Atsje

yn ‘e jeugdtsjinstkommisje siet ik
en sneins hie’k goed sicht op Atsje
mei de reade wangen en ieuwich yn
it breide, fierstente koarte truitsje

wylst ik heal harke nei dûmny
dy’t orakele oer kwea en fergift
en derby knypeage nei de trije
teenagers ûnder syn gehoar, betocht ik

hoe’t ik it oanlizze soe ûnder it
fraachlearen; neist har te sitten
doast ik fanselst net, noch leaver
hong ik oan’t krús op Goedfreed

jûns, op ‘e side, de iene knibbel
wat omheech, bûsdoekje yn ‘e hân,
frege ik mysels ôf wa’t my dochs dat
dekselske oflûkken leard hie

Wit grijs zwart

Natuur in zuidoost-Drenthe is Van Gogh:
Grijsgetint, ouderwets, soms ingetogen;
Bekeken door een bus bebrilde ogen,
Op zoek naar gulden snee, gezichtsbedrog.

Dan weer is de natuur een bont palet
Van beelden, kleuren als een druppel olie
Op een weg, schittering van zilverfolie,
Een kermis, voorjaarstinten van Monet.

Als contrast ontwaart men, reeds op afstand,
Zwartwitte vogels vliegend, soms een grijze,
Knisperend en fladderend, dissonant
In rust, stilte-infiltrant, ten bewijze

Van vooruitgang, hier een reep, daar een flard
landbouwplastic, lappen wit en zwart.

Noorderplein 2.0

Het Noorderplein is je warme jas, je ware huis; de rifrafvriend biedt
lustkappers, autokrassers en spuiters tijdelijke ruimte, een dak
voor niks, eurovrije zone; warm licht voor stuurloze fietsers,
hopeloze gevallen; kwijlend voor Hema-uitvaarttarief en rookworst
staan stokoude mannen van zestig, zoekend naar de 4e dimensie;
voor een habbekras eten in Holdert, stappen schrijven namen
in sporen zand; de erectie van de Grote Kerk beschut je,
je was iemand, je dirigeerde in lucht; nu slaap je waar
de traverse je laat mistasten naar de harde, hoge,
kolossale, stenen dijen; je tong klakt, je proeft,
brokkelig beton proef je, denk je, je gedenkt
na 10 jaar met eerbied het wandelvrouwtje,
ooit wereldnieuws, predikers waren hier
kyrie eleison zingende plastic herders;
de marktkoning begraaft z’n broer
en smaak; via vetrode lopers
wordt je iets aangedaan
op koopjeklaarzondag;
weggezogen in haar
die je koestert,
‘t stadshart,
Emmen:
je thuis;

dikke prima

Magister

Um geld oet te sparen was de parsenielskapstok in de gang plaotst zodat bakstallige 2a’ers de jasbuzen van de neien regelmaotig in de paraplubak leegden. Veken had daor al ies wat van zegd. De olden hadden hum vrömd ankeken. Zo had Veken der ok an moeten wennen dat de parsenielsplee an de kantine lag. Zat ’t hiele spul je schaopachtig an te gniezen aj je riem ies flink anhaalde.Lees verder

Geboortetieken ARIANE & WILLEM

Sleen, 15-04-07

Intied dat moeke Maxima drok doende was om aal parsend nummer drie ’t levenslocht te laoten anschouwen (omreden zie zo lange deden over ’t oetfigelieren van een koppel veur- en bijnaomen, kunnen wij mit de naomgeving ok niet wieder) en Holleeder liever een hart- en nieroperasie undergung dan een fair trial (zwienenieren doen ’t aans ok vaok goed in mèensenlieven, las ik argens) waren oeze beide dwarggeiten in’e wèer um zuch klaor te maoken veur heur eerste wörp, deur hinneweer te drentelen, deur dan weer ies te gaon liggen, um zuch vortdaolijk daornao wieder op te richten, deur gespannen of quasi interesseerd op een strochie te kauweln, deur een zichtbaor verlet om, zeg maor algemien concentrasievermogen, dat zag je geliek, zie wusten ’t niet, ze begrepen niet waor de lichaomlike veraanderings die mit de dag anmeerderden, opan gungen, van jongen kriegen haden zie nog nimmer heurd, baren zat niet in hun systeem.

Lees verder

Nieuwe inwoners

Haar winterkleed gaat in de zak voor Polen,
Hij past de zomerjas die Emmen heet.
De ijssalon is als een smaakmagneet;
Toyisten zijn de nieuwe gladiolen.

Het leescafé, de oude melkfabriek
Vervangen glas-in-lood en bleke beelden.
Een paarsbepruikte nimf met billenweelde
Danst in de eredienst op jazzmuziek.

Het stadsbestuur staat klaar met gratis koek,
Een bronzen brassband steekt de loftrompet.
Men toont de plannen voor een nieuwe look
Die Emmens stadshart op de kaarten zet.

Het kost wat, maar dat doet ook het silhouet
Van afbraak, neergang, krimp en vorstverlet.

Reigers in de dierentuin

Verdwaalde reigers in de dierentuin:
De nieuwe burgerservicenummerlozen.
Ze zitten wat, ze denken, praten, vozen;
De lange snavels recht, de koppen schuin.

Hun vale, paarse, blauw is eerder grijs.
Ik tel er zeven, of toch acht, nee zeven,
Acht is een aap, één zonder hondenleven,
met elke dag een vrij entreebewijs.

Ze snaaien verse vissen bij de vleet
En schuilen schichtig bij de nachtverblijven.
De koude mist verhult hun lange lijven,
Gastvrijheid is hier gratis, kamerbreed.

Ze hopen dat de zoo nooit weg zal gaan,
Maar nu en eeuwig hier blijft voortbestaan.

Op fietse naor Emmen

Niet meer van deze tijd, voorbij, verworden;
Er zijn veel dingen waar je zonder kan:
Kwakzalverij, Hemelvaart, ramadan,
Een roomse rector zonder paapse orde,

Ledlichten onder oude lampenkap,
Bermen maaien, vlaggen zonder pompeblêden,
Staartbot, encyclopedie, waterschap,
jagershut, twintig soorten Sandwich Spreaden,

‘n Koning, schaamluis, Argentijnse koningin,
Borsthaarschaar, kraantjeskan en tussenzin,
Griepprik, omroepgidsen, blauw bakeliet.

Maar zonder boek, Bach, op fietse naor Emmen,
Kibbelingen van de markt, vrouwenstemmen,
Koormuziek, sportbeha’s, gaat leven niet.

Wall of fame

‘Wat een kutschoel ok,’ floepte ze dr’oet. ‘Ragebollen, pedo’s vetzakken,’ weirdo’s as leraren. Heur mam had het net niet heuren kund, die zat de Libelle te lezen under de schemerlamp. December 2009. De laptop lag warkeloos onder handbereik. De dongel veur straf d’roet. Twee weken gien msn, gien facebook, gien hyves, games, chatrooms. En die miste Mariet non ’t meist van al. Veur berretied inloggen under een valse naom en dan het net op, ze was krap-an verslaafd aan ranzige sites. Niemand die deur had dat ze maor net zestien was. Via de twitter wuur ze overvoerd met neis. Heet neis. Heur tillefoon was de link mit de echte wereld, the real thing, zoals Mariet ‘t nuumde.

Lees verder

Bach bezoekt Dorpskerk Sleen

‘Uitverkocht, maar er zijn nog wel kaarten op de avond zelf,’zei de kaartverkoper in Sleen. Extra vroeg op de fiets door de vrieskou op weg naar een avond hemelse muziek. De Hohe Messe, uitgevoerd door de Asser Bach Cantategroep. Dirigent: Paulien Kostense, solisten: Susan Jonkers (sopraan), Anneloes Volmer (alt),Falco van Loon (tenor) en Donald Bentvelsen (bas-bariton).

Lees verder