JOURNAAL WEEK 28 (2025)

ZONDAG We kunnen het niet laten en bezoeken de eindexamenexpositie van de Klassieke Academie in Pictura. We zien 169 voornamelijk eendimensionale werkstukken/jes van twaalf vrouwen en één man, verkoopklaar met prijzen tussen € 90,- en € 3.000,-. Mijn prangende vraag ‘Doet het iets met mij?’ beantwoord ik met ‘nee’. Zeker, we zien mooi werk, goed zelfs, maar ook veel ‘braaf’ en ‘gewoon’ om maar niet ‘gewoontjes’ te zeggen. Ik doe moeite me niet door de titels (geloof / voetwassing / gebroken nacht na de preek / gisteren jarig / het werk van predikant) te laten beïnvloeden. Of je deze parttime (avond)school à € 3.900,- per jaar een academie kan noemen blijft in mijn hoofd zoemen. Ik mis inclusie, maatschappelijke relevantie.

MAANDAG Wordt het niet eens tijd de Nederlandse huisartsen die de artseneed hebben afgelegd te wijzen op de één na laatste zin en hun te verplichten vijf of tien jaren te werken in gebieden waar een huisartsentekort is? Nederlandse artseneed ( 2003 ) Ik zweer/beloof dat ik de geneeskunst zo goed als ik kan zal uitoefenen ten dienste van mijn medemens. Ik zal zorgen voor zieken, gezondheid bevorderen en lijden verlichten. Ik stel het belang van de patiënt voorop en eerbiedig zijn opvattingen. Ik zal aan de patiënt geen schade doen. Ik luister en zal hem goed inlichten. Ik zal geheim houden wat mij is toevertrouwd. Ik zal de geneeskundige kennis van mijzelf en anderen bevorderen. Ik erken de grenzen van mijn mogelijkheden. Ik zal mij open en toetsbaar opstellen. Ik ken mijn verantwoordelijkheid voor de samenleving en zal de beschikbaarheid en toegankelijkheid van de gezondheidszorg bevorderen. Ik maak geen misbruik van mijn medische kennis, ook niet onder druk. Ik zal zo het beroep van arts in ere houden.

DINSDAG Het Groninger Museum met na Blühm de nieuwe tweekoppige directie Vierkant/Gortzak bevalt ons. Met de expo ‘Welcome to the dreamhouse’ zien we een uitgepakt depot aangevuld met alledaagse pr/spullen van Marktplaats en MamaMia. Een bijna zeventiger meent lollig te zijn en plaatst ergens een bakje duivenvoer bij de geëxposeerde dagelijkse goederen. We kijken verrast rond in de secuur en uitbundig ingerichte woonvertrekken. Namen van Hak, Mendini, Hajduk, Warhol, Starck, Kiefer, Corbijn, Sotsass ontbreken natuurlijk niet.

WOENSDAG HØmlet van William Shakespeare in Diever wordt zo’n 25 keer uitgevoerd. De brochure meldt 250 namen van medewerkers. Twee-hon-derd-vijf-tig! We zien een schitterend spektakel met in de hoofdrol Inge Wijers als HØmlet. Wat een speler, wat een tekstbeheersing. Het 1000-koppig publiek houdt zijn adem in als zij fluisterend Shakespeares filosofie over wat het leven tot leven maakt uitspreekt. Een meesterlijk spelende cast, een magisch decorstuk dat van houten wand transformeert tot mensenkop, verrassende tekstvondsten, humor, spelers met dubbelrollen, perfect licht en geluid, warme worst in de pauze en keurig publiek dat opschuift voor laatkomers. Het dubbelzijdige toneel toont met familiemoord, wraak, een toneelstukje in het toneelstuk,  weergaloos theater.

DONDERDAG: Een van de mooiste werken in de Martinigangen is een schilderij van de Noorderhaven in Groningen. Google leidt me naar Theo Onnes (Uithuizen), de maker. Anders dan veel schilderijen met de Groninger A als onderwerp zien we hier ingetogen kleuren met als aandachttrekker een mysterieuze gele gloed op het water. Even denk je ijs te zien maar de bomen halen je uit die droom. De witte klassieke gevel en de drie scheepsrompen stimuleren ieders fantasie. Over Onnes verscheen onlangs het boek ‘Zichtbare verwondering’ van Sijens/De Vries.

SkinVision VIII

(In het feuilleton SkinVision, door sommigen liefkozend Keekopdeweek genoemd, beschrijf ik mijn reis langs witte jassen na de diagnose melanoom). Was een inspannend operatiedagje gisteren in Martini. Word, nu weer thuis, net wakker na dik elf uur nachtrust. Voel me heeel goed, ben zo goed als pijnvrij. Alleen bij bukken en been krommen voel ik wat schurende gevoeligheid op de knie en in de lies, maar de pillencollectie paracetamol, naproxen en oxycodon blijft in het cellofaantje, maak ik een dakloze wel blij mee. Ook de uiterst deskundige snijder, chirurg dr. Rödel, met wie ik even gezellig koutte over SkinVIsion (hij heeft blijkbaar mijn blog t/m deel VII gelezen [gemiddelde engagementduur stijgt met 40% vertelt Googlestats, met nu zelfs lezers in de VS] of het medische dossier van de dermatoloog, hahaha) was content. De knie wordt onderhuids gehecht, vertelt hij. In een review geef ik hem en zijn team tien uit tien. Hut ab!

Martinisten

Ik ben plaatsvervangend trots op de Martinisten, echt topgasten. Ook hebben we wel gelachen in het ziekenhuis, ik dacht even dat het rekverband te strak zat, mijn rechterpoot liep rood aan, maar de rode kleur was van een pre operationeel toegepaste desinfectant. Ook deed ik het operatiejasje achterstevoren aan, met met de opening aan voorzijde dus, daar waar de actie komt, logisch toch. 

Stress

Op de vraag van de mevrouw in de opnamelounge hoe ik me voel verras ik haar met mijn antwoord dat ik er zin in heb. Ik bedoel dat ik belang heb bij tempo. Tot de operatiekamer blijf ik me relaxed voelen. De OK is letterlijk indrukwekkend. Mijn hartslag blijft met 65 redelijk, maar de bloeddruk, thuis op de Omron M6 Comfort max 140 -80, loopt wat op tot 159 -90. Of is het de kou? Beenspieren rillen. Of ik een roesje wil, vraagt de anesthesist. ‘Als u het zich afvraagt is het voor mij een ja,’ zegt-ie realistisch. Krijg ik geen spijt van. Ik word wakker en denk in slaap gevallen te zijn nog voor de operatie. De verpleegkundige helpt me uit de droom. Mijn hartslag en bloeddruk zijn behoorlijk gedaald. Een en al opluchting ben ik. 

Gronings I

Het hospitaal hangt stijfvol met kunst, en niet de onaardigste. Langs mijn route naar ‘Opname Lounge’ veel stadsgezichten, ik herken mijn wijk met Noorderhaven. Met bijna alle Martiniwerkers en wakkere patiënten kan ik mijn Gronings wat praktiseren, heerlijk. Nu, op de bank zittend en e.e.a. overdenkend, raak ik bijna ontroerd van alles: de woorden ‘kwaadaardige huidkanker, melanoom, hopelijk geen uitzaaiing’ boezemen me meer ontzag in dan ik dacht. Ik denk dat ik aan de groene kant zit, maar ik sluit niets uit.

Gronings II 

Het CGTC (Centrum voor Groninger Taal en Cultuur), inmiddels herdoopt tot ‘Erfgoed in Groningen’, realiseert zich dat de streektaal vooral in de zorg belangrijk is. Mensen op hun kwetsbaarst hanteren graag hun moedertaal. De uitgaaf ‘Toal verbindt’, t Handegste Buusboukje veur t Grunnegs in de Zörg, voorziet in die behoefte. Ik denk eraan als ik achter de gordijnen naast mij een vrouw in het Kollumers hoor praten. De naam van onze vroegere groenteboer, bij wie ik 56 jaar gelden werkte als venter, doet een belletje rinkelen. 

SkinVisionVII

Ego’s zijn te groot

(In het feuilleton SkinVision bericht ik over mijn ervaringen met de witte jas na de diagnose melanoom, een kwaadaardig huidkankertje.) Fietsend tussen Noord- en Zuidbroek voel ik iets steken in mijn lies. Graag ruil ik een gevoelige lymfeklier in voor een dwars stukje fietsbroekzeem en denk na over de kracht van verbeelding na lezing van een lang Volkskrantartikel over het UMCG dat calamiteitenprotocollen na een sterfgeval in de operatiekamer negeert. Na een eenvoudige ingreep, het inbrengen van een infuus, overlijdt een patiënt. Fouten verzwijgen lijkt de cultuur in Groningen. Ego’s zijn te groot. Ik schrik wat. Ook van het aantal vermijdbare doden, jaarlijks in ziekenhuizen: zo’n 1.000. Drie per dag. En dan mogen ze zelf nog bepalen wat ‘vermijdbaar’ is.  Over slagers die eigen vlees keuren gesproken. Bij Sappemeer-west ben ik het vergeten. Met hoogleraar veiligheid in de gezondheidszorg Groenweg vind ik het aantal en de situatie verbijsterend.

Overlevingskansen

Elk jaar nemen overlevingskansen na kanker toe, meldt het NOS-journaal. Jaarlijks is er een plus van éénprocentpunt. Huid-, borst-, prostaat- en zaadbalkanker zijn tumoren die met het meeste succes worden behandeld. Vergeleken met kankergevallen in mijn omgeving stelt mijn melanoom weinig voor, denk ik. Ik merk het ook aan de meelevende belangstelling. Vrienden, bekenden, (aangetrouwde) neven/nichten sturen attente, lieve appjes. Voor iemand die opgroeide in een setting waar zwijgen de hoogste vorm van support betekende is dat superleuk! Altijd. Ongeveer 94% van de melanoompatiënten is na vijf jaar nog in leven. De overleving van melanoom verschilt per stadium. Bij vroegtijdige ontdekking is dat groot. De vijfjaarsoverleving is voor alle melanoomstadia 94%.

Voorbereiding

Dinsdag sta ik wat vroeger op en fiets in de koelte richting Doezum, Sebaldeburen (58 kms/26,8). Als ik, zwetend als een gek, mijn Giant TCR ophang, ventielen boven om latexproppen bij de ventielen te voorkomen, neem ik me voor om deze route twee weken na de operatie opnieuw te doen en eventueel verval te checken.

Donderdag, afdeling nucleaire geneeskunde

Het valt me zelf nu ook op: ik zie niet op tegen de operatie morgen. De knie: ruim stuk huid wegsnijden, hechten en klaar. De lies is wat anders, daar wordt de (speldeknopgrote) schildwachtklier verwijderd. Vanmiddag uurtje in Martini, afd. nucleaire geneeskunde, mijn America-Today shorts aan. Met vier prikjes wordt wat radioactief materiaal in en onder de kniehuid gespoten. In de Siemens gammacamera wordt de vloeistof 20 minuten horizontaal gevolgd en dan nog 5 minuten lateraal. Vervolgens een fotoplaat voor de lichaamscontouren en daarna wordt er een kruisje in de lies geplaatst, voor het mes morgen. Als ik hoor dat de ruimte ook voor mamafotografie wordt gebruikt praat ik de (jonge) vrouwen even bij over de rol van duiven bij tumorendetectie. Ze googlen gelijk even.

Poëzie in de Prinsentuin

Groningen. Juni 2025. In 30 blokken wordt poëzie aangeboden. Alle randvoorwaarden doen het goed: prachtfolder, duidelijke aanvangstijden, maar liefst zes festivallocaties, goed geluid. Een kleine 150 namen (enkele dubbel natuurlijk) in actie. Poëzie is vooral een nichemarkt. Fijnproevers. Nerds. Zoals het Groninger Museum aan Helmantel voorbij gaat, zo mis ik Rawie. Ik kom voor Grunneger verzen en merk dat Nijmegen met Ineke Berendschot bij onze provincie is ingelijfd en vraag mijn buurvrouwgraszitter of er in Groningen slechts drie dichteressen zijn.

Ik hoor bijna uitsluitend vrije verzen, prozagedichten en mis vormvast werk. ‘k Denk aan mijn oud-docenten Anne Wadman, Remco Ekkers. We discussieerden over de vraag wat poëzie tot poëzie maakt. Doet vorm er toe? Van Ekkers herinner ik me, pratend over sonnettenschrijvers: ‘Ach, rijmwoorden doen me aan het belletje van de typemachine denken aan het eind van de regel.’ Wadman citeerde Kloos over Gorter: ‘Poëzie is de allerindividueelste expressie van de allerindividueelste emotie.’ Maar het mocht geen vrijheid blijheid worden. Ook vrije verzen kunnen een eigen vorm hebben.

Het contrast vrije poëzie -retestrakke Prinsentuin kan niet groter zijn. Geometrische vormenrijkdom, allesbehalve paradijselijk natuurlijk, getrimde rozen, hyperstrak geschoren buxus en taxus, patronenbeplanting, rust en grandeur, leibomen die wekelijks naar de snoeischaar snakken, aangeharkt grint. Ik denk aan Louis G. Le Roy die zich in zijn graf omdraait, aan Piet Oudolf die zich bij Voorlinde in Wassenaar uitleefde in vormvolle plantenperkenrijkdom, aan representanten van het Drentse Landschap die in een permanente strijd zijn gewikkeld met alles wat riekt naar exoten.

Ik kom voor ‘Grunnegers in het gruin’, Groninger poëten, waaronder, oeps, dus een Nijmeegse. De vier vrouwen hebben mooie stemmen en ik geniet van de streektaal. Van Berendschot excelleert met voor mij onnavolgbare tongue twisters. De Graaf herdenkt liefdevol een gestorvene die mij de grondbeginselen van zeismaaien bijbracht. Ook heeft ze een lofzang op woordenboekmaker Ter Laan, één harer grote vrienden. De arme man was zo met zijn eigen taal bezig dat hij vergat dat er mensen zijn die zijn taal willen leren zodat we ons suf blijven zoeken naar een propere Nederlands – Groningse versie. De Roo draagt een mooi vers voor over haar overleden vader die ze het beste op de dijk herinnert. Taalconsulent/organisator Gosselaar is een beetje de theaterdirecteur die naar het podium haakt en  haar eigen kunst demonstreert met mooie Groningse verzen en één nog in de niet-vertaalde fase.

De Groningse taal krijgt vandaag een gevoelige tik op de vingers. Er zijn klaarblijkelijk amper Groningse dichteressen en de generalissima gaat voorbij aan het oer-Gronings uit d’r hart en noemt Grunneger poëzie (on)vertaald Nederlands.

JOURNAAL week 26 (2025)

ZONDAG: ‘Salle des pas perdus’ is de bijnaam van de Groninger Stationshal. Voordat ik, uitgenodigd door NS, wat gedichten ga voorlezen kijk ik omhoog en verbaas me over het plafond en de indrukwekkende tegeltableaus van de Groninger (Ploeg)kunstenaar F.H. Bach. De hal is een zogenaamde ‘salle des pas perdus’, een zaal waarin voetstappen verloren gaan. Dit verwijst naar de akoestiek van de hal, maar ook naar de functie. Zowel vroeger als nu en straks is het een wachtruimte waarin mensen rondwandelen om de tijd te doden en dus min of meer nutteloos hun voeten verplaatsen. Deze prachthal in het mooiste stationsgebouw van Nederland, is mijn trigger. Nog een bijnaam van de hal: ‘Kathedraal van het gevleugelde wiel’.  Naast het Peerd van Ome Loeks op het Stadsbalkon heb je prachtig zicht op de gevel met zijn mix van laatgotische versieringen, roosvensters en renaissancistische topgevels. Hoe mooi dat NS Groningers de kans geeft de vloer te nemen. Mijn verzen Atsje, Zomertuin/Simmertún, M. Verstappen, Drentsche Aa alias Jongbloedvaart, Maxima, Pieter Omtzigt, Op fietse noar Emmen/alias Woar je zunder kin, Zesentwintig,  Afrodisiacum baden in de fijne akoestiek.

MAANDAG Een van de lustrumactiviteiten van buurtvereniging het A-Kwartier is een kunstroute langs de A-straten waarbij schilderwerk van stadsgezichten in het A-kwartier door Groninger kunstenaars achter ramen is geplaatst. Niet alleen vroegere hoerenlopers zullen de parallel met raamprostitutie uit vervlogen tijden herkennen.

DINSDAG Een eigen kerk(je) bouwen was het plan. Boer Harkema liet 12.000 stenen uit België komen en bouwde tussen 1985 en 1998, met hulp van vrijwilligers, een klein kerkgebouw op zijn eigen grond, compleet met orgel, preekstoel, heiligenbeelden. Locatie: de driehoek Aduard, Den Ham, Fransum. Omdat hij geen vergunning had werd een bouwstop opgelegd, maar toen de gemeente de toeristische potentie zag werd het bestemmingsplan aangepast. Ernaast staat een miniatuur boerderij. Een paar bruggetjes erbij, een ophaal-, boog- en draaibrug en klaar. Nu de naderende aftakeling nog een halt toeroepen.

ZATERDAG De buurtvereniging Het A-kwartier bestaat veertig jaar en pakt uit met een feest bij De Sleutel. Ingrediënten: 120 gasten, een fotopresentatie die de transformatie van prostitutiegebied naar mooiste stadswijk toont, de sympa  binnenstadwethouder die op een vrije zaterdagavond langskomt en ook een all-inclusieve polsbandje ontvangt, een Virtual-Reality-ervaring met poëzie van Rawie, een heuse wijkvlag, een kunstwerk aan de tijdelijke Visserbrug, koude drankjes, lekkere muziek, een fijn buffet, een koel terras, een volle dansvloer, fiere vrolijkheid en het prettige besef dat een energieke buurtvereniging veel vermag.

SkinVision VI

Kankerlijer

(In het feuilleton SkinVision bericht ik over mijn ervaringen met de witte jas na de diagnose melanoom, een kwaadaardig huidkankertje.) Ik leer dat ‘Kankerlijers’ een tragikomedie uit 2014 is en de ‘Cinekid Award’ won. Sinds april betekent het woord kanker iets anders voor mij. Met – slet, -hoer, -nicht, – hond, -lij(d)er hoor je het (evenals tering-) voorbijkomen in voetbalstadions. Verwijzingen naar kanker vallen me op. Het is alweer even geleden dat een verwarde man die ik aansprak omdat hij zijn hond in het grasperk voor ons liet kakken en de poep niet opruimde mij kankerlijer toevoegde. Het woord is net een graadje erger dan ‘teringhond’, een scheldwoord dat Pieter Omtzigt indertijd kreeg toegeworpen in een CDA-WhatsAppgroepje. In de krant lees ik over een wondermiddel, CAR-T-celtherapie, tegen acute lymfatische leukemie, maar de behandeling is schrikbarend duur, 0,5 miljoen p.p.

Smeermiddeldispenser

In het Groninger plantsoen staat een door een ziektekostenverzekeraar en het Huidfonds gesponsorde smeermiddelpaal of -dispenser met een goedje tegen huidkanker. Ik mis de waarschuwingsbordjes tegen alcohol-, verkooldvlees- en tabaksgebruik. Op mijn foon installeer ik de ZonkrachtHuidfonds-app. Erg handig. Hoezo nu pas?

Huisarts

Wat is de rol van de huisarts in de preventiestrategie? Of wat zou de rol moeten zijn? Waarschuwen en voorlichten natuurlijk. Waarom doen ze dat niet? Gek, maar zo gewoon als het is dat huisartscliënten jaarlijks een griepprik wordt aangeboden, tandartsgasten jaarlijks in de mond wordt gekeken, zo ongewoon is het dat de witte jas verstokte rokers wijst op longkankerkansen en gasten met een lichte huid op huidkankerrisico’s. Dit wordt als bekend verondersteld, door voorlichting thuis, op school en infoprmatiekanalen. Hoe eenvoudig is het niet om in het patiëntenbestand een uitdraaitje te maken van patiënten met verhoogde risico’s voor bepaalde aandoeningen. Als in soa- en graffitibestrijding zou preventie hier weleens meer zoden aan de dijk kunnen zetten dan behandelen. Even terzijde aanstippen als patiënten voor een andere vraag aankloppen zou al iets zijn.

Statistieken

De laatste tien jaar zou het aantal gevallen huidkanker zijn toegenomen met 100 %. Van alle Nederlanders zou 20 % een vorm van huidkanker ontwikkelen. Bijna 90 % heeft een smeerprobleem. De meeste huidkankerlijders gaan niet aan maar met de aandoening het graf in.

Graduation Show by Minerva Art Academy 2025

De cirkel is rond; de kunststudie is achter de rug en de boeken gaan niet mee naar North Dakota maar worden gedoneerd aan belangstellenden via minibieb ‘Achter Minerva’. De gekleurde tabblaadjes markeren de scriptieonderwerpen. De verplichte lessencyclus ‘The Art of Recycling in The Netherlands’ werpt zijn vruchten af.

Graduation Show

Wat vroeger ‘presentatie van examenwerkstukken’ heette is nu een ‘graduation show’. Door heel Stad wordt eindexamenwerk van Minerva-studenten getoond: Niemeyer, Pictura, Minerva-gebouwen aan Zuiderdiep en Praedinius, Kunstpunt, St. Sign en meer. Indrukwekkend allemaal. Veel installaties, uitgewerkte concepten, industriële vormgeving, microbiologisch onderzoek met ‘bacteria and fungi’ en weinig (fijn) schilderwerk. We zien maatschappelijk engagement, onmogelijke contrasten, oneindige creativiteit en artisticiteit, innovaties. Onze ogen gaan en mond valt open. Verbazing, vragen, bewondering. En valt er ook nog iets te lachen? Zeker. Bijvoorbeeld bij het Instituut voor het Zandkorrel Hoogtebeleid, waarvan de directeur op artistieke wijze aandacht vraagt voor de zeespiegelstijging. Die jongen (directeur van het IZH, M. van der Molen) komt er wel. Meest bijzonder: in Pictura zie ik een jonge vrouw, taxidermist, die geprepareerde dode muisjes liefdevol vult met druppelvormige glazen roze bijouterietjes.

Wat nu?

Traditiegetrouw vraag ik het internationale gezelschap wat ze na Minerva gaan doen. Een phd in Sevilla, hopelijk onderdak bij een vriend in Maastricht, timmerman worden en geperforeerde meubels maken, proberen in de festivalbusiness de felle linoleumprints aan de man brengen, fondsen werven voor onderzoek, met lampenproductie meedoen aan Design Academy in Eindhoven.

Wildplassers

Het jeugdjournaal meldt dat urine wordt gebruikt voor medicijnenonderzoek. En bij grondbemesting. Ik zie gelijk kansen voor studenten MADtech als ik een bierboot zijn gasten zie lozen die een wedstrijdje wildplassen doen. Ik spreek de kap’tein even aan en vraag of ie een groot vaarbewijs heeft. De gemeente belooft extra surveillance.

Bomen, fietsen en tuinen in Stad

Dat de gemeente Groningen druk bezig is met het revitaliseren van de binnenstad (Westerhaven, Pelsterstraat, Haddingestraat) en hard werkt aan een zogenaamd ‘bomenplan’ is algemeen bekend. Wij van binnenstadbuurtvereniging A-Kwartier hebben mogen inspreken over de bomen. Eerst een plenaire sessie in het oude gemeentehuis van Haren en daarna via conceptplannenmakerij langs de meetlat van het ‘Urban Forest Masterplan’. Een van de doelstellingen van het bomenplan voor de volgende dertig jaar is een enorme uitbreiding van boomkruinbedekking.

Fietsentelling

In Stad zijn straten waar drie rijen fietsen staan geparkeerd. Zo goed als in het gelid. Waar ter wereld vind je dat? Zoals fijnstof aan openhaarden en auto’s kleeft, zo haakt frisse lucht aan bomen en fietsen. De gemeente is aan het fietsen tellen geslagen. Alleen met goed gedocumenteerd feitenmateriaal krijgt de autolobby tegengas. Ik voorspel een einde van de dieselprivileges in de binnenstad en een uitbreiding van fietsparkeerfaciliteiten. Mijn hart zegt dat behalve Arjen Lubach het slimme wethoudertrio Wijnja, Broeksma en Van Niejenhuis mijn nota Parkeren in Stad heeft gelezen en mijn conclusies delen.

A-kerktuin

Ondertussen kijk ik om me heen. In onze omgeving komen we er niet bekaaid af. Voor de A-kerk is een aantrekkelijk miniatuurparkje met hoge bomen. De kenner ziet een overeenkomst met de fameuze tuinen van tuinarchitect Piet Oudolf. Gekleurde ijzeren stoeltjes maken het af. Op de grond in het grind de artistieke koperen belijning van de contouren van de vroegere toren.

Binnentuin

Achter ons huis ligt onze met veertien buren gedeelde binnentuin. Delen is het nieuwe hebben. Een oase van groen in een weldadige rust. De tuin lijkt op een hofje, maar is – helaas – ontoegankelijk voor derden. We onderhouden de tuin gezamenlijk, organiseren eens per jaar een maaltijd met zijn allen en proberen naar elkaar om te kijken. Met vier jonge gezinnen erbij is het geen knarrenhof. De huizen, alle met drie trappen, spotten met het achterhaalde begrip levensloopbestendige traploze huizen.

Minervatuin

Schuin tegenover ons, voorbij de majesteitelijke boomreuzen of reuzenbomen is de smalle Minervatuin. Een strook groen tussen het water van de A en de monumentale school, nu in gebruik als expositieruimte van eindexamenwerk. Enkele leden van onze vereniging Pomppleintuin kregen het voorrecht om als sleutelhouder te mogen fungeren.

SkinVision V

(Vooraf: in mijn SkinVision-reportages leg ik vast wat me overkomt in de wereld van specialist en huisarts.)

Communiceren

Bij ziekenhuizen komt het aan op communiceren. Doen wat je zegt en zeggen wat je doet. Martini kondigt telefoongesprekken aan via e-mail. Deze week krijg ik er drie.

De apotheker

Het verbaast de pil dat ik als bijna zeventiger geen medicijnen slik. Dat gaat wat veranderen. Ik krijg het advies om naast paracetamol wat naproxen bij de drogist in te slaan. Google leert dat beide pijnstillers graag samen hun pijnstillend kunstje doen.

De anesthesist

Het tweede telefoontje is van de anesthesist, ik sta bij de zelfscan van AH, en het telefoontje levert wat verwarring op. Net als ik de zesde Leffe Blond aantik, die zijn in de Bonus deze week, vertelt ze dat ik voor een ruggenprik kan kiezen, evt. met ‘een roesje’. Bij ‘roesje’ denk ik aan een zwoele avond onbezorgd bier drinken op het dakterras, maar hier betekent het lichte verdoving. Nou ja, dus toch hetzelfde. Ik meen me te herinneren dat de chirurg (in opleiding) sprak van algehele narcose. Maar als ik iets te kiezen heb, wil ik de ruggenprik. Mèt roesje. Maar ik wil er nog over nadenken. Ga ik zondag doen tijdens een SpaakMastersritje.

Atropine

In een bui van openhartigheid (gek hoe witte jassen bij mij altijd uitnodigend zijn om vertrouwelijke info te delen) vertel ik haar dat ik in het verleden, bij een meniscusoperatie een wat vervelende ervaring had. Na de ingreep, het zal voorjaar 2005 zijn geweest, de brem bloeide uitbundig en in Emmen werd gebouwd aan Utopolis, we hadden de jongens de eerste Harry Potter beloofd, lag ik bij te komen op een ontwaakkamertje. Mij was verteld dat de verdoving langzaam uit mijn lijf naar beneden zou wegzakken. Maar wat gebeurde? Ik voelde mijn hartslag dalen en de verdoving kroop in mijn lijf omhoog. Belletjes, piepjes en lampjes alarmeerden een snor die boven de bedrand kwam kijken. Ik zal zijn kordate commando nooit vergeten: ‘Daar moet wat atropine in.’ Zo gezegd zo gedaan en allengs herstelde mijn rikketik zich. Later kwam ik de naam atropine nog tegen in een James Bond-film.

De anesthesist legt uit dat als de operatie zich onder de navel afspeelt, er voor een ruggenprik kan worden gekozen. Ik vraag haar het even met de chirurg (in opleiding) kort te sluiten en hoop dat hij het tentamen ‘verdoven voor snijden’ gehaald heeft. Onenigheid en discussies op D-day kan ik missen als kiespijn.

Opname

Het derde telefoontje is van de afdeling opname. Zes uren voor de operatie niet eten, twee uren ervoor niet drinken en als het kan op tijd komen, graag met een begeleider, van wie men het telefoonnummer wil hebben. Daarover word ik teruggebeld. De eerste nacht na de ingreep begeleid slapen. Twee weekjes niet fietsen.

Heemtuin Muntendam

Even geloof ik haar niet als M zegt dat hier een veld orchideeën staat. W’s ogen worden groot. K en A zetten / nemen respectievelijk hoed en muts af en gaan door de knieën: zo ver het oog reikt: orchideeën. Verder nog strootjes en grassen in ontelbare variaties.

Iets ten zuidoosten van Sappemeer waar we, certifikoatholders Grunnegers, onze eerste excursie met de cursisten Grunneger Konversoatsie hebben, ligt de heemtuin van Muntendam. Niet enkel een tuintje met theeschenkerij, hier ook paviljoen geheten, maar een hectares groot wandelgebied met een diversiteit aan vegetatie, insecten en vogels, die ik niet eerder zo mooi gegroepeerd bij elkaar aantrof.

Rust en ruimte, zo ver je kan voelen, zien, ruiken, horen en tasten. Slingerende paadjes, lichte hoogteverschillen, opzettelijk verwaarloosde muurtjes, kunst in plexiglazen vitrines, slootjes, vijvers en orchideeën. Als je bent opgegroeid met geraniums, gulden roede, petunia’s, narcissen, perenbomen en in de verte een plant die door je oom die de tuin deed fluisterend ‘edelweiss’ werd genoemd, had het woord orchidee altijd een onbereikbare, magische status. Later kwam de gekweekte orchidee vaker voor via de markt en zag je ze – altijd in tweetal – achter de ramen verschijnen. Ik stuur C die vandaag een zeiscursus in Zeist geeft een handvol foto’s en zij, botanica in elke vezel, herkent nog de wateraardbei.

De heemtuin in Muntendam is een werkervaringsgebied begeleid door WerkPro. Je houdt je hart vast, mocht de werkbegeleider op een morgen zeggen: ‘berkentrekken vandaag’. Er zijn velden waar miniatuurberken op overwoekerende veldtocht zijn geslagen, gelukkig dat de lelietelersmores hier ver te zoeken is.

Heb je tijd over, bezoek dan Scheepswerf Wolthuis in Sappemeer (en meld je aan als vrijwilliger opdat de openingstijden verruimd kunnen worden tot en met de zaterdag), wandel langs het haventje, een octogonaal kerkgebouw en bekijk de gelaatstrekken van Aletta Jacobs, de eerste tot de uni toegelaten vrouw, eerste arts en eerste gepromoveerde. Uit Sappemeer dus.