MAANDAG Minivervolg in de serie SkinVision dat ik in week 29 hoopvol afsloot met de toevoeging SLOT na dl IX. De kniehuidexcisie herstelt perfecto. De lymfklierverwijdering ook, maar de zwelling neemt niet af en voelt meer als een platgeslagen prop verhard stopverf dan als vocht. Vriendin M, lymfklierkankerervaringsdeskundige wijst me erop dat medici soms meer focussen op 94% kans geen uitzaaiingen dan 6 % kwaadaardige cellen. Op dat soort woekerende survivors die in mijn lijf graag zouden losgaan in een tumortje zit ik niet te wachten. Mijn huisarts, fietser, orgelmuziek- en literatuurliefhebber die ook keek naar Koch in Zomergasten, betast het bobbeltje en stelt een echo voor: wel of geen vocht. Vanmiddag al. Oei, denk ik, stond er een rood uitroepteken achter mijn naam? Dinsdag hoor ik: loos alarm, gewoon seroom. Postoperatief vocht. Twee daagjes en weg onrust.
DINSDAG Onze familie-app die tot voor kort slapende was als een koel matig bergstroompje in Noord-Finland dat in het dal opgedroogd is, spuit nu dagelijks een hoeveelheid berichten uit als een ejaculerende, met vloeibaar viagra afgetapte, Siciliaanse hoerenloper in topvorm met een kortingskaart voor de wallen. Er zijn praters en zwijgers en alles er tussenin. Ik leer veel over een delier en mijn bewondering voor zorgmedewerkers stijgt met de dag.
WOENSDAG Vriendin C houdt me op het rechte pad van het Gronings. We praten een ochtend in mijn achtste (na Fries, Ned, Eng, Dts, Frns staat het op plaats zes, net voor het steeds verder wegzakkende Italiaans en het bijna verzopen Spaans) taal en ze neemt een boekje voor me mee: ‘Ain van Boeskool’ van Jan de Jong. Verrek, op de hoek van de tafel ligt in een slordige stapel ook ‘n Swien’ van dezelfde schrijver. C, bedankt, denk ik, door jou ga ik weer Gronings lezen. We trakteren elkaar op een wandeling door de stad. Van Van der Velde waar ik leer dat het Nicolien Mizee is die een roman schreef met louter faxen, naar de A-Kerk waar de leukste baliemedewerker ooit een expositie van oud-Minerva-studenten – ik val voor een prachtwerk van Danne Bouman – & een expo van de mooist uitgegeven boeken bewaakt. 
DONDERDAG De gemeente Groningen nodigt inwoners uit deel te nemen aan ‘Groninger Gesprekken’. Er zijn er vier op wisselende locaties. Ik bezoek het Floreshuis. Onderwerp: ‘Ruimte maken voor samenleven’. Kan ik mijn ei wel kwijt, denk ik. Bijna volle bak. Een enthou, positieve, kritische, trotse vibe. Zaal is voor de helft gevuld met (gemeentelijke) officials die ook alles Ivan Nio willen horen, stads nieuwe Sociaal Stadsbouwmeester en wettenhouder Van Niejenhuis. Mijn ei? Waarom wordt, als je vol inzet op ontmoeten, ‘bonding & bridging’ een derde van de Kleine-der-A-ruimte ingenomen door parkeervakken?
VRIJDAG Soms blader ik wat terug in de familieberichtenstroom. Ik overweeg een familiekroniek te maken à la Nicolien Mizee, die haar faxen bundelde. Stel je voor: een Excel sheet met in de bovenste balk de namen van alle twaalf deelnemers, aangevuld met drie extra Signalgroepen van wisselende samenstelling. Okee, eventueel gebruikmakend van gefingeerde namen natuurlijk. Links verticaal de datum en tijd. Het middendeel gevuld met alle (alle? Ja alle) gesprekken. En geen commentaar erbij. En als voetnoot de stroom telefonische communicatie. Zou wat zijn.


ZONDAG Na het mooie boek van Korsegaard ga ik door met het lezen van vangsten uit de minibieb. Van Tim Krabbé, die ik vanwege ‘Het gouden ei’, ‘De renner’ en ‘Wielerverhalen’ hoog heb zitten, lees ik ‘Kathy’s dochter’, een draak van een roman. Langdradig uitgesponnen als eikenprocessierupsslierten gaat macho Tim maar door met infantiele beschrijvingen van hoe hij ooit Kathy versierde en nu, na haar overlijden haar dochter. Mijn dwangmatige natuur maakt het me moeilijk het boek na een half uur weg te smijten en terug in de gevelkast te zetten en ik blijf lezen. Weggooien had ik wel moeten doen natuurlijk. Een regelrechte afrader.
MAANDAG Stad is bekend vanwege de hofjes en gasthuizen. Stille, besloten, oude huizenblokjes, ooit opgericht door stichtingen die een bevolkingsgroep (ex-zeelieden, weduwen van neringdoenden, religieuzen) wilden ondersteunen met gratis woonruimte. Nu worden de hofjes bewoond door particulieren. Het Pieternellagasthuis aan de Grote Leliestraat is verreweg het bijzonderste. Voorbij de huisjes loop je door een smalle doorgang waarna je in een grote door enorme bomen overhuifde tuin komt. Je waant je in een kasteeltuin. We noemen het de geheime tuin. Je weet niet wat je ziet. Ssssstttttt.
DINSDAG Ik las, geloof ik, ooit het boek ‘Zen en de kunst van het motoronderhoud’ van Pirsig. Hieraan doet de titel ‘Een korte geschiedenis van de tractor in de Oekraïne’ van M. Lewycka me denken. Ook afkomstig uit onze privébibliotheek aan de gevel. Ik begin hoopvol, maar, wijs geworden na Kathy’s dochter van Krabbé, leg ik het terzijde na een uurtje. Niet echt mijn boek, zal ik maar zeggen. Toch blijf ik daarna lezen. Nieuwsgierig door de bijzondere thematiek. Twee In Engeland levende Oekraïense jonge vrouwen betwisten de liefde van hun bejaarde in tractoren geïnteresseerde vader (86) voor een jonge vrouw van 36.
DONDERDAG Stad viert het Gronings Ontzet met de onsterfelijke, afgekloven Bommen Berend, ‘n paardenshow op de Ossenmarkt, kinderspelen aan Reitemakersijge, een drakenbotenrace in de A en vijf statig op trommelsagen door de stad marcherende vrolijke piekeniers. Daar doet onze vriend Aart-Jan aan mee. Hij is lid van een gerenommeerde re-enactmentgroep. In met uiterste precisie nagemaakte middeleeuwse kledij vertonen ze hun kunst. Weer eens iets anders dan bezigheden met derailleurs, molenwieken, gekrijte lijnen in de zestien, trekstangen, glijpalen, verende zooltjes, of orgelpijpen.

Was Korsgaard een Nederlandse auteur, hij stormde gelijk mijn toptien binnen, dat krijg je met literaire sensaties. In één ruk uitgelezen. Mijn eerste notities waren: troosteloos platteland, emo-verwaarlozing, noodlottig, liefdeloos, verstikkend, desolaat, rauw realistisch, onbegrepen jongen, onverschillige ouders. De achterflap ronkt met ‘fenomenale roman’. Korsgaard schreef gelijk een trilogie, een Tue-trilogie, met ‘Op een dag lachen we erom’ (2024) en ‘Je had er waarschijnlijk bij moeten zijn’ (2025).
ZONDAG Onze minibieb maakt overuren. Dagelijks sneupen passanten erin om een pareltje mee te nemen; anderen vullen aan als vakkenvullers bij de Lidl na het paasweekend. Er zijn incidentele passanten naast vaste vullers als mijn zus, de huishoudelijke hulp van meneer pastoor uit Aduard, een Muntendammer boer die het licht heeft gezien, en hij die ik mijn Iraanse kameraad noem. Voor hem, duivenbeschermer, bewaar ik statiegeldflessen en bierblikjes (de tijd van bier in flessen ligt inmiddels ver achter ons), en hij bezorgt me af en toe een tas vol boeken. Soms zijn het, na het afstuderen van zijn zoon, studieboeken ‘Statistics & mathematics in Muslim lead Enterprises’ en soms, zoals nu, hedendaagse literatuur. Ik zie Siebelink, Roosenboom, Van Dis, Peper, Den Uyl (zelfs de oestrogeenthriller De eetclub van Saskia) Noort, Op den Beek, zelfs Wieringa.
MAANDAG Enschede, Enske voor intimi, is een prachtstad. Nu even geen terugblik op de dubieuze drugshandel in het supportershome van FC Twente, destijds met goedkeuring van het bestuur, maar enkel lof over het prachtige Rijksmuseum, het verrassende uit stalen vlammen bestaande kunstwerk voor het Medisch Spectrum Twente en het imposante zes meter hoge beeld ‘In god we trust’ van de Spacecowboys op het dak van het Enschedese conservatorium ArtEZ.
WOENSDAG Onze buurtvereniging Het A-kwartier propageert het aanleggen van geveltuintjes. We combineren een serieuze aanpak met plezier. Praten en soms wat drammen over biodiversiteit en een feestje bouwen rond de uitreiking van het Gouden schepje. Die tweeledige aanpak hanteren we ook bij het duel tussen fietsen en auto’s, bij gewenste recreatievaart en verdoemde waterverontreiniging. Voorlichtingsavonden over verduurzaming van verwaarloosde grachtenpandjes naast een roeiclinic. Overlastgevers aanspreken en schooldirecties erop wijzen dat woorden nog geen daden zijn als het aankomt op handhaving bij de bordjes ‘Smokefree Area’. En zo verder. Na jaren begrijp ik dat het ‘not done’ is om in de kwartaalgesprekken met de gemeente aan te dringen op inkomensafhankelijke onroerendgoedbelasting. Ook een rijverbod voor auto’s die (nog) geen deelauto (met minimaal drie eigenaren) zijn laat nog op zich wachten.
Waar Leeuwarden groot in is: de ‘mienskip’ samenbrengen in een groots opgezet spektakel. Na het lopende bos (
Leeuwarden legt de lat hoger dan consumptievermaak aanbieden. Wat Leeuwarden onderscheidt is een actieve toepassing van ‘de mienskip’, de regionale maatschappij, de inwoners en allerlei mogelijke verenigingen. Bouwurk doet denken aan een religieloze kerk, een kathedraal, een centrum van activiteit, artisticiteit en creativiteit. Het werd gebouwd door regionale en internationale partners, met dagelijks gratis drempelvrije evenementen, zoals: brood stoven, touw draaien, samen eten en zuurkool maken, muziek, open podium, silent disco, maak- en dwaansessies, te veel om op te noemen.
Pier Pander tempel, waar Saskia Noor met Liminal Spaces een stilte-ervaring uitlokt. Wat latjes uit de Praxis en lampen lichten de kale witte beelden uit. Paar gekleurde glasplaten erbij en dan is het na kennismaking met een vrijwilligende poortwachter toegankelijk voor slechts één bezoeker per rondleiding, die door de stilte gegrepen moet worden. Het historische tempeltje is meer dan de moeite waard en Noor doet d’r best er met stilte iets aan toe te voegen. Met een koperen staaf mag de bezoeker een tik tegen een vaas geven om de stilte te verbreken. That’s it.
) was AB de kampioen. Hij slaagde erin twee MAVO-scholen zonder ongelukken te laten fuseren, combineerde twee uiterste functies, directeur en actief vakbondsman, zonder dat iemand er moeite mee had, was in het politieke landschap van onrustige wethouders een stabiele factor en teamplayer pur sang, had zowel een perfecte helicopter view als oog voor details en hij bood nieuw en jong personeel de kans voor hun 25e sectievoorzitter te worden en zo een vinger in de pap bij heikele sollicitaties.
Eerst maar even wat plussen: de provincie Groningen is een paar nieuwe culturele instituten rijker: in Lauwersoog een splinternieuw zeehondencentrum en in Wehe den Hoorn ‘Kunstcentrum De Ploeg’. In een werkelijk prachtig, klassiek gebouw, een oud RK dorpsschooltje met een mooi aangelegde tuin, met in de achtertuin de oude tjalk Alida zwevend boven wuivende woestijngrassen worden zo’n, wat zal het zijn, veertig schilderijen van oude Ploegers tentoongesteld, sommige tot bewegen gemanipuleerd in een fraaie projectie op een wand. De expo heet ‘Beleef de wereld van De Ploeg in het Hoge Land’. We zien voor het grootste gedeelte landschappen, sommige kleiakkers in wonderschone, hevige of uiterst zachte lhbtq+-kleuren, en wat stads- en dorpsgezichten, van Altink, Kleima, Pott, Van der Zee (zie afbeelding), Martens, De Vries, Jordens, Wiegers en Dijkstra. Het voor de ontstaanstijd verrassend kleurrijke werk, is veelal thematisch gegroepeerd. Zo zien we drie Blauw Borgjes van Altink, Martens en Pott. In een heel fraai museumcafé valt een bijzonder mooi vloerkleed op. Maar liefst 1.500 bezoekers weten de weg naar het centrum te vinden de eerste twee weken, w a u w. 

en opent zijn Hoofdstation met muziek, genodigden, een sleutel voor burgemeester Roelien Kamminga en bloemenzaad voor passanten. De perrons en ondergrondse passage zijn mooi, ruim, strak en modern. En dat allemaal achter die mooie oude statige stationshal. Toezichthouders leggen uit dat hier andere regels gelden dan in Stad, dus duivenvoeren zou mogen, maar verontreiniging dan weer net niet. Dus de vredesapostelen uit de hand of een bakje voeren: no problemo.
ZONDAGmiddag ‘Machine Entanglements’ heet de expo die op zes locaties in drie noordelijke provincies zit. ’t Moet schuren, verwonderen en verbinden. Nou dat schuren lukt goed, mijn kunstreceptoren hebben ‘t zwaar. Maatschappij en kunst zouden moeten verstrengelen. Burgemeester Roelien Kamminga verricht de opening in de Niemeyer fabriek. We zien veel knopjes- en apparatenkunst: (gemanipuleerde) fotografie, video(installaties), gedigitaliseerde objecten; alles in een ruim, koel, oud fabriekshuis dat erom schreeuwt getransformeerd te worden tot wooneenheden.
MAANDAG Nexus van Harari (The Global Bestselling Author of Sapiens) moet je lezen, hoor ik in anderhalve week van twee matties en door een toeval komt daar een derde bij. De aanbeveling is niet enkel vanwege de op de omslag afgebeelde duif. Van één van hen krijg ik ‘m te leen in het Engels. Godzijdank niet in het Hebreeuws, denk ik nog. Taaie kost, verwacht ik en trek er enkele weken voor uit. Ik krijg geen spijt. Waar Harari goed in is: eenvoudige begrippen als informatie, waarheid, werkelijkheid, met zeer interessante vertellingen beschrijven. Een voorbeeld: het in de markt zetten van Stalin, Jezus, Trump, gebeurt/de door ‘story telling’ met oneindige schares luisteraars die later menen dat alles echt is en op waarheden berust. Dat ook Harari het classificeren van entiteiten lastig vindt blijkt uit de opsomming: Arabieren, Palestijnen, Joden en Koerden, waar hij landen op dezelfde plaats stelt als religies.
WOENSDAG Organist Andreas Jost (1973) speelt in Martinikerk een prachtig concert met Bach, Kee, Sweelinck, Buxtehude. Jost, Züricher en een echte leraar, laat enkele stukken twee keer horen: van de componist en van Nederlandse bewerkers Kee en Sweelinck. Bij de superbekende stukken (‘Allein Gott in der Höh sei Ehr’ en ‘Wachet auf, ruft uns die Stimme’) die ik in mijn prepubertijd (in het Nederlands) uit het hoofd kende, ik zat nog tussen ietsisme en ietsiepietsisme in, onderga ik een bijzondere fysieke sensatie: mijn beenhaartjes zijn even kippenvel en laten de stof van mijn rode korte broek bewegen, rijzen en later weer dalen. Bij deeltjes van Piet Kee, denk ik aan kermismuziek. Heerlijk. Bij Buxtehude droom ik weg en kijk op mijn foon naar organiste
DONDERDAG Autodelen zit in de lift. Mooi zo. Over enkele jaren gaan we privé-autobezit bijzonder vinden.
Dit is (misschien) het laatste deel van het feuilleton SkinVision, waarin ik mijn reis langs witte jassen vastleg na de diagnose melanoom. Twee weekjes niet fietsen viel mee. Gisteren voor het eerst even geoefend op mijn bredebander Gazelle. Grote stappen nemen is nog wat gevoelig, daar waar in mijn lies een lymfe is weggesneden is geen deuk maar eerder een bobbel verschenen. Tijdelijk hoop ik. Mijn knie herstelt voorspoedig. Vanmiddag naar de chirurg voor een exit(?)gesprek.
Mijn schrijfsels inspireren anderen, merk ik. Trouwe lezer T vertaalde met hulp van ChatGPT onlangs mijn gedicht Atsje in het Nederlands. Leuk hoor, maar bij een key word ging de AI-tool de mist in. Het woord ‘ôflukke’ werd ‘afleiden’ i.p.v. ‘aftrekken’. Trouwe lezer T gaat door en vraagt ChatGPT een column over Groningen in de stijl van Klaastaal te schrijven. Dat leverde ‘Stad van wieren en wierook’ op. Mijn reactie: Ik mis een wat verder gaande originaliteit, wat absurde vergelijkingen, maar verders: een zeven hoor! Trouwe lezer T liet een nieuwe versie schrijven met mijn gevraagde aanscherping en gelijk erbij een Friese vertaling. Een acht, is mijn beoordeling.