat mensen verbaasd rondkijken: hoe bestaat het dat in zo’n grote ruimte, waar voorheen op hele en halve tel werd gezongen, de muziek zo klankrijk resoneert. De stadskerk heeft, beseffen we, net op tijd een U-turn gemaakt: van religie naar cultuur en wie weet culinaria, alcoholvrije wijnpreuvenementen, iets over SOA-preventie en lingerie- & dahliashows.

Wow, de kansel wordt gebruikt door sopraan Janneke Stout en alt Wies de Graaf. Vrouwenstemmen i.p.v. predikanten die de omscholing hebben gemist. Op de achtergrond het mooie Van den Berg & Wendt-orgel, voor de sfeer. Als racefietsers die de spieren opwarmen draait het koor warm. ‘Het ‘Sind Blitze, sind Donner in Wolken verschwunden’ klettert op, gevolgd door evangelist André Lopes en Matthijs Mesdag als Jezus die we van de flanelborden uit de zondagschooltijd kennen met zijn lange blonde manen. Wat een stem! En de strijkers bij het ‘Erbarme dich’… weergaloos, klaaglijk en zangerig gelijk.

Soms zingt het koor zittend; voor mij is dat nieuw maar ze verdienen het. Hoe zou het toch komen dat alle gedachten in de kerk bij het vet en wreed klinkende ‘Laß ihn kreuzigen’ naar beelden op het Journaal dwalen waarin Netanyahu of een Hamasbroeder domme dingen debiteren? Iedereen heeft zijn favopassages. Voor mij is het als bas Robert-Jan Agricola los gaat op het ‘Mache dich, mein Herze rein…’ Heerlijk. Wat een stem. Wat een muziek en dan moet het slotkoor nog komen. Collegium Musicum Traiectum: Bedankt!

Matthäus Passion, semi-scenisch door het Luthers Bach Ensemble

Groningen, maart 2024. Als Trouw en Dagblad van het Noorden de Matthäus Passion van het Luthers Bach Ensemble *****  geven, denk ik altijd: dat zullen we meemaken. Deze keer ruilt Groningen de Akerk in voor de Martinikerk. Groter. Maar beter? Komt de muziek, om met Trouw te spreken, dichterbij dan ooit? Het wordt een schitterende avond. Bloedmooie aria’s en recitatieven. Koralenkippenvel. Prima solisten. Puik jongenskoor. Waar blijven de meisjes? Omdat we Eva Harmuthova (hobo & blokfluit) en Roberto Bando (traverso & blokfluit) over de vloer hebben, speciale aandacht voor beide neusjes van de zalm.

Wat deze MP speciaal maakt is het semi-scenische karakter. Geen stijve, zwarte uitdossing maar alledaagse kloffies. Theater. Beweeglijkheid. Zangers, zowel het koor als de solisten, kijken het publiek aan. De Roder jongens zingen helder en spatzuiver. En iedereen zingt alles uit het hoofd. ‘Nu de musici en de dirigent nog,’ hoor je inde pauze fluisterend denken. Dirigent Tymen Jan Bronda is, vaak enkel met zijn wijsvinger, wenkbrauw, een plukje aan de baard en glimlach dirigerend, hard op weg; nog even en ook hij kan thuisblijven.

Deze uitvoering komt gelijk in mijn Top-V. Vaak de MP bezoeken levert vanzelf een lijstje op. Daarin: een Friese uitvoering in Drachten. Eén met en van Jan Rot in Aalden. Die van het CMT in Coevorden omdat het allemaal superjonge musici zijn. De LBE-versie vorig jaar in de Groningse Akerk. En, ik geef toe, die van het LBE dit jaar ook. Geweldig, ondanks de in de pauze regerende en tuchtende Calvijn: geen wijn en bier maar thee en koffie in een ijskoud decor.

Wat mij raakt in deze muziek is de intensiteit, het magische, tijdloze van meester Bach. Wat Joost Klein met ‘Europapa’ bij zijn doelgroep presteert, doet Bach via de Matthäus Passion met mij. Het verhaal, bijgehouden door de evangelist kan me, excusez les mots, gestolen worden. Het zijn vooral de superieure koralen die, in mijn kindertijd op mijn harde schijf geëtst, me raken. Beroeren, ja. Ontroeren, neeuh.

Toch nog even naar het verhaal. Verraad. Dood en verderf. Doodsangst. Bedrog. Vergeving. Rechtvaardigheid. Straf door kruisiging. Lijden met een doornenkroon. De functie van het geweten. De bekende themata zinderen door de Martini. Elke zin katapulteert me 4.500 km oostwaarts. We weten inmiddels allemaal wat religies aanrichten:  ‘Mir hat die Welt trüglich gericht’ mit Lügen und mit falschem G’dicht, viel Netz und heimlich Stricke.’

Matthäus Passion in Coevorden op 10 maart 2024

PERSBERICHT:

Matthäus Passion in Coevorden

Datum: 10 maart 2024

Locatie: Stadskerk Coevorden, Kerkstraat 6 Coevorden

Aanvang: 15.00 uur

Voor € 29,50 het mooist denkbare muziekstuk in een locatie met de beste akoestiek in Drenthe?

Jazeker, dat kan. De Matthäus Passion komt weer in Coevorden.

Na de door het publiek zeer gewaardeerde uitvoering van de  Matthäus Passion in 2022, zijn we erin geslaagd om dit jaar wederom met het CMT de uitvoering van de Matthäus Passion te organiseren in de prachtige stadskerk van Coevorden en wel op 10 maart 2024.

Bachs meesterstuk wordt uitgevoerd door het CMT, Collegium Musicum Traiectum uit Utrecht. Dit ensemble, opgericht in 2015, is een projectensemble voor jongvolwassen amateurmusici die een sterke interesse hebben in het uitvoeren van vocaal-instrumentaal repertoire. Er worden zoveel mogelijk authentieke instrumenten gebruikt en bij het koor wordt extra veel aandacht besteed aan verstaanbaarheid en klankkleur binnen de stemgroep.

De solisten van het CMT zijn nu bekend:

  • Sopraan: Janneke Stoute;
  • Alt: Wies de Greef;
  • Tenor: Bart van Lieshout;
  • Bas: Robert-Jan Agricola;
  • Evangelist: Andre Lopes;
  • Christus: Matthijs Mesdag.

Samen met koor en orkest staan zij garant voor een wervelend optreden dat het publiek een schitterende middag zal weten te bezorgen. Dankzij inspanningen van SCDZ, Stichting Culturele Dorpen Zuidenveld, wordt Bachs Masterpiece voor een interessante entreeprijs aangeboden.

Kaarten à € 29,50  kunnen worden besteld door te mailen naar: zuidenveldcultureel@gmail.com; een pauzeconsumptie en programmaboekje zijn gratis

 

Hister, Fred Goverde en Traumahelikopter

Met als werktitel ‘Hister komt Goud’, wonen we een bijzondere muziekavond in het Aa-Theater bij op 3 februari 2024. Het programma biedt minder Gronings dat de titel doet vermoeden. Hister (betekenis: zenuwachtig, opgewonden) zingt in het Gronings, Fred Goverde gewoon in het Nederlands en Traumahelikopter (waarschijnlijk) in het Nederlands en Engels.

Heel slim, de avond begint met een podiumgesprek: Michel Weber en Merel Weijer van Hister bevragen (componist, zanger) Arnold Veeman en (gitarist, zanger) Fred Goverde en er ontstaat een gesprek dat de achtergronden van de muziekmakers toelicht. Zouden meer concerten mee moeten beginnen. Het gesprek waaiert alle kanten op, van Vivaldi’s oprotmuziek tot Michels verzoek aan Arnold en Fred een nummer voor Hister te componeren.

Hister opent de avond, bijgestaan door gitarist John Krol. Hister is een, eeh, a-typische tweepersoonsband met punkinvloeden, en speelt vanavond drie nummers, waaronder het door Arnold geschreven nummer ‘Roemte’ dat zich als een landschapsschilderij ontvouwt. Poëtisch, ijzig en indringend tegelijk. De teksten sneeuwen wat onder. Het verschil tussen drummer Michel, uitgelaten, expressionistisch, en de ingetogen, gecontroleerde Merel kan niet groter zijn. Krols bijdrage wordt door het publiek geapprecieerd.

Dan de gevoelige, duidelijk te volgen teksten van gitarist/zanger Fred. Zijn gedachtewereld opent vergezichten. We horen tekstflarden als ‘ik wil niet dat de Beatles in de hel zijn’, en ‘ik wil genieten van de bloei van mijn leven, maar ik heb er geen tijd voor’. De zaal gaat uit zijn dak als ze een schitterend refrein mogen meezingen. Om het feministisch angehauchte  publiek niet tegen de haren in te strijken licht hij de tekst ‘luister huismus, straatkat, kutwijf, luister; je mag best weten dat ik nooit aan je denk’ wat toe. Conclusie: onderschat nooit jongemannenleed.

Tenslotte (what’s in a name) Traumahelikopter: een drummer (met ‘Jesus Lizard’ op zijn shirt) en twee gitaristen met punky music op zijn best. En hardst. De vloer gaat deinen en het publiek laat het drankje en de tortillachips even staan en schuifelt naar voren en laat zich temmen door de indringende muziek van de band die al een hele geschiedenis in de landelijke scene heeft. De drummer doet zijn werk staand en spreidt zijn benen om tot de gevoelige snaartrom te geraken, de spijkerbroekstof tot het optimum gespannen. Heerlijk wat een avond.